ECLI:NL:GHSHE:2014:1416

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
20 mei 2014
Publicatiedatum
20 mei 2014
Zaaknummer
HD 200.126.910_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan komkommers door ondeugdelijk plaatstaal geleverd door Corus

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Corus Service Centre B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin Corus werd veroordeeld tot schadevergoeding aan Meteor Systems B.V. en Green Meteor B.V. De kern van het geschil betreft de levering van ondeugdelijk plaatstaal door Corus, dat schadelijk bleek te zijn voor komkommers die in teeltgoten waren gekweekt. Green Meteor had in de jaren 2001 en daarna teeltsystemen ontwikkeld en vervaardigd, waarbij gebruik werd gemaakt van plastisol, een product dat door Corus werd geleverd. Meteor Systems, de curator van Green Meteor, vorderde schadevergoeding op grond van wanprestatie, omdat de geleverde plastisol schadelijk was voor de komkommerplanten. De rechtbank had Corus veroordeeld tot betaling van € 218.240,75 aan Meteor, maar Corus ging in hoger beroep.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de plastisol die door Corus was geleverd, inderdaad schade heeft veroorzaakt aan de komkommerplanten. Corus voerde aan dat de rechtsvorderingen van Meteor Systems waren verjaard, maar het hof verwierp dit verweer. Het hof oordeelde dat de curator van Green Meteor de vorderingen had overgedragen aan Meteor Systems, waardoor deze ontvankelijk was in haar vorderingen. Het hof heeft ook geoordeeld dat er geen grief was gericht tegen de vastgestelde feiten door de rechtbank, en dat de schade aan de komkommers het gevolg was van de ondeugdelijkheid van het geleverde plaatstaal.

In de zaak tussen Corus en de leverancier van de plastisol, [geïntimeerde], heeft het hof geoordeeld dat Corus geen aanspraak kon maken op schadevergoeding, omdat het eerder gegeven arrest van 14 maart 2006 gezag van gewijsde had. Dit arrest had al geoordeeld over de ondeugdelijkheid van de plastisol en de aansprakelijkheid van [geïntimeerde]. Het hof heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling, waarbij een comparitie van partijen is gelast om tot een minnelijke regeling te komen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.126.910/01
arrest van 20 mei 2014
in de zaak van
Corus Service Centre [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. A.E. Veerman te Leiden,
tegen

1.Green Meteor B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],
2. Meteor Systems B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerden,
advocaat: mr. M. Bouman te Eindhoven,
en in de zaak van
Corus Service Centre [vestigingsnaam] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
advocaat: mr. A.E. Veerman te Leiden,
tegen
[Benelux] Benelux B.V., voorheen genaamd [Benelux 1] Benelux B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. F. Kolkman te Almelo,
op het bij exploten van dagvaarding van 7 en 11 maart 2013 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht tussen partijen gewezen vonnis van 19 december 2012.
Partijen worden hierna genoemd: Corus, Green Meteor, Meteor Systems en [geïntimeerde]. Green Meteor en Meteor Systems worden hierna gezamenlijk ‘Meteor’ genoemd. Corus was in eerste aanleg gedaagde in de zaak tegen Green Meteor en Meteor Systems en eiseres in de zaak tegen [geïntimeerde]. Meteor was eiseres in de zaak tegen Corus. [geïntimeerde] was gedaagde in de zaak tegen Corus.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 86231 / HA ZA 03-819 en 90833 /HA ZA 04-261)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure in de zaak tussen Meteor en Corus blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, met producties;
- de memorie van antwoord van Meteor.
Het verloop van de procedure in de zaak tussen Corus en [geïntimeerde] blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, met producties;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde], met producties.
Partijen hebben in beide zaken arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de beide memories.

4.De beoordeling

in de zaak tussen Meteor en Corus
4.1.
