Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
,
,
13.Het verloop van de procedure
- de memorie na niet ontvangen deskundigenbericht van [appellant] met producties;
- de antwoordmemorie na niet ontvangen deskundigenbericht van Envida met producties.
14.De verdere beoordeling
Het onderzoek was al gestart voordat Hoencamp bericht van de griffier had ontvangen dat een aanvang gemaakt kon worden met het onderzoek.
Hoencamp heeft een ongedateerde en niet-aangetekende brief aan de huisarts gezonden met het verzoek om nadere informatie over [appellant] onder vermelding van een verkeerde geboortedatum. Hoencamp heeft het bericht van de huisarts, die met vakantie was, niet afgewacht en zijn conceptrapportage uitgebracht op 6 november 2013.
Hoencamp heeft zijn conceptrapportage niet aangetekend verstuurd aan [appellant] en zijn advocaat. De aan de advocaat verstuurde rapportage bevond zich niet in een gesloten enveloppe met de vermelding ‘medisch geheim’. Daarmee is niet voldaan aan de strekking van het inzage- en blokkeringsrecht;
[appellant] heeft het rapport niet als eerste en enige in kunnen zien, hetgeen onwenselijk is. In de begeleidende brief van Hoencamp ontbreekt de mededeling dat [appellant] gebruik kan maken van het blokkeringsrecht. De gegeven reactietermijn is te kort. Hoencamp heeft [appellant] niet in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken en verzoeken te doen.
kennelijk onredelijke opzegging.
“Op 21 december jl. heeft een gesprek plaatsgevonden tussen mw. drs. [psychologe] (…) en enkele medewerkers van de dienst P&O (…). Aanleiding daarvoor vormde de vraag hoe in uw situatie het beste gehandeld zou kunnen worden, daarbij rekening houdend met zowel de belangen van Vivre[thans Envida, hof]
als uw belangen. Er is immers sprake van het naast elkaar lopen van diverse onderling moeilijk verenigbare trajecten, te weten uw arbeidsongeschiktheid en de hiermee verband houdende WIA-problematiek enerzijds én (gedeeltelijke) boventalligheidsverklaring tengevolge van het vervallen van de deelfunctie bij de facilitaire unit [facilitaire unit] wegens reorganisatie van de facilitaire diensten anderzijds. (…) Daarnaast heeft het verantwoordelijke management tengevolge van uw arbeidsongeschiktheid niet kunnen beoordelen of uw functioneren in de deelfunctie financieel administrateur bij de EAD een omzetting rechtvaardigt van een voorwaardelijke naar een onvoorwaardelijke benoeming in deze functie. Daardoor is per saldo een hoogst complexe casuïstiek ontstaan (…).”