ECLI:NL:GHSHE:2014:1476
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.J.M. Bongaarts
- L.Th.L.G. Pellis
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Toelating tot de schuldsaneringsregeling en beoordeling van persoonlijke stabiliteit van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de toelating van een vrouw tot de schuldsaneringsregeling. De vrouw, hierna te noemen appellante, had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, dat op 2 december 2013 was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat niet aannemelijk was dat appellante de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou kunnen nakomen, mede gezien haar psychische problematiek en de mislukking van het minnelijke traject met schuldeisers. Appellante was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2014 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. J.M. Tang, haar situatie toegelicht. Ze gaf aan dat ze vooruitgang had geboekt in haar behandeling van een postnatale depressie en dat ze beter in staat was om met haar problemen om te gaan. Het hof heeft echter vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat appellante een zodanige positieve ontwikkeling had doorgemaakt dat ze in staat zou zijn om aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling te voldoen. De psycholoog van appellante had in een recente brief aangegeven dat hij haar sinds 5 december 2013 niet meer had gezien en dus geen actuele inschatting kon maken van haar functioneren.
Het hof concludeerde dat het verzoek van appellante om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling prematuur was. Het risico bestond dat, indien toegelaten, appellante niet in staat zou zijn om aan haar verplichtingen te voldoen, wat zou leiden tot een tussentijdse beëindiging van de regeling. Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank, waarbij het verzoek van appellante werd afgewezen.