10.2.[appellant] heeft op 16 oktober 2013 vier getuigen voorgebracht, en wel zichzelf, [geïntimeerde], mevrouw [brigadier van politie], brigadier van politie, en mevrouw [hoofdagent/zedenrechercheur], hoofdagent/zedenrechercheur bij de politie Zeeland-West-Brabant.
De getuigen hebben als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
[appellant]:
Hij is nog eens goed nagegaan wat er is gekomen uit de sessies bij de hypnoregressietherapeut. Hij heeft een lijstje gemaakt met data van feiten, dat hem dient als geheugensteuntje. Hij heeft [geïntimeerde] leren kennen in 1983. [geïntimeerde] woonde aan de [straat 1.], in een buurt die in 1983 is gebouwd en grensde aan die van zijn ouderlijk huis. [appellant] was toen 8 jaar oud. Hij ging fietsen met [geïntimeerde]. [geïntimeerde] vroeg hem een sportbroek aan te trekken, zonder onderbroek. Tijdens het omkleden kleedden zij zich beiden uit tot zij naakt waren. [geïntimeerde] kleedde zich bij de Rijense Brug uit en vroeg [appellant] hem te betasten, hij betastte ook [geïntimeerde], op een seksueel getinte manier aan de geslachtsdelen. Er waren daarna contacten in het zwembad te [plaats 1] (in 1984, na herbouw van het zwembad). [geïntimeerde] en [appellant] zaten in het bubbelbad. [geïntimeerde] zat in de slip van [appellant] en verlangde dat [appellant] dat bij hem deed. [geïntimeerde] kreeg een erectie en na verloop van tijd [appellant] ook. In 1984/1985 waren er ook contacten bij [geïntimeerde] thuis. [geïntimeerde] gaf [appellant] ook tongzoenen. Hij weet dat nog omdat [geïntimeerde] een kunstgebit droeg. Soms reed [appellant] een stukje met [geïntimeerde] mee in de auto, dan begon [geïntimeerde] hem af te trekken en hij verwachtte dat ook van [appellant]. In die tijd is [appellant] voor het eerst klaargekomen. Hij was toen 10 à 11 jaar oud. Hij ging ook met [geïntimeerde], diens vriendin [vriendin van geintimeerde] en haar kinderen naar de Galderse meren. Toen [appellant] bij [geïntimeerde] op de rug zat kwam [geïntimeerde] met zijn hand in de slip van [appellant], zat aan zijn billen en anus en probeerde een vinger naar binnen te werken. [appellant] dacht dat hij toen nog op de basisschool zat. In die periode, het kan 1989/1990 zijn geweest, hebben [geïntimeerde] en [vriendin van geintimeerde] een huis gekocht aan de [straat 2.] of [straat 3.] in [plaats 1], vlakbij het ouderlijk huis ven [appellant]. [geïntimeerde] had daar een eigen kantoor achter de garage, dat afgesloten kon worden. Daar gingen de contacten veel verder. [appellant] kwam er op woensdagmiddag, zij kleedden zich uit en trokken elkaar af. [geïntimeerde] heeft [appellant] toen anaal ontmaagd, wat [appellant] pijnlijk en zeer onprettig vond. [geïntimeerde] is in [appellant] klaargekomen, wat [appellant] achteraf vernederend vond. Zij hadden toen vaak anaal contact. [appellant] was toen 11 of 12 jaar oud. [geïntimeerde] heeft hem ook afgezogen. De contacten vonden minstens 40 keer plaats. Dat was eerst bijna wekelijks, later minder frequent. Het gebeurde in het kantoor, buiten, in de auto en in de slaapkamer van [geïntimeerde]. [appellant] beschrijft het kantoor en de slaapkamer op zolder. De auto waar de seksuele contacten in plaats vonden was een Opel Kadett. De seksuele contacten eindigden toen [appellant] puber werd en naar de middelbare school in [plaats 2] ging. Het is niet juist, zoals [geïntimeerde] heeft verklaard, dat er drie intieme vrijpartijen hebben plaatsgevonden, toen [appellant] 15 of 16 jaar oud was. De anale contacten vonden onbeschermd, zonder condoom, plaats.
[geïntimeerde]:
Ter voorbereiding heeft [geïntimeerde] globaal de stukken doorgenomen en de zaak nog eens met zijn vrouw besproken. Hij heeft data opgezocht en op papier gezet als geheugensteuntje.