Geen grief is gericht tegen de door de rechtbank onder 2 van het beroepen vonnis vastgestelde feiten. Het hof gaat dan ook uit van deze feiten die ook overigens niet door partijen zijn betwist. In de kern staat tussen partijen als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, het volgende vast.
a. Green Meteor heeft in de periode 2001 en de jaren daarna teeltsystemen voor gewassen in onder meer de groenteteelt ontwikkeld en vervaardigd. Kweekgoten zijn een onderdeel van deze teeltsystemen.
b. Green Meteor heeft sinds 1999 plastisol van Corus betrokken. Plastisol is plaatstaal, dat aan één zijde is voorzien van een coating. Aanvankelijk produceerde Corus de plastisol zelf; met ingang van (ongeveer) 2001 betrok Corus de plastisol van [geïntimeerde], die staal produceert.
c. Green Meteor heeft kweekgoten vervaardigd met de plastisol die zij had gekocht van Corus, die op haar beurt de plastisol van [geïntimeerde] had verkregen. Green Meteor heeft deze kweekgoten (deels indirect, door tussenkomst van een derde) aan onder meer komkommerkwekers geleverd.
d. In de door Meteor overgelegde rapporten van 26 april 2002 en 23 mei 2002 van Groen Agro Control te [vestigingsplaats] is, samengevat, geconcludeerd dat de weekmakers in de coating van de kweekgoten (in verband met hoge concentraties ftalaten) schadelijk zijn voor komkommerplanten en bij die planten groei-afwijkingen veroorzaken.
e. Green Meteor is bij vonnis van 27 september 2005 in staat van faillissement verklaard. De curator van Green Meteor heeft bij overeenkomst van 3 mei 2007 de (gestelde) vorderingen van Green Meteor op Corus verkocht aan Meteor Systems en dit feit op 31 augustus 2009 aan Corus medegedeeld.
4.2.
Meteor heeft in eerste aanleg bij inleidende dagvaarding van 20 februari 2003 gevorderd, kort samengevat: voor recht te verklaren dat Corus door de levering van ondeugdelijk plaatstaal toerekenbaar tekort is gekomen en aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade, Corus te veroordelen tot vergoeding van die schade, en Corus te veroordelen tot vrijwaring van Meteor met betrekking tot alle vorderingen van afnemers die teeltgoten hadden afgenomen.
4.3.
Meteor heeft in eerste aanleg bij akte vermindering eis van 9 maart 2011 gesteld dat zij in de loop van de jaren regelingen heeft getroffen met afnemers en in dat kader op grond van de garantiebepalingen in haar algemene voorwaarden nieuwe teeltgoten aan die afnemers heeft geleverd. Meteor heeft na eiswijziging bij die akte gevorderd:
- voor recht te verklaren dat Corus jegens Meteor toerekenbaar tekort is gekomen in de nakoming van de overeenkomsten en dat Corus jegens Meteor onverkort aansprakelijk is voor de ten gevolge van die toerekenbare tekortkoming van Corus geleden schade;
- de algemene voorwaarden van Corus te vernietigen althans voor recht te verklaren dat het beroep van Corus hierop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is;
- Corus te veroordelen aan haar ten titel van schadevergoeding € 218.240,75 te betalen, te vermeerderen met rente, de buitengerechtelijke kosten en de kosten van het geding.
Meteor heeft ter toelichting van haar vorderingen gesteld dat Corus plaatstaal aan haar heeft geleverd, dat dit staal ondeugdelijk was omdat de coating (plastisol) schadelijk was voor komkommers, dat zij dit staal in teeltgoten heeft verwerkt en die teeltgoten (deels door tussenkomst van een derde) aan komkommerkwekers heeft geleverd, dat de komkommerkwekers in de teeltgoten komkommers hebben geteeld, dat de komkommers groei-afwijkingen hebben vertoond, dat de komkommerkwekers haar hiervoor aansprakelijk hebben gesteld, dat zij op grond van de geldende garantiebepaling nieuwe teeltgoten aan hen heeft geleverd en dat de hiermee gemoeide kosten € 218.240,75 bedragen. Meteor heeft zich subsidiair beroepen op dwaling met de stelling dat Corus haar had moeten wijzen op de risico’s verbonden aan plastisol bij gebruik in de kweekgotensector.
4.4.
De rechtbank heeft Corus veroordeeld € 218.240,75 aan Meteor te betalen, te vermeerderen met rente en de kosten van het geding. De rechtbank heeft het gevorderde voor het overige afgewezen.
4.5.
