ECLI:NL:GHSHE:2014:1043
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- J.P.F. Rijken
- H. Harmsen
- H.A. Marquart Scholtz
- Rechtspraak.nl
Bevel tot vervolging wegens onttrekking aan beslag
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 april 2014 uitspraak gedaan in een klacht ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klaagster, gevestigd te Eindhoven, vertegenwoordigd door mr. M.C.J. Houben. De klacht betreft de beslissing van de officier van justitie te 's-Hertogenbosch om niet over te gaan tot vervolging van beklaagden, die worden beschuldigd van onttrekking aan beslag. Klaagster had op 11 maart 2013 aangifte gedaan van onttrekking aan het beslag, dat was gelegd ter verzekering van een vordering op een derde. De officier van justitie had op 28 juni 2013 besloten niet te vervolgen, omdat het feit niet strafbaar zou zijn. Klaagster heeft hiertegen een klaagschrift ingediend, dat op 23 augustus 2013 door het hof is ontvangen.
De advocaat-generaal heeft in een schriftelijk verslag geadviseerd het beklag af te wijzen en de civiele weg aan te wijzen voor het verhalen van schade. Het hof heeft het klaagschrift op 16 december 2013 behandeld, waarbij klaagster niet aanwezig was. Op 11 maart 2014 is het klaagschrift opnieuw aan de orde gesteld, maar beklaagden zijn niet verschenen. Het hof heeft vervolgens besloten om beklaagden op te roepen voor een hoorzitting.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en geconcludeerd dat er voldoende aanwijzingen zijn voor de ernst van het beweerdelijk gepleegde strafbare feit. Het hof heeft daarom besloten het beklag gegrond te verklaren en de vervolging van beklaagden te bevelen. De beslissing is genomen door de voorzitter mr. J.P.F. Rijken en de raadsheren mr. H. Harmsen en mr. H.A. Marquart Scholtz, in aanwezigheid van griffier mw. M. Karsdorp.