Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
HD 200.126.394/01van
HD 200.126.393/01van
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om hoger beroep van twee appellanten, [holding] Holding B.V. en [industries] Industries B.V., tegen RSM Services N.V. De appellanten hebben in eerste aanleg verloren en zijn veroordeeld tot betaling van onbetaalde facturen aan RSM. De vorderingen van RSM betreffen bedragen van € 18.200,82 en € 54.910,35, die zijn ontstaan uit overeenkomsten van opdracht voor accountancy werkzaamheden. De appellanten hebben in reconventie vorderingen ingesteld tegen RSM, onder andere tot terugbetaling van reeds betaalde bedragen en het opheffen van conservatoir beslag. De kern van het geschil draait om de vraag of de appellanten tijdig hebben gereclameerd tegen de facturen van RSM en of de algemene voorwaarden van RSM van toepassing zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten tijdig hebben gereclameerd, waardoor hun recht van reclame niet is vervallen. Het hof heeft ook geoordeeld dat deskundigenonderzoek noodzakelijk is om de redelijkheid van de door RSM in rekening gebrachte bedragen te beoordelen. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van akten en verdere beslissingen zijn aangehouden.