4.1.In onderdeel 2 van het vonnis van 20 januari 2010, onder het kopje “Het geschil”, heeft de rechtbank een aantal feiten weergegeven. Tegen deze feiten zijn geen grieven aangevoerd, zodat het hof ook in het hoger beroep van deze feiten zal uitgaan. Voorts zijn nog enkele andere feiten als enerzijds gesteld en anderzijds niet voldoende gemotiveerd betwist in hoger beroep komen vast te staan. Het hof zal in verband met de leesbaarheid van dit arrest hieronder beknopt weergeven welke feiten uitgangspunt vormen bij dit hoger beroep.
a. Bij overeenkomst van 4 december 2008 (hierna: de koopovereenkomst, prod. 2 inl. dagv.) hebben [FBI] B.V., [verkoper 2.] en [verkoper 3.] een groot aantal appartementsrechten te [plaats] aan Property B.V. verkocht voor de koopsom van € 2.600.000,--. In de koopovereenkomst is een ontbindende voorwaarde opgenomen voor het geval kort gezegd Property B.V. niet uiterlijk op 31 december 2008 een toezegging zou krijgen van een erkende geldverstrekkende instantie voor de financiering van maximaal 90 % van de koopprijs. Levering diende plaats te vinden op 1 april 2009. In artikel VI lid 2 onder b van de bij de koopovereenkomst behorende Algemene bepalingen staat vermeld dat de koper in geval van niet (tijdige) nakoming een boete verbeurt van 10 % van de koopsom. Artikel 8 van de koopovereenkomst bepaalt dat Property B.V. geen waarborgsom behoeft te storten of een bankgarantie behoeft te stellen tot zekerheid voor de nakoming van haar verplichtingen.
b. Ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst en nadien hield Projectregisseurs B.V. alle aandelen in Property B.V. en was Projectregisseurs B.V. enig bestuurder van Property B.V. [geintimeerde 2.] hield tezamen met [mede-aandeelhouder] alle aandelen in Projectregisseurs B.V. en was enig bestuurder van Projectregisseurs B.V.
c. Op 1 april 2009 heeft geen levering van de appartementsrechten plaatsgevonden. Property B.V. heeft geen beroep gedaan op de hiervoor genoemde ontbindende voorwaarde.
d. Bij aangetekende brief van 2 april 2009 aan [geintimeerde 2.] in zijn hoedanigheid van (middellijk) bestuurder van Property B.V. (prod. 4 inl. dagv.) heeft [FBI] B.V. Property B.V. in gebreke gesteld en aangezegd om uiterlijk op 11 april 2009 alsnog na te komen. In deze brief is tevens meegedeeld dat in geval van niet nakoming de koopovereenkomst van rechtswege ontbonden zal zijn en de boete van € 260.000,-- verschuldigd is.
e. Bij brief van 9 april 2009 aan [verkoper 2.] (prod. 5 inl. dagv.) heeft [geintimeerde 2.] namens Property B.V. meegedeeld dat hij net te horen had gekregen dat de financiering rond was en dat hij verwachtte dat in de tweede week na Pasen de waarborgsom ter grootte van 10 % van de koopsom alsnog gestort zou worden. In deze brief heeft Property B.V. aangeboden om de koopsom met € 50.000,-- te verhogen omdat de waarborgsom niet - zoals door [FBI] B.V. eind maart 2009 was gevraagd - op 1 april 2009 was gestort. [FBI] B.V. heeft met dit voorstel ingestemd waarbij overeengekomen is dat levering zou plaatsvinden op 15 mei 2009.
f. Bij e-mail van 22 april 2009 (prod. 6 inl. dagv.) heeft Property B.V. zich nog altijd bereid en in staat verklaard de appartementen af te nemen en te betalen rond 18 mei 2009 en een schadevergoeding te betalen van € 50.000,-- in verband met de vertraging in de nakoming van de levering. Bij e-mail van 5 mei 2009 (prod. 6 inl. dagv.) heeft [FBI] B.V. hiermee ingestemd op voorwaarde dat Property B.V. de appartementen op de nieuw afgesproken datum van 18 mei 2009 zou afnemen.
g. Noch op 18 mei 2009 noch nadien heeft levering van de appartementen aan Property B.V. plaatsgevonden.
h. [FBI] B.V. heeft Property B.V. bij de rechtbank Maastricht gedagvaard in verband met een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank heeft bij deeleindvonnis van 21 september 2011 voor recht verklaard dat Property B.V. aansprakelijk is op grond van toerekenbare tekortkoming, heeft de koopovereenkomst ontbonden en Property B.V. veroordeeld tot betaling aan [FBI] B.V. van een bedrag van € 260.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening. Bij eindvonnis van 28 december 2011 heeft de rechtbank Property B.V. in de proceskosten veroordeeld, de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de vordering van [FBI] B.V. voor het overige (verwijzing naar schadestaatprocedure) afgewezen. Dit vonnis is inmiddels onherroepelijk geworden.
i. Property B.V. heeft niet voldaan aan deze veroordeling.
4.2.1[FBI] B.V. heeft – in dezelfde dagvaarding als in de zaak tegen Property B.V. - in eerste aanleg jegens Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] gevorderd
- te verklaren voor recht dat Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad;
- Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] te veroordelen om een schadevergoeding te betalen van € 260.000,--, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] te veroordelen tot betaling van de door [FBI] B.V. geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten, beslagkosten en de kosten van de procedure.
4.2.2Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] hebben verweer gevoerd.
4.2.3De rechtbank heeft de in 4.2.1 genoemde vorderingen afgewezen en [FBI] B.V. veroordeeld in de proceskosten van Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.].
4.3.1Bij memorie van grieven heeft [FBI] B.V. haar eis gewijzigd in die zin dat zij in hoger beroep vordert:
I: te verklaren voor recht dat Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] aansprakelijk zijn voor de door [FBI] B.V. geleden en nog te lijden schade als gevolg van de door hen jegens [FBI] B.V. gepleegde onrechtmatige daden;
II: een veroordeling van Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] om aan [FBI] B.V. te betalen primair een bedrag van € 1.119.967,12 en subsidiair etc. diverse (lagere) bedragen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 21 december 2011;
III: Projectregisseurs B.V. en [geintimeerde 2.] te veroordelen in de kosten van de procedure in eerste aanleg en hoger beroep met rente en nakosten.
4.3.2Tegen Projectregisseurs B.V. is in hoger beroep verstek verleend. Niet gebleken is dat [FBI] B.V. Projectregisseurs B.V. op de wijze van art. 130 lid 3 Rv jo art. Rv op de hoogte heeft gesteld van deze eiswijziging, zodat de gewijzigde eis, voor zover deze anders luidt dan die in de eerste aanleg, niet jegens Projectregisseurs B.V. geldt.
In de zaak tegen [geintimeerde 2.] zal het hof uitgaan van de gewijzigde eis, zoals hiervoor verkort is weergegeven.