Corus heeft grieven aangevoerd (onder 2 van haar memorie van grieven). Corus vordert dat het gevorderde alsnog volledig wordt afgewezen en dat Meteor wordt veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen Corus krachtens het vonnis waarvan beroep heeft betaald, te vermeerderen met rente en de kosten van het geding in hoger beroep.
4.6.
Het hof ziet aanleiding eerst de ontvankelijkheid en de gestelde verjaring te behandelen, waarna de schade aan komkommerplanten, het causaal verband met de door Corus geleverde plastisol en de tussen Green Meteor en Corus gesloten overeenkomst aan de orde zullen komen.
Green Meteor niet ontvankelijk, Meteor Systems ontvankelijk
4.7.
Het hof is van oordeel dat de grieven slagen voor zover gericht tegen de toewijzing van vorderingen ten gunste van Green Meteor. De curator van Green Meteor heeft immers de aan Green Meteor toekomende vorderingen overgedragen aan Meteor Systems. Het vonnis waarvan beroep zal dan ook in zoverre worden vernietigd en Green Meteor zal alsnog in haar vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.
4.8.
Het hof stelt vast dat Corus geen (voldoende kenbare) grief heeft gericht tegen de beslissing van de rechtbank, onder 3.2 van het vonnis waarvan beroep, dat Meteor Systems op grond van de cessie in haar vorderingen kan worden ontvangen.
Rechtsvordering tot vergoeding van schade niet verjaard, rechtsvordering uit dwaling verjaard
4.9.
Corus voert aan dat de rechtsvorderingen van Meteor Systems, die tot vergoeding van schade strekken, zijn verjaard. Het hof verwerpt dit verweer. Uit de stellingen van Meteor Systems in eerste aanleg en in hoger beroep kan redelijkerwijs niets anders worden afgeleid dan dat Meteor van meet af aan in dit geding vergoeding verlangt van de schade die Green Meteor heeft geleden als gevolg van ondeugdelijk plaatstaal dat Green Meteor van Corus heeft betrokken. De omstandigheid dat in de inleidende dagvaarding tevens een andere schadepost wordt gevorderd, maakt dit niet anders.
4.10.
Indien een grief zou slagen en de primaire vorderingen van Meteor Systems (die kort gezegd strekken tot schadevergoeding) zouden worden afgewezen, dan zou het hof op grond van de devolutieve werking van het appel alsnog het subsidiaire beroep van Meteor Systems op dwaling (waaraan de rechtbank niet is toegekomen) moeten beoordelen. Voor dat geval overweegt het hof reeds in dit stadium dat het verweer van Corus, dat de rechtsvordering tot vernietiging op grond van dwaling is verjaard, slaagt. Meteor Systems heeft immers niets naar voren gebracht waaruit volgt dat zij eerder dan in haar repliek van 29 februari 2012 een beroep op dwaling heeft gedaan met betrekking tot de koopovereenkomst. Corus stelt onweersproken dat de vermeende ondeugdelijkheid van het plaatstaal al in 2002 door Meteor Systems is ontdekt. De verjaringstermijn van drie jaar (artikel 3:52 lid 1 onder c BW) is dan ook in 2002 aangevangen en de rechtsvordering is in 2005 verjaard.
Schade veroorzaakt door van Corus afkomstig plastisol
4.11.
Naar het oordeel van het hof staat vast dat de plastisol, die Corus aan Green Meteor had geleverd, bij toepassing in de komkommerteelt schade heeft veroorzaakt aan komkommerplanten.
De betwisting door Corus van de stelling van Meteor Systems, dat de desbetreffende plastisol schadelijk is geweest voor komkommerplanten, is naar het oordeel van het hof onvoldoende toegelicht. Corus is immers niet ingegaan op de voornoemde rapporten van 26 april 2002 en 23 mei 2002 van Groen Agro Control (r.o. 4.1 onder d). Corus heeft zich niet uitgelaten over de in de coating van de plastisol verwerkte weekmakers, die in deze rapporten als oorzaak van de schade aan de komkommerplanten zijn aangewezen. Corus heeft niets naar voren gebracht dat wijst op een mogelijke andere oorzaak van deze schade.
4.12.
Corus betwist ook de stelling van Meteor Systems, dat de plastisol in de komkommerkwekerijen waar schade aan komkommerplanten is vastgesteld, van Corus afkomstig was. Ook deze betwisting is naar het oordeel van het hof onvoldoende toegelicht. Meteor Systems heeft een concrete, nauwgezet bijgehouden administratie overgelegd van het materiaal dat Green Meteor van Corus heeft afgenomen, in kweekgoten heeft verwerkt en aan komkommerkwekers heeft geleverd. Uit deze stukken (producties 18 tot en met 24 bij repliek in eerste aanleg) kan redelijkerwijs niets anders worden afgeleid dan dat Corus de desbetreffende plastisol aan Green Meteor heeft geleverd. Corus is op deze administratie niet ingegaan.
Aldus staat tussen partijen vast dat de betreffende kweekgoten door Green Meteor zijn vervaardigd uit door haar eind 2001 en begin 2002 van Corus betrokken plastisol, die door Corus op haar beurt was gekocht van [geïntimeerde].
Afspraken over de koop van plastisol, deugdelijkheid van de geleverde plastisol, bewijs
4.13.
Meteor Systems stelt onweersproken dat Green Meteor nieuwe teeltgoten aan komkommerkwekers heeft geleverd ter vervanging van de teeltgoten die met de van Corus betrokken plastisol waren vervaardigd en aan hen waren geleverd. De vordering van Meteor Systems tot vergoeding van een bedrag van € 218.240,75 betreft kosten die voor de levering van deze nieuwe teeltgoten zijn gemaakt.
Aan de orde is dan ook de vraag of Meteor Systems aanspraak kan maken op vergoeding van voormeld bedrag als schadevergoeding.
4.14.
Voor de beoordeling van deze op wanprestatie van Corus gebaseerde vordering is onder meer van belang in hoeverre partijen bij de totstandkoming en het aangaan van de overeenkomst voor de koop en verkoop van de plastisol over en weer:
- met elkaar hebben gesproken over welk product Green Meteor wilde kopen en voor welk doel Green Meteor dit product wilde gebruiken;
- op de hoogte waren (of behoorden te zijn) van (de mogelijkheid van) schade aan komkommerplanten door de toepassing van plastisol in teeltgoten.
4.14.1.
Meteor Systems stelt in dit verband dat Corus (bij monde van een zekere [getuige 1]) Green Meteor in 1999 vóór de totstandkoming van de overeenkomst heeft geadviseerd plastisol bij Corus af te nemen voor de toepassing in teeltgoten, met de mededeling dat Corus al geruime tijd plastisol aan Preforma, een concurrent van Green Meteor, verkocht. Corus heeft de geschiktheid van plastisol voor teeltgoten aan Green Meteor toegezegd en daarom heeft Green Meteor plastisol bij Corus gekocht, aldus Meteor Systems. Meteor Systems stelt dat Corus in 2001 bekend was met een (mogelijke) claim die een komkommerkweker had ingediend bij [geïntimeerde], omdat [geïntimeerde] deze claim tijdens een overleg met Corus op 24 april 2001 heeft gemeld. Corus heeft nagelaten Green Meteor hierover in te lichten, aldus Meteor Systems. Corus heeft, volgens Meteor Systems, Green Meteor ook niet verteld dat [geïntimeerde] de leverancier zou zijn van de plastisol. Green Meteor was volgens Meteor Systems (in 2001) niet bekend met die claim of de schade aan komkommerplanten door de toepassing van plastisol. Corus heeft ondeugdelijk plastisol geleverd, aldus Meteor Systems.
4.14.2.
