30gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
2:
zij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 januari 2011 tot en met
06 juni 2011 te Oss tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Enexis, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s).
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
zij op tijdstippen in de periode van 31 januari 2011 tot en met 6 juni 2011 te Oss tezamen en in vereniging met anderen telkens opzettelijk heeft geteeld in een pand aan [adres]
een hoeveelheid van 431 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2:
zij in de periode van 31 januari 2011 tot en met 6 juni 2011 te Oss tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door het hof gebruikte bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkort arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort arrest. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort arrest gehecht.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit of die bewezen verklaarde feiten, waarop het, blijkens zijn inhoud, betrekking heeft.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting het verweer gevoerd dat verdachte weliswaar op de hoogte was van de kwekerij in haar woning en de diefstal van elektriciteit, maar dat verdachte zelf geen enkele handeling heeft verricht met betrekking tot deze kwekerij, noch met betrekking tot de diefstal van de elektriciteit. De raadsvrouw concludeert derhalve tot vrijspraak voor beide feiten.
Het hof overweegt als volgt.
Bij de politie heeft verdachte een zeer gedetailleerde verklaring afgelegd over de hennepkwekerij voor wat betreft het aantal kamers, het aantal planten en de hoeveelheid lampen in de betreffende kamers. Zij heeft voorts verklaard dat anderen de hennepkwekerij bij haar in de woning hebben opgezet, dat er in de tenlastegelegde periode een keer is geoogst en zij twee keer € 1.500,00 heeft ontvangen van de personen die de kwekerij hebben opgezet. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte aangegeven dat deze verklaring op die punten klopt.
Verdachte heeft voorts bij de politierechter verklaard dat zij op de hoogte was van het feit dat de kabels uit de meterkast waren doorgetrokken naar de zolder ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening van de kwekerij. Zij heeft verklaard dat de energierekening hetzelfde zou blijven. Hieruit leidt het hof af dat verdachte op de hoogte was van de illegale afname (diefstal) van elektriciteit.
Het feit dat verdachte op de hoogte was van de hennepkwekerij in haar woning en de diefstal van elektriciteit en het feit dat zij geld heeft ontvangen voor het ter beschikking stellen van haar woning voor het telen van hennep, maakt naar het oordeel van het hof dat sprake was van een dusdanig bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de personen die de kwekerij en de bijbehorende elektriciteitsvoorziening hebben opgezet, dat verdachte beide ten laste gelegde feiten heeft medegepleegd.
Het verweer wordt mitsdien verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op: