Gebleken is het volgende. De man is (gedurende het huwelijk van partijen) vanaf 1 oktober 1996 werkzaam geweest bij [Bankiers] als kantoordirecteur van de vestiging in Venlo. Nadat deze vestiging in juli 2009 is gesloten, is er onenigheid tussen de man en [Bankiers] ontstaan, die heeft geleid tot ziekte-uitval aan de zijde van de man. Kort nadat hij weer aan het werk was gegaan, is de man op 24 april 2011 door [Bankiers] op staande voet ontslagen. Dit ontslag heeft geresulteerd in procedures bij de kantonrechter. Deze procedures hebben gelopen in de periode van medio mei 2011 tot eind augustus 2013
.Tussentijds is de man van 1 oktober 2011 tot en met 23 november 2011 in dienst geweest bij de Rabobank [vestigingsnaam].
Op 10 april 2012, nadat partijen besloten hebben om tot echtscheiding over te gaan en de vrouw de echtelijke woning had verlaten, heeft de vrouw (op dringend eigen verzoek) een gesprek gehad met medewerkers van [Bankiers], waarbij onder meer iemand van de afdeling fraude en veiligheidszaken aanwezig was. De vrouw heeft tijdens dit gesprek, welk gesprek volgens de vrouw aanvankelijk was bedoeld om een vraag ten aanzien van een gezamenlijke en/of rekening te behandelen, informatie over de man verschaft.
De gespreksverslagen van het gesprek van de vrouw op 10 april 2012 (en die van de gesprekken daarna van de vader van de vrouw op 1 en 14 mei 2012 met [Bankiers]) zijn door [Bankiers] in de lopende (arbeidsrechtelijke) procedure(s) bij de kantonrechter en later bij het hof overgelegd, althans deze stukken zijn in de procedure(s) betrokken.
Vervolgens heeft de vrouw tijdens onderhandelingen met de man op 14 april 2012, in aanwezigheid van beide advocaten, een geheimhoudingsverklaring ondertekend.
In deze verklaring is opgenomen dat de vrouw zich zal onthouden van het doen van, direct of indirect, belastende mededelingen die de positie van de man in het arbeidsgeschil waarin hij is verwikkeld, nadeel toebrengt / kan toebrengen.
Verder is gebleken dat de vrouw, zonder toestemming van de man, de voormalige echtelijke woning binnengedrongen is en uit zijn administratie informatie heeft gehaald, waarvan zij doelbewust foto’s heeft gemaakt en vervolgens aan [Bankiers] heeft verstrekt.
Deze documenten betroffen (onder andere) de arbeidsovereenkomst met de Rabobank [vestigingsnaam] en de beëindigingsovereenkomst met de Rabobank [vestigingsnaam], welke documenten tevens in het geding zijn gebracht in het kader van de arbeidsrechtelijke procedures.