4.7. Daxxa heeft ten aanzien van de gestelde onderliggende overeenkomst(en) en de facturen de navolgende (nadere) gegevens verschaft:
-In een uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel (productie 2 bij inleidende dagvaarding) staat als ingangsdatum van de statutaire naam L.B.R. Projecten V.O.F., 5 augustus 2005 en als einddatum 11 januari 2006 vermeld. Ingangs- en einddatum van de handelsnaam zijn 5 augustus 2005 en 1 augustus 2006. De functionarissen/vennoten van deze rechtspersoon zijn de heer [geintimeerde] en de heer [beherend vennoot van LBR] (hierna [beherend vennoot van LBR]) geweest, beiden onbeperkt bevoegd. Beiden zijn per 1 januari 2006 uit functie getreden.
-Als productie D1 bij memorie van grieven heeft Daxxa overgelegd een mail d.d. 22 november 2005 te 13:58 uur waarin een zekere [Y.] (van Daxxa) aan een zekere [Z.](van Daxxa) vraagt om voor LBR een inleenovereenkomst te maken betreffende [B.] met onder meer als verdere informatie: 'voor 23 euro per uur uitgeleend aan [E.] en [F.]…duur van het project onbepaald, met opzegtermijn van 2 werkdagen…overleggen wat te doen met overuren'.
-Als productie A heeft Daxxa in het geding gebracht (een kopie van) een aan LBR geadresseerde brief van Daxxa d.d. 22 november 2005, waarbij als bijlagen zijn gevoegd een inleenovereenkomst nr. 22110502 en een arbo-checklist nr. 22110502. Het betreft een noch door Daxxa, noch door (of namens) LBR ondertekend exemplaar.
-Als productie D2 is overgelegd een interne mail van [Y.] aan [Z.]d.d. 5 december 2005 te 16:37 uur met als onderwerp: LBR projecten, waarin het onder meer gaat over verhuur van [A.] (het hof leest: [B.]) door LBR projecten aan [E.], het al dan niet in rekening brengen van overuren en het door [Y.] kunnen kortsluiten van een en ander met [beherend vennoot van LBR] van LBR projecten.
-Als producties E1, E3, E5, E7 en E9 zijn zgn. "Daxxa werkbriefjes" overgelegd, die door werknemer en opdrachtgevers zijn getekend. Deze betreffen telkens de werknemer [B.] en respectievelijk de weeknrs. 47 tot en met 51. In E1 en E3 staat [C.] & [D.] te ([woonplaats A.]/) [woonplaats B.] en in E5, E7 en E9 staat (naast voornoemde opdrachtgever) [E.] & [F.] te [woonplaats B.] als opdrachtgever vermeld. De projectomschrijving is steeds (ook) 'grondwerk algemeen'.
Per werkbriefje is een '=duplicaat=' van een factuur gevoegd (producties E2 -factuurnr. [factuur sub 5.] d.d. 1 december 2005 ad € 720,12- , E4 -factuurnr. [factuur sub 1.] d.d. 8 december 2005 ad € 1.035,00-, E6 -factuurnr. [factuur sub 2.] d.d. 16 december 2005 ad € 920,00-, E8 -factuurnr. [factuur sub 3.] d.d. 23 december 2005 ad € 1.001,13- en E10 -factuurnr. [factuur sub 4.] d.d. 31 december 2005 ad € 1.039,75-) die voor wat betreft de weeknummers, de vermelde uitzendkracht en het aantal gewerkte (over)uren aansluiten bij de gegevens uit bedoelde werkbriefjes. Deze facturen zijn telkens geadresseerd aan LBR.
-Als productie K is in het geding gebracht een schriftelijke verklaring, ondertekend door een zekere heer [G.]. Deze houdt in: "Hierbij verklaar ik [G.] dat dhr. [B.] onder andere in de weken 46 tot en met 51 2005 werkzaam is geweest voor LBR Projecten via DAXXA. LBR projecten verhuurde het personeel van DAXXA door aan haar opdrachtgevers, o.a. [E.] & [F.]. Desgewenst ben ik bereid deze verklaring onder ede te herhalen. Aldus naar waarheid opgemaakt d.d. 05-03-2013".
-De producties F en G bij memorie van grieven zijn afschriften van een in ieder geval ook per fax (met verzend controle rapport 'result ok') namens Daxxa door [Z.] aan LBR verzonden brief d.d. 6 februari 2005 (het hof neemt aan dat dit 2006 moet zijn en een verschrijving betreft), inhoudende een 2e herinnering met betrekking tot een overzicht van de openstaande facturen waarvan de factuurgegevens corresponderen met de hiervoor vermelde factuurnummers, factuurdata (met uitzondering van de factuurdatum van factuurnr. [factuur sub 4.]) en factuurbedragen (met uitzondering van het factuurbedrag van factuurnr. [factuur sub 1.]).
-Blijkens een (kennelijk op het origineel handgeschreven) aantekening op factuurnr. [factuur sub 5.] is het bedrag van € 720,12 op 28 februari 2006 betaald. Productie L is een kopie van een rekeningafschrift van de Rabobankrekening van Daxxa houdende betaling door LBR aan Daxxa van een bedrag van € 720,12 onder vermelding van 'factuur [factuur sub 5.]'.
-In als producties H en I bij memorie van grieven overgelegde (met producties F en G vergelijkbare) kopieën van een fax (met verzend controle rapport 'result ok') d.d. 17 maart 2006 staan als openstaande facturen nog vermeld de factuurnummers [factuur sub 1.], [factuur sub 2.], [factuur sub 3.] en [factuur sub 4.]. Op een als productie J overgelegd afschrift van deze fax/brief staat een ondertekende aantekening "Ik erken deze vordering en tracht deze te voldoen in wekelijkse termijnen van 500,- vanaf heden. [beherend vennoot van LBR] 30-03-2006".
-Blijkens een (kennelijk op de originelen handgeschreven) aantekening op factuurnr. [factuur sub 1.] is van het bedrag ad € 1.035,00 op 11-10-2006 € 1.000,00 betaald. Productie M is een kopie van een afschrift van de Rabobankrekening van Daxxa houdende betaling door LBR aan Daxxa van een bedrag van € 1.000,00 onder vermelding van 'gedeelte betaling facturen'.
-Als productie 1 bij inleidende dagvaarding is een door Daxxa gegeven incasso-opdracht betreffende LBR als debiteur d.d. 9 september 2008 overgelegd. Hierin gaat het om de factuurnrs. [factuur sub 4.], [factuur sub 1.], [factuur sub 2.] en [factuur sub 3.] met als openstaande bedragen respectievelijk € 1.039,75, € 38,75, € 920,00 en
€ 1.001,13.
-Uit productie 4 bij inleidende dagvaarding komt het volgende naar voren: Bij brief van 10 september 2008 aan LBR heeft incasso.com namens Daxxa een brief opgesteld waarin aanspraak wordt gemaakt op betaling van vier openstaande facturen ad totaal € 4.035,25, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente, en vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ad € 712,24. Vervolgens zijn een herhaald verzoek tot betaling d.d. 17 september 2008 en een sommatie/ingebrekestelling d.d. 24 september 2008 opgesteld, telkens bij brief van incasso.com aan LBR. Daarna zijn nog brieven betreffende 'ingebrekestelling vordering' d.d. 3 april 2009 aan zowel [geintimeerde] als [beherend vennoot van LBR] opgemaakt.