Corus betwist deze stellingen gemotiveerd. Corus voert aan dat Green Meteor zonder nader overleg plastisol (van een bepaalde dikte en bepaalde afmetingen, zonder opgave van andere eisen of gewenste eigenschappen) heeft besteld en gekocht, [geïntimeerde] heeft aangewezen als gewenste toeleverancier en niets anders heeft gemeld dan dat zij werkzaam was in de kweekgotensector. Corus voert aan dat Green Meteor het idee heeft gehad en het initiatief heeft genomen plastisol te verwerken in kweekgoten en dat Corus op dit punt geen expertise in huis heeft, geen onderzoek heeft laten verrichten, plastisol nooit heeft aangeprezen als geschikt voor (kweekgoten voor) de komkommerteelt, geen enkele garantie (voor geschiktheid voor welk gebruik ook) heeft gegeven en niet wist wat het door Green Meteor gemelde gebruik ‘voor de kweekgotensector’ precies inhield. Op Green Meteor rustte dan ook een onderzoeksplicht, aldus Corus. [geïntimeerde] heeft oppervlakkig melding gemaakt van de voornoemde claim en deze als een bagatelkwestie (‘een wassen neus’) afgedaan en geen nadere inlichtingen verstrekt, aldus Corus. Corus voert aan dat zij bij de totstandkoming van de overeenkomst niet op de hoogte was van (a) het door Green Meteor voorgenomen gebruik van plastisol voor teeltgoten voor de teelt van komkommers of (b) de (mogelijke) schade aan komkommerplanten door toepassing van plastisol. Hieraan voegt Corus toe dat Green Meteor daarvan wel op de hoogte was gelet op diens expertise en contacten in de sector (Green Meteor ontwikkelde teeltgoten voor kweekplanten). Corus wijst erop dat plastisol veel wordt gebruikt voor dakbeplating en gevelbeplating in de bouw en daarvoor geschikt is. Corus heeft verklaringen overgelegd van betrokkenen zoals [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3].
4.15.
De stelplicht en bewijslast met betrekking tot feiten die leiden tot de conclusie dat Corus toerekenbaar tekort is geschoten, rust in beginsel, gelet op artikel 150 Rv, op Meteor Systems. Alvorens eventueel bewijs op te dragen acht het hof termen aanwezig een comparitie van partijen te gelasten, teneinde inlichtingen in te winnen en een minnelijke regeling te beproeven. De zaak spitst zich immers (onder meer) toe op (gestelde) gesprekken in 1999 en 2001 tussen Green Meteor en Corus over productspecificaties, producttoepassingen en eigenschappen van hetgeen is gekocht en geleverd, en op de (gestelde) wetenschap in 2001 van marktontwikkelingen (claims van komkommerkwekers). Het hof verzoekt partijen zich ter gelegenheid van de comparitie concreet, specifiek en duidelijk over deze punten uit te laten en zich te doen vergezellen door de personen die kunnen verklaren over relevante feiten zoals het tussen Green Meteor en Corus gevoerde overleg.
4.16.
De slotsom in de zaak tussen Meteor Systems en Corus is dat een comparitie van partijen zal worden gelast. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
in de zaak tussen Corus en [geïntimeerde]
4.17.
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, het volgende vast.
a. [geïntimeerde] heeft – door middel van terhandstelling aan Green Meteor – aan Corus plastisol geleverd, die Green Meteor heeft verwerkt in kweekgoten.
b. [geïntimeerde] heeft Corus met betrekking tot de geleverde plastisol twaalf facturen gestuurd, die Corus onbetaald heeft gelaten. [geïntimeerde] heeft in rechte betaling van deze facturen gevorderd. Corus heeft tot verweer een tegenvordering aangevoerd en zich beroepen op opschorting en verrekening. In dit geschil tussen partijen heeft dit hof bij arrest van 14 maart 2006 Corus veroordeeld tot betaling. Het hof heeft daarbij onder meer overwogen (productie 9 bij antwoord in appel):
4.2.3.
Corus is door Meteor aansprakelijk gesteld en in vrijwaring opgeroepen ter zake van de claims van vijf afnemers van Meteor, allen komkommerkwekers. De afnemers stellen dat de komkommeroogst is mislukt, hetgeen zij wijten aan het gebruik van van Meteor afkomstige kweekgoten. (…)
4.5.2. (…)
Corus heeft zich erop beroepen dat de door [geïntimeerde] afgeleverde Plastisol niet aan de overeenkomst beantwoordde doordat het niet de eigenschappen bezat die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. In reactie hierop heeft [geïntimeerde] gesteld dat zij, voorafgaande aan de door Corus gedane bestellingen, bij fax van 5 april 2001 de datasheets van de Plastisol aan Corus heeft gezonden. Deze datasheets bevatten - kort gezegd - de productinformatie met betrekking tot het door [geïntimeerde] geleverde Plastisol. Corus heeft niet gesteld dat het geleverde Plastisol niet voldeed aan de gegevens van de datasheets, zodat in dit opzicht geen sprake is van een tekortkoming van [geïntimeerde]. Aan Corus komt dus op deze grond geen opschortingsrecht of beroep op verrekening toe.
4.5.3.
Corus onderbouwt haar stelling voorts aldus dat het [geïntimeerde] bekend was dat de Plastisol toegepast zou gaan worden ten behoeve van kweekgoten. Afnemers van Meteor hebben erover geklaagd dat in het gebruikte materiaal een voor komkommers schadelijke stof zou zitten. Corus houdt [geïntimeerde] hiervoor aansprakelijk.
4.5.4.
Dit beroep van Corus faalt op grond van de navolgende overweging.
[geïntimeerde] heeft vóór het sluiten van de overeenkomst aan Corus meegedeeld dat zij een claim vanuit de kweekgotensector had ontvangen. Corus heeft dit niet betwist. In het door haarzelf opgemaakte bezoekverslag van de bijeenkomst van partijen op 24 april 2001 staat:‘Greenhouse guttering: zelf heeft RR [[geïntimeerde]] een claim ontvangen uit deze sector.’
Aldus heeft [geïntimeerde] aan haar mededelingsplicht voldaan. Het lag vervolgens op de weg van Corus om, indien dit voor haar bij het aangaan van de overeenkomst van belang was, daarnaar nader onderzoek in te stellen. Corus heeft dat echter nagelaten.
Corus heeft hierover nog gesteld dat [geïntimeerde] niet in detail is ingegaan op die claim, hetgeen [geïntimeerde] overigens betwist. Indien het hof er veronderstellenderwijs vanuit zou gaan dat [geïntimeerde] inderdaad niet in detail op de claim is ingegaan, kan dit Corus nog niet baten. Op Corus rustte de verplichting onderzoek naar de mededeling te doen indien het onderwerp voor haar van belang was. Corus had uit de mededeling moeten begrijpen dat het gebruik van het door [geïntimeerde] vervaardigde plastisol voor kweekgoten onder omstandigheden bij de teelt van bepaalde gewassen problemen kon opleveren. Indien die problemen dan vervolgens inderdaad bij een bepaald gewas optreden, kan daar in de gegeven omstandigheden niet de gevolgtrekking aan verbonden worden dat het door [geïntimeerde] geleverde plastisol, dat voldeed aan de specificaties op het betreffende datasheet, niet aan de overeenkomst beantwoordde.
4.5.5.
Al hetgeen Corus voor het overige heeft aangevoerd, kan niet tot een andere beslissing leiden. Hieruit volgt dat op [geïntimeerde] geen schadevergoedingsplicht is komen te rusten. Aan Corus komt derhalve geen opschortingsrecht of beroep op verrekening toe. (…).
4.18.
Corus heeft in eerste aanleg gevorderd voor recht te verklaren dat [geïntimeerde] jegens Corus en Meteor tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tot levering van plastisol en jegens Corus aansprakelijk is voor alle schade, geleden ten gevolge van die toerekenbare tekortkomingen door [geïntimeerde]. Verder heeft Corus gevorderd [geïntimeerde] te veroordelen tot vergoeding van schade en tot vrijwaring in verband met vorderingen van (onder meer) Meteor en diens afnemers ten gevolge van ondeugdelijke teeltgoten.
4.19.
De rechtbank heeft het gevorderde afgewezen en Corus in de proceskosten veroordeeld.
4.20.
Corus heeft grieven aangevoerd (onder 2 van haar memorie van grieven). Corus vordert dat [geïntimeerde] wordt veroordeeld tot betaling aan haar van al hetgeen Corus ingevolge dit arrest aan Meteor moet betalen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding.
4.21.
[geïntimeerde] beroept zich op het voormelde arrest van 14 maart 2006. [geïntimeerde] voert aan dat dit arrest gezag van gewijsde heeft tussen partijen.
Corus bestrijdt dat gezag van gewijsde toekomt aan het arrest van 14 maart 2006. De procedure die tot dat arrest heeft geleid, betrof volgens Corus een andere vordering (een vordering tot betaling van facturen en een tegenvordering tot schadevergoeding met een beroep op opschorting en verrekening) dan de onderhavige procedure (die een vordering tot schadevergoeding betreft). Daarnaast wijst Corus erop dat zij zich in de procedure die heeft geleid tot het arrest van 14 maart 2006 bij wijze van verweer heeft beroepen op opschorting (naar het hof begrijpt: van haar betalingsverplichting jegens [geïntimeerde] op grond van een door haar gestelde vordering tot schadevergoeding op [geïntimeerde] wegens door laatstgenoemde gepleegde wanprestatie) en dat dit verweer niet uitmondde in een onderzoek ten gronde en een oordeel over de geleverde plastisol.
4.22.
Het hof is van oordeel dat het beroep van [geïntimeerde] op het gezag van gewijsde van het arrest van 14 maart 2006 slaagt.
Zowel in de procedure die tot het arrest van 14 maart 2006 heeft geleid als in de onderhavige procedure staat de vraag centraal of Corus tegenover [geïntimeerde] aanspraak kan maken op een vergoeding in verband met de door Corus gestelde ondeugdelijkheid van de door [geïntimeerde] geleverde plastisol en derhalve door [geïntimeerde] gepleegde wanprestatie. Over dit geschilpunt, deze rechtsbetrekking in geschil, heeft het hof in het arrest van 14 maart 2006 een oordeel gegeven, namelijk dat [geïntimeerde] datasheets heeft verstrekt, (summier) een door haar ontvangen claim van een kweker heeft gemeld en Corus aldus voldoende heeft geïnformeerd, zodat het op de weg van Corus lag onderzoek te doen indien zij dat nodig vond. De stelling van Corus, dat de geleverde plastisol niet aan de overeenkomst beantwoordde, oordeelde het hof onjuist, zodat Corus naar het oordeel van het hof geen aanspraak kon maken op vergoeding van schade in verband met de gestelde ondeugdelijkheid van de plastisol. De stelling van Corus in de onderhavige procedure, dat in de procedure die heeft geleid tot het arrest van 14 maart 2006 een andere vordering aan de orde was, oordeelt het hof daarom onjuist, althans niet relevant. Bij de beantwoording van de vraag of gezag van gewijsde toekomt aan een arrest gaat het niet om de vordering, maar om het geschilpunt, de rechtsbetrekking in geschil. Uit het arrest van 14 maart 2006 kan, anders dan Corus betoogt, redelijkerwijs niets anders worden afgeleid dan dat het hof in dat arrest een oordeel heeft gegeven over het voormelde geschilpunt met betrekking tot de gestelde ondeugdelijkheid van de geleverde plastisol en de aanspraak van Corus op een vergoeding. Het feit dat, zoals Corus thans stelt, aan dat oordeel geen onderzoek ten gronde voorafgegaan zou zijn, waarmee Corus kennelijk doelt op bewijslevering c.q. een deskundigenonderzoek, doet aan het voorgaande niet af. Sprake blijft van een oordeel over de rechtsbetrekking in geschil in het arrest van 14 maart 2006. Tussen partijen staat daarom vast dat Corus geen aanspraak kan maken op vergoeding van schade in verband met de gestelde ondeugdelijkheid van de geleverde plastisol.
4.23.
De slotsom van het voorgaande is dat het door Corus gevorderde moet worden afgewezen en dat Corus als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moet worden veroordeeld. In dit stadium zal, gelet op de comparitie die in de zaak tussen Meteor Systems en Corus zal plaatsvinden, iedere beslissing worden aangehouden.

5.De uitspraak

Het hof:
in de zaak tussen Meteor Systems en Corus
bepaalt dat Meteor Systems en Corus, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en die tot het treffen van een minnelijke regeling bevoegd is, zullen verschijnen voor mr. Frakes, raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te ’s-Hertogenbosch, tot het hiervoor onder 4.15 en 4.16 omschreven doel;
verwijst de zaak naar de rol van 3 juni mei 2014 voor opgave van de verhinderdata van partijen en hun advocaten in de periode van 4 tot 12 weken na de datum van dit arrest;
houdt iedere verdere beslissing aan;
in de zaak tussen Corus en [geïntimeerde]
houdt iedere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.W.T. Vriezen, J.C.J. van Craaikamp en L.S. Frakes, en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 20 mei 2014.