4.1.Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
a. Partijen zijn zuster en broer.
b. In 1982 is de Stichting Kleinschalige Werkgelegenheid (hierna: SKW) opgericht door de heer [voormalige partner van appellante], destijds de partner van [appellante]. [appellante] was bestuurder van SKW vanaf juni 1986. [voormalige partner van appellante] is overleden op 5 januari 1997. Tot dat moment heeft SKW een aantal onroerende zaken, alle gelegen te [vestigingsplaats], in eigendom verworven. Eén van die onroerende zaken was de voormalige kleuterschool aan de [perceel]. Op de benedenverdieping van dit gebouw was gevestigd een gemeentelijke instelling op het gebied van kinderopvang, genaamd KION. De bovenverdieping werd – onder meer – gebruikt ten behoeve van een (middellijk dan wel onmiddellijk) door [voormalige partner van appellante] en [appellante] geëxploiteerde verkeersschool annex rijschool.
c. [geïntimeerde] is vanaf de oprichting in 1997 enig statutair bestuurder van de Stichting Mens & Ontwikkeling (hierna: SMO). SMO exploiteert een aantal kinderdagverblijven (hierna: de kinderdagverblijven) onder de naam ‘Nannies’. [appellante] heeft vanaf 1997 tot 1999 onbezoldigd werkzaamheden verricht voor SMO. [appellante] is vanaf 1999 tot 2007 bij SMO in dienst geweest in de functie van directeur.
d. Partijen houden ieder de helft van de aandelen in Mens & Werk Beheer B.V. (hierna: M&W Beheer). Zij zijn de twee gezamenlijk bevoegde bestuurders van M&W Beheer, die onder meer ondersteunende diensten ten behoeve van de kinderdagverblijven heeft verleend. [geïntimeerde] is vanaf 1 april 2004 in dienst van M&W Beheer in de functie van directeur.
e. Partijen hebben over de jaren 2003, 2004 en 2005 – [appellante] ten laste van SMO, [geïntimeerde] ten laste van M&W Beheer – een vergoeding ontvangen (genaamd: tantième) naast hun loon.
f. SMO heeft begin 2007 Nannies Beheer B.V. (hierna: Nannies Beheer) opgericht. Nannies Beheer heeft vervolgens werkmaatschappijen opgericht, waarin de verschillende kinderopvangactiviteiten van SMO zijn ingebracht. [geïntimeerde] is enig aandeelhouder en bestuurder van Nannies Beheer. [appellante] was vanaf begin 2007 in dienst van Nannies Beheer.
g. Vanaf de eerste helft van 2007 zijn geschillen ontstaan tussen partijen en de door hen beheerste rechtspersonen.
h. Partijen zijn op 12 april 2007 (mede namens SMO en M&W Beheer) overeengekomen een door hen schriftelijk vastgelegde handelwijze te volgen met betrekking tot de aankoop van een perceel grond (hierna: het perceel) in [plaats 1] (gemeente Nijmegen) voor een nieuw kinderdagverblijf (hierna: de vaststellingsovereenkomst, productie 9 bij dagvaarding in eerste aanleg). Zij zijn in het bijzonder overeengekomen dat:
- M&W Beheer het perceel zou aankopen mits M&W Beheer voldoende financiering zou kunnen regelen;
- indien dit niet zou lukken, dan zouden partijen en SMO een nieuwe vennootschap oprichten die het perceel zou aankopen;
- partijen zouden de twee gezamenlijk bevoegde bestuurders van de nieuwe vennootschap worden;
- partijen zouden ieder 34% van de aandelen in de nieuwe vennootschap houden; SMO zou de resterende aandelen (32%) houden.
M&W Beheer heeft op 12 april 2007 het perceel in eigendom verkregen.
Partijen gaven elkaar een machtiging tot uitvoering van de vaststellingsovereenkomst.
Na 12 april 2007 is verder weinig gebeurd ter uitvoering van de voormelde afspraken.
i. De gemeente Nijmegen heeft aan zowel M&W Beheer als Nannies Beheer een vergunning verleend voor de bouw van tijdelijke huisvesting van een kinderdagverblijf op een lokatie naast het perceel. Deze lokatie was eigendom van ABC Vastgoed. Nannies Beheer heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunningverlening aan M&W Beheer. ABC Vastgoed heeft partijen laten weten geen partij te willen kiezen in het geschil tussen partijen en daarom aan geen van beiden toestemming te verlenen voor de bouw van de tijdelijke huisvesting.
j. In gerechtelijke procedures tussen partijen dan wel de door hen beheerste rechtspersonen is het volgende beslist:
- de arbeidsovereenkomst tussen [appellante] en Nannies Beheer is ontbonden met ingang van 18 maart 2008 onder toekenning aan [appellante] van een vergoeding van € 61.754,40 bruto;
- [appellante] en [geïntimeerde] zijn geschorst en later ontslagen als bestuurders van SKW en het vermogen van SKW is vereffend door een door de rechtbank aangestelde bestuurder;
- de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft op verzoek van [appellante] een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken in M&W Beheer; mr. H.C. den Hollander te [kantoorplaats] heeft dit onderzoek uitgevoerd en daarover aan de ondernemingskamer gerapporteerd (rapport van 18 september 2007, productie 8 bij dagvaarding in eerste aanleg, productie 30 bij antwoord in eerste aanleg);
- de ondernemingskamer heeft voorts mr. O.J.H.M. van Eijndhoven te [kantoorplaats] aangesteld tot bestuurder van M&W Beheer;
- [geïntimeerde] is veroordeeld aan [appellante] inzage en afschrift te geven van de administratie van M&W Beheer, hij heeft dit niet goed gedaan en hij is bij arrest van 2 oktober 2012 van dit hof (productie 2 bij memorie van grieven in principaal appel) veroordeeld € 25.000,- aan verbeurde dwangsommen aan [appellante] te betalen;
- [appellante] en Nannies Beheer hebben tegen elkaar vorderingen ingesteld tot nakoming van verplichtingen uit de vaststellingsovereenkomst, dan wel tot vergoeding van schade; deze vorderingen zijn afgewezen;
- Nannies Beheer is bij arrest van 18 december 2012 van het gerechtshof Arnhem (productie 3 bij memorie van grieven in principaal appel) veroordeeld € 100.000,- netto, te vermeerderen met de wettelijke rente, aan [appellante] te betalen ter vergoeding van haar tantième vanaf 2006 tot 18 maart 2008.