ECLI:NL:GHSHE:2014:1287
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- W.H.B. den Hartog Jager
- G.E. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over zorgcontract tussen zorgaanbieder en zorgkantoor
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding tussen Parkstad Thuiszorg B.V. en CZ Zorgkantoor B.V. Parkstad, een zorgaanbieder die AWBZ-zorg verleent, heeft deelgenomen aan de inkoopprocedure van CZ voor zorgcontracten in 2014. CZ heeft Parkstad echter uitgesloten van deelname, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden, met name op het gebied van de onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen en de toelichting van het financiële plan. Parkstad heeft hiertegen in kort geding geprocedeerd, maar de voorzieningenrechter heeft de vorderingen afgewezen, met compensatie van proceskosten.
Parkstad heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en een grief ingediend tegen het oordeel van de voorzieningenrechter over het financiële plan. Tijdens de procedure heeft Parkstad haar grieven in principaal appel ingetrokken, waardoor het hof heeft geoordeeld dat er geen belang meer was bij de beoordeling van het incidenteel appel van CZ. Het hof heeft vastgesteld dat de uitspraak van de voorzieningenrechter niet anders kan zijn dan deze al was, en heeft CZ niet-ontvankelijk verklaard in haar incidenteel appel. Parkstad is in de proceskosten van het principaal appel veroordeeld, terwijl CZ in de proceskosten van het incidenteel appel is veroordeeld.
De uitspraak van het hof benadrukt dat aan uitspraken in kort geding geen gezag van gewijsde toekomt, en dat de belangen van partijen in deze zaak niet voldoende zijn om het incidenteel appel van CZ te rechtvaardigen. Het hof heeft de kosten van de procedure aan beide partijen opgelegd, waarbij Parkstad als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt in het principaal appel, en CZ in het incidenteel appel.