Medio 1984 is hij aan de [straat 1.] in [plaats 1] komen wonen. Begin 1986 heeft hij [appellant] leren kennen bij het schaatsen op een slootje in de buurt. In 1985 leerde hij [vriendin van geintimeerde] kennen, hij is eind 1985/begin 1986 bij haar aan de [straat 4.] gaan inwonen. Hij was toen ook nog geregeld aan de [straat 1.]. Op 14 januari 1988 is hij met [vriendin van geintimeerde] getrouwd, later in 1988 zijn zij aan de [straat 3.] in [plaats 1] gaan wonen. [appellant] is een paar keer bij hem aan de [straat 1.] op bezoek geweest. Hij is dacht hij twee keer met hem gaan fietsen, naar [plaats 3] langs het kanaal en naar de zwemput bij [plaats 4]. Hij dacht dat [appellant] toen 12 of 13 jaar was. Hij weet niet welke kleding zij toen droegen. Er hebben toen geen seksuele contacten plaatsgevonden, misschien een stoeipartijtje. Hij herinnert zich dat hij een keer samen met [appellant] in het zwembad was. [geïntimeerde] was er met de jongste zoon van [vriendin van geintimeerde]. [appellant] hing constant aan zijn lijf, en kon niet van hem afblijven. Hij zat ook in het kruis van [geïntimeerde]. Dat was in het bubbelbad. [geïntimeerde] zei dat hij op moest houden met die onzin. [appellant] was toen een jaar of 14 en zat op de middelbare school. [geïntimeerde] bevestigt dat hij voor ¾ van zijn gebit een kunstgebit heeft. [appellant] is een keer met [geïntimeerde] en diens gezin mee geweest naar de Galderse meren. [geïntimeerde] is met hem meegelopen toen [appellant] een grote boodschap moest doen. Daarna sprong [appellant] op de rug van [geïntimeerde], met zijn broek naar beneden. [geïntimeerde] heeft hem gezegd op te houden en zijn broek weer aan te doen. [appellant] was toen een jaar of 12 en zat nog op de basisschool. Aan de [straat 3.] had [geïntimeerde] geen eigen kantoor. Er was een garage die in tweeën is gedeeld, een deel garage en een deel slaapkamer van de jongste zoon. Die kamer kon niet worden afgesloten. Hij heeft [appellant] een keer op diens verzoek het hele huis laten zien, zijn vrouw was daar bij. Het is niet waar dat hij in die kamer of in de slaapkamer seksueel contact met [appellant] heeft gehad. En ook niet dat hij vaak met [appellant] een eindje ging rijden. [appellant] heeft wel eens bij hem in de auto gezeten. Hij heeft drie keer een intieme vrijpartij met [appellant] gehad, een keer in de auto (vermoedelijk een Opel Kadett stationcar), een keer bij de Put, een zwemplas, in 1988/1989, en een keer in de polder, waarheen [appellant] waarschijnlijk met hem is meegefietst. Zij betastten elkaar dan en trokken elkaar over en weer af. Hij weet niet of zij zijn klaargekomen. Hij heeft [appellant] nooit gezoend en er heeft geen anaal contact plaatsgevonden. Bij die contacten was [appellant] 14/15 jaar en het initiatief ging van [appellant] uit. Hij zag [appellant] niet meer dan 3 of 4 keer per jaar. Toen [appellant] een jaar of 15 was is het contact beëindigd.
[brigadier van politie]:
Zij heeft het proces-verbaal van aangifte dat zij op 8 december 2004 heeft opgemaakt, doorgelezen. Zij kan zich niets van deze kwestie herinneren, ook niet dat zij [geïntimeerde] heeft gehoord. Haar collega zegt dat iemand anders dan [brigadier van politie] [geïntimeerde] heeft gehoord.
[hoofdagent/zedenrechercheur]:
Zij heeft de aangifte doorgelezen en het werkjournaal opgevraagd. Het proces-verbaal heeft zij op 8 december 2004 samen met [brigadier van politie] opgemaakt. Zij heeft met een collega een maand of twee later met [geïntimeerde] gesproken. [geïntimeerde] heeft toen verteld dat hij in het verleden pedofiele gevoelens had. Daar had hij de voorafgaande 20 jaar niets mee gedaan. [geïntimeerde] zei dat hij voor [appellant] gevoelens had gehad, dat hij toen te ver was gegaan en dat er over en weer seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Zij herinnert zich niet de details van het gesprek. Volgens haar heeft [geïntimeerde] gezegd dat er geen penetratie had plaatsgevonden. Zij herinnert zich ook dat [appellant] dacht dat de seksuele handelingen hadden plaatsgevonden toen hij 11 of 12 was, en dat [geïntimeerde] zei dat [appellant] toen 13 of 14 was.
10.3.1.[appellant] heeft bij memorie na enquête zijn vordering met betrekking tot het verlies arbeidsvermogen ingetrokken. Hij motiveert dit door te stellen dat de erkenning van het seksueel misbruik, al is het in volgens [appellant] te beperkte omvang, voor hem een belangrijk doel is naast vergoeding van schade.
Anderzijds heeft [appellant] zijn vordering tot vergoeding van immateriële schade vermeerderd tot een bedrag van € 20.000,-- met wettelijke rente vanaf 28 maart 2006. [appellant] zoekt daarbij aansluiting bij een rapport van de Commissie Lindenbergh (2011) dat is uitgebracht in verband met het seksueel misbruik in de katholieke kerk, waarbij een model is uitgewerkt van vijf categorieën van financiële compensatie, naar gelang de ernst van het misbruik. Het misbruik door [geïntimeerde] valt volgens [appellant] in categorie 3 (“een langere periode van betasting van intieme delen, afhankelijk van frequentie, zwaarte en bijkomende omstandigheden: compensatie tussen € 10.000 en € 20.000”). Hij stelt dat de volgende omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen: zijn jeugdige leeftijd (11 tot 13 jaar), niet alleen betasten van intieme delen maar aftrekken en ervoor houden van de penis, drie maal binnen enkele jaren, dat [geïntimeerde] nu, in tegenstelling tot zijn verklaring bij de politie, verklaart dat het initiatief van [appellant] is uitgegaan, dat hij verklaart zich niet voor te kunnen stellen dat [appellant] daardoor schade heeft geleden en dat zijn eis tot vergoeding in de huidige claimcultuur thuis hoort, dat [geïntimeerde] het tot deze lange procedure heeft laten komen en pas in een zeer laat stadium aard en omvang van het misbruik heeft beschreven en erkend.
10.3.2.[appellant] heeft voorts een door hem opgevraagd proces-verbaal van bevindingen van de politie Midden en West Brabant van 4 november 2005 opgevraagd en overgelegd. Daarin is verslag gedaan van een onder meer door de getuige [hoofdagent/zedenrechercheur] op 20 september 2005 gevoerd gesprek met [geïntimeerde]. Dit verbaal luidt, voor zover hier van belang:
“
Ik […..] vertelde [geïntimeerde] dat [….] er bij ons een zedenincident was gemeld waarin hij als verdachte genoemd werd. Wij verbalisanten hoorden dat [geïntimeerde] vertelde dat hij altijd al pedofiele neigingen heeft gehad, maar dat er de laatste twintig jaar geen incidenten meer voor hebben gedaan. Ik [….] vroeg aan [geïntimeerde] wat er daarvoor dan had plaatsgevonden. Daar gaf [geïntimeerde] geen antwoord op. Vervolgens werd door mij de naam [roepnaam appellant] genoemd. Wij verbalisanten hoorden dat [geïntimeerde] toen ondermeer zei dat hij daar inderdaad te ver mee was gegaan. Hij vertelde dat die jongen zo’n aantrekkingskracht op hem had, dat hij zich daar niet in kon bedwingen. Dat [roepnaam appellant] toen 12 of 13 jaar oud was. Dat ze elkaar betast hebben en elkaar hebben afgetrokken en dat hij zijn penis er voor heeft gehouden, maar niet bij hem naar binnen is gegaan. Wij verbalisanten vertelden dat [roepnaam appellant] door dit gebeuren geestelijk erg veel geleden heeft. Wij verbalisanten hoorden dat [geïntimeerde] dit heel erg vond en dat hij graag een gesprek met [roepnaam appellant] zou willen. [….] Door ons verbalisanten werd aan [geïntimeerde] meegedeeld dat wij het gesprek terug zouden koppelen aan de aangever. Dit vond hij prima.[…]”
[appellant] stelt dat de verklaring van [geïntimeerde] als getuige op niet onbelangrijke punten niet spoort met hetgeen hij op 20 september 2005 tegenover de politie heeft verklaard (leeftijd van [appellant] ten tijde van het misbruik, initiatief van [geïntimeerde] zelf of van [appellant]). Dat moet volgens [appellant] gevolgen hebben voor de hoogte van de immateriële schadevergoeding, omdat [appellant] aldus opnieuw niet serieus wordt genomen en als het ware de schuld bij het slachtoffer wordt gelegd.
10.3.3.[appellant] wijzigt bij memorie na enquête zijn eis onder nummer 1, 2 en 3 van het petitum (mvgr p. 18-20) aldus, dat het gevorderde sub 2 wordt ingetrokken en het gevorderde sub 1 en 3 thans luiden:
1. te verklaren voor recht dat [geïntimeerde] zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig seksueel misbruik jegens [appellant] toen deze 12 tot 13 jaar oud was en aldus onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] en deswege gehouden is tot vergoeding van de geleden en nog te lijden schade;
3. [geïntimeerde] te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [appellant] te betalen de somma van € 20.000,-- ten titel van smartengeld, te vermeerderen met ede wettelijke rente daarover vanaf de dag van de inleidende dagvaarding van 28 maart 2006 tot aan de dag der algehele voldoening dan wel tot een zodanig bedrag vermeerderd met wettelijke rente vanaf zodanige datum als het gerechtshof juist zal oordelen.
De overige vorderingen (4 t/m 10) heeft [appellant] gehandhaafd. [appellant] heeft door het misbruik beschadigingen opgelopen, ook als niet vastgesteld kan worden dat sprake is van verkrachting.