Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- primair bepleit dat verdachte van alle aan hem ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken;
- subsidiair bepleit dat verdachte ter zake van de onder 1. primair en 1 subsidiair ten last gelegde feiten zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging, nu verdachte heeft gehandeld in een toestand van psychische overmacht;
“Nee, nee!”hoorde, in de richting van het gegil gerend, waarna zij – op het moment dat zij er bijna was – verdachte de bocht om heeft zien komen. [Getuige 2] heeft dienaangaande verklaard dat op het moment dat verdachte haar zag, hij opeens wegdook door zijn lichaam naar een zijkant te bewegen. Hij dook voor [getuige 2] gezien links de bossen in. Vervolgens heeft verdachte – na door [getuige 2] tot kalmte te zijn gemaand – tegen haar geschreeuwd:
“Ik word er gek van!”of
“ik werd er gek van”. [1] VEen korte tijd later heeft verdachte zich bij het politiebureau in Heinkenszand gemeld, alwaar hij via de intercom contact heeft gehad met de politie. Dit gesprek is op band opgenomen en vangt na begroeting door de centralist aan met de woorden van verdachte:
“Ik heb iets verschr.., ik weet het niet meer ik ik heb volgens mij wat ergs gedaan, ik weet het niet meer ik had ruzie ik sta bij Heinkenszand alsjeblieft.” Verdachte huilt en zegt verderop in het gesprek:
“Ik had ruzie met m’n ex…werd donker weer …. m’n hoofd en ze zat me weer te treiteren en … m’n kinderen worden geestelijk mishandeld … die ... van jeugdzorg doet geen klote.”. [2] Het is dan 18:23 uur [3] .
verdrietig, niet vrolijk, tranen in zijn ogen”). Aldus de verdediging lijkt het aannemelijk dat verdachte in het park, na de opmerking dat hij zijn kinderen nooit meer zou zien, een authentieke emotionele arousal heeft gehad. De toegenomen druk heeft de wilsvrijheid kunnen aantasten. Het betrof een plotselinge, ongewone psychische toestand. Er was sprake een acute en extreme vorm van een stresssituatie met als gevolg een dissociatieve reactie. De rechtbank heeft aldus de verdediging ten onrechte geoordeeld dat niet aannemelijk is geworden dat sprake was van een situatie waarin verdachte geen controle meer had over zijn handelen en daarmede ten onrechte psychische overmacht niet aannemelijk geacht.