Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
3 januari 2005 vernietigd.”
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1979 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor het verblijven in Nederland terwijl hij wist dat hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het dossier en de vordering van de advocaat-generaal bestudeerd. De advocaat-generaal heeft verzocht om het eerdere vonnis te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van de tenlastegelegde feiten.
Het hof heeft vastgesteld dat de beschikking waarbij de verdachte ongewenst was verklaard, is vernietigd. De nieuwe beschikking bevatte geen verklaring van ongewenstheid. Het hof concludeert dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte op 25 augustus 2012 in Nederland verbleef terwijl hij als ongewenst vreemdeling was verklaard. De tenlastelegging is niet bewezen, en het hof heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten.
De beslissing van het hof is als volgt: het vonnis waarvan beroep wordt vernietigd en het hof verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, waardoor hij wordt vrijgesproken. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken, met mr. O.M.J.J. van de Loo als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 2 mei 2014.