Uitspraak
Afdeling strafrecht
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte],
- werd vrijgesproken van het hem onder 1. ten laste gelegde;
- ter zake van “Als vreemdeling in Nederland verblijven, terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenst vreemdeling is verklaard” werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
- ten tijde van de aanhouding van verdachte op 3 juli 2009 de terugkeerprocedure nog niet was afgerond, zodat de Terugkeerrichtlijn in de weg staat aan oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf;
- de ongewenstverklaring van verdachte was opgelegd in verband met het meermalen overtreden van de Vreemdelingenwet en niet in verband met het plegen van strafbare feiten;
- de ongewenstverklaring van verdachte inmiddels is opgeheven;
- verdachte een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf heeft ingediend om in Nederland te kunnen verblijven bij zijn partner en twee kinderen, terwijl criminele antecedenten een contra-indicatie vormen voor het afgeven van de machtiging tot voorlopig verblijf.
- de omstandigheid dat verdachte, blijkens het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 25 februari 2014, reeds op 12 maart 2007 en 15 januari 2008 door de strafrechter is veroordeeld ter zake van overtreding van artikel 197 van het
- de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.