ECLI:NL:GHSHE:2013:CA2963

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
20-004308-12
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van de rechtbank in strafzaak met meerdere aanklachten waaronder mishandeling en bedreiging

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juni 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg, gedateerd 17 december 2012. De verdachte was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder medeplegen van mishandeling, opzettelijk aanwezig hebben van hennep, bedreigingen, poging tot zware mishandeling, eenvoudige belediging en wederspannigheid. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 16 maanden opgelegd, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het eerdere vonnis. De verdediging pleitte voor vrijspraak van de meeste aanklachten, met uitzondering van de aanklacht van opzettelijk aanwezig hebben van hennep, welke de verdachte erkende. De verdediging vroeg om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met inachtneming van de verbeterde bewijsvoering voor enkele feiten. Het hof oordeelde dat de argumenten van de verdediging niet opgingen en dat de bewijsvoering voldoende was om de veroordelingen te handhaven. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer : 20-004308-12
Uitspraak : 12 juni 2013
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Middelburg van 17 december 2012 in de strafzaak met parketnummers 12-715192-12, 12-705461-12, 12-705325-12 en 12-178493-12 tegen:
[verdachte],
geboren te [gemeente] op [datum] 1988,
wonende te [postcode] [gemeente], [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van - kort gezegd - feit 1 subsidiair (medeplegen van mishandeling), feit 2 (opzettelijk aanwezig hebben van hennep), feiten 3, 5 en 7 (telkens: bedreiging), feit 4 (poging tot zware mishandeling), feit 6 (eenvoudige belediging) en feit 8 (wederspannigheid) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter integraal zal bevestigen.
Namens verdachte is bepleit dat hij zal worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, met uitzondering van feit 2, welk feit hij bekent te hebben gepleegd. Met betrekking tot de straf is namens de verdachte verzocht uitsluitend een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gelijk aan de duur van het door de verdachte reeds uitgezeten voorarrest.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en de gronden waarop het berust, onder verbetering/aanvulling van de bewijsvoering ten aanzien van de feiten 1 (subsidiair), 6 en 8, waarbij het hof heeft gelet op hetgeen in hoger beroep aan de orde is gekomen.
Het verweer van de raadsvrouwe terzake van feit 1, inhoudende dat verdachte niet wist wat [medeverdachte] in de woning van [getuige] deed en verdachte niet op de hoogte was van de omstandigheid dat [medeverdachte] een stroomstootwapen/taser voorhanden had, vindt zijn weerlegging in de door de eerste rechter voor feit 1(subsidiair) gebezigde bewijsmiddelen. Daarnaast komt de bewezenverklaring voor dit feit mede te berusten op het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] d.d. 3 juni 2012 (dossierpagina 18 van het proces-verbaal met registratienummer PL193D 2012040180), waaruit volgt dat [getuige] pijn heeft ondervonden.
In hoger beroep is door de verdediging ter zake feit 6 (eenvoudige belediging) bepleit dat de term “dierenbeul” niet als beledigend kan worden opgevat.
Anders dan de verdediging, is het hof van oordeel dat – afgezien van de vraag of de term “dierenbeul” al dan niet op zichzelf beledigend is – de gebezigde term op grond van de gegeven context moet worden beschouwd als belediging.
Ter zake feit 8 (wederspannigheid) is – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de verdachte met toestemming van de politie naar huis is gegaan, zodat van verzet bij aanhouding geen sprake kan zijn.
Het hof is dienaangaande van oordeel dat het verweer zijn weerlegging vindt in de bewijsmiddelen. Naast de door de eerste rechter gebruikte bewijsmiddelen, komt de bewezenverklaring voor dit feit mede te berusten op het proces-verbaal van bevindingen van 11 juni 2012, opgemaakt [verbalisant 2] en [verbalisant 3] (dossierpagina 15 van het proces-verbaal met registratienummer PL1950 2012036326).
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door
mr. P.J. Hödl, voorzitter,
mr. J.F. Dekking en mr. R.M. Peters, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Dieleman-Dieleman, griffier,
en op 12 juni 2013 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. R.M. Peters is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.