ECLI:NL:GHSHE:2013:CA2186

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
4 juni 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
HD 200.099.673 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor groepstraining op basis van overeenkomst van opdracht

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Online Accountants MKB en ICT-Coach over de betaling van een vergoeding voor een groepstraining die door ICT-Coach is gegeven aan franchisenemers van Online Accountants MKB. De training vond plaats op 7 september 2010 en de partijen zijn het erover eens dat Online Accountants MKB een bedrag verschuldigd is aan ICT-Coach. ICT-Coach vordert een bedrag van € 5.398,14, terwijl Online Accountants MKB stelt dat zij slechts € 2.250,- verschuldigd is, gebaseerd op eerdere afspraken.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft in zijn uitspraak van 4 juni 2013 geoordeeld dat de stellingen van ICT-Coach niet voldoende onderbouwd zijn. Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs is voor de claim van ICT-Coach dat er een overeenkomst tot stand is gekomen op basis van de offerte van 5 oktober 2010. Het hof heeft ook de urenspecificatie van ICT-Coach beoordeeld en geconcludeerd dat het aantal opgevoerde uren voor de groepstraining te hoog is. Het hof heeft daarom de beloning voor de groepstraining vastgesteld op 15 uren tegen een tarief van € 75,- per uur, plus reiskosten, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.517,25.

De wettelijke handelsrente is toegewezen vanaf 10 november 2010, en het hof heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd. De uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 juni 2013.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.099.673/01
arrest van 4 juni 2013
in de zaak van
[Online Accountants MKB] h.o.d.n. Online Accountants MKB,
wonende en zaakdoende te [woon- en zaaksplaats],
appellante,
hierna te noemen: [appellante],
advocaat: mr. S.C. Blommendaal te Maastricht,
tegen
ICT-Coach voor het MKB BV,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna te noemen: ICT-Coach,
advocaat: mr. L.C.M. Muris te Venlo,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 18 december 2012 in het hoger beroep van het door de rechtbank Maastricht onder zaaknummer 441972 CV EXPL 3723/11 gewezen vonnis van 23 november 2011.
6. Het tussenarrest van 18 december 2012
Bij genoemd arrest heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op hetgeen in rechtsoverweging 4.4.3. van het tussenarrest is overwogen en is iedere verdere beslissing aangehouden.
7. Het verdere verloop van de procedure
Beide partijen hebben een akte genomen.
Vervolgens heeft het hof de uitspraak bepaald op heden.
8. De verdere beoordeling
8.1. In het tussenarrest heeft het hof vastgesteld dat door ICT-Coach geen individuele trainingen zijn gegeven aan de deelnemers 2, 3 en 4 (genoemd in de onbetaald gebleven facturen d.d. 8 juli 2010 en 11 oktober 2010) en dat daarmee vast is komen te staan dat ICT-Coach in zoverre de overeengekomen werkzaamheden niet heeft verricht.
Onder 4.4.3 van het tussenarrest heeft het hof verder overwogen dat het voorgaande nog niet betekent dat [appellante] in het geheel geen vergoeding verschuldigd is, aangezien ICT-Coach heeft gesteld wel degelijk werkzaamheden voor de franchisenemers van [appellante] te hebben verricht, zij het afwijkend van de oorspronkelijke opdracht. In het bijzonder ging het hierbij om een groepstraining die aan franchisenemers van [appellante] is gegeven op 7 september 2010. Het hof heeft overwogen dat er mogelijk aanleiding bestaat om met toepassing van artikel 7:405 BW voor deze werkzaamheden een bedrag toe te kennen. Het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich hieromtrent uit te laten.
8.2. [appellante] heeft zich in haar akte na tussenarrest bereid verklaard om een vergoeding te betalen voor de door ICT-Coach in de persoon van [trainer van ICT Coach] gegeven groepstraining, maar zij acht het aantal ter zake van deze training (in de urenspecificatie van ICT-Coach, productie 8 bij de memorie van grieven) opgevoerde uren, te weten in totaal 30,25 uren, veel te hoog. [appellante] wijst erop dat de training 4 uur heeft geduurd en zij acht een voorbereidingstijd van 2 uur redelijk, zodat – uitgaande van het door ICT-Coach zelf opgegeven tarief van € 75,- per uur – een bedrag van 6 x € 75,- = € 450,- zou kunnen worden toegewezen.
8.3. ICT-Coach stelt zich op het standpunt dat [appellante] voor de groepstraining tenminste het tussen partijen per individuele begeleiding overeengekomen bedrag van € 2.250,- met reiskosten en btw dient te betalen. Volgens ICT-Coach valt uit de e-mail van [appellante] d.d. 14 januari 2011 (productie 7 bij de inleidende dagvaarding) af te leiden dat [appellante] zich bereid heeft verklaard voormeld bedrag voor de groepstraining te betalen.
Verder stelt ICT-Coach dat uit productie 9 bij de inleidende dagvaarding valt af te leiden dat [appellante] akkoord is gegaan met de herziene offerte van ICT-Coach d.d. 5 oktober 2