Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante 1],wonende te [woonplaats],
[appellante 2],
wonende te [woonplaats],
[appellant],
wonende te [woonplaats],
[appellante 3],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de ouders van de partijen, waarbij de erfgenamen, broers en zussen, in geschil zijn over de vorderingen die voortvloeien uit de ouderlijke boedelverdeling. De vader overleed op 30 juli 1987 en de moeder op 24 maart 2012. Beide ouders hadden testamenten waarin een ouderlijke boedelverdeling was opgenomen volgens het oude recht (artikel 4:1167 BW). De erfgenamen hebben een vordering wegens overbedeling op de moeder, die door de geïntimeerde is berekend op € 6.496,- per kind, vermeerderd met 4% rente per jaar. De moeder heeft tijdens haar leven een deel van deze vorderingen voldaan door de koopsom van een appartement te betalen, maar de geïntimeerde heeft geen uitkering uit de nalatenschap van de vader ontvangen.
Na het overlijden van de moeder heeft de geïntimeerde de nalatenschap beneficiair aanvaard en een rechtszaak aangespannen tegen de overige erfgenamen. De rechtbank heeft de vorderingen van de geïntimeerde grotendeels toegewezen, wat heeft geleid tot hoger beroep door de appellanten. In hoger beroep hebben de appellanten verschillende grieven ingediend, waaronder verjaring van de vordering en afstand van recht door de geïntimeerde. Het hof heeft de grieven van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat de vordering van de geïntimeerde pas opeisbaar werd na het overlijden van de moeder, waardoor verjaring niet aan de orde is.
Het hof heeft ook overwogen dat de geïntimeerde zijn aandeel in de nalatenschap van de vader niet heeft verworpen, omdat er geen bewijs is dat hij een daartoe strekkende verklaring heeft afgelegd. De vordering van de geïntimeerde is vastgesteld op € 6.469,-, met recht op rente vanaf de datum van overlijden van de vader. Het hof heeft de zaak verwezen naar een comparitie van partijen om nadere informatie te verkrijgen over de nalatenschap van de moeder en de verdeling daarvan.