ECLI:NL:GHSHE:2014:1073
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- B.A. Meulenbroek
- P.Th. Gründemann
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen rolbeslissing inzake ontslag van instantie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Sportcentrum [sportcentrum] Beheer B.V. tegen een rolbeslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, kanton Bergen op Zoom, waarbij het verzoek tot ontslag van instantie is geweigerd. De rolbeslissing, gedateerd op 7 augustus 2013, werd genomen in het kader van een procedure waarin [geïntimeerde] Sportcentrum [sportcentrum] had gedagvaard. Op 21 mei 2013 werd [geïntimeerde] in staat van faillissement verklaard, en de curator heeft aangegeven het geding niet over te nemen. Sportcentrum [sportcentrum] verzocht de kantonrechter om ontslag van instantie, maar dit verzoek werd afgewezen.
Het hof oordeelt dat de rolbeslissing van 7 augustus 2013 moet worden beschouwd als een tussenvonnis en dat er geen hoger beroep openstaat tegen deze beslissing, tenzij er tussentijds hoger beroep was opengesteld. Aangezien dit niet het geval was, verklaart het hof Sportcentrum [sportcentrum] niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. Het hof wijst erop dat de rolbeslissing geen eindbeslissing is, omdat er geen uitdrukkelijk dictum was dat het proces beëindigde.
De uitspraak van het hof houdt in dat Sportcentrum [sportcentrum] de kosten van het hoger beroep moet vergoeden, die zijn begroot op € 683,= aan vast recht en € 894,= aan salaris advocaat. De zaak wordt terugverwezen naar de kantonrechter te Bergen op Zoom voor verdere behandeling en afdoening. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 15 april 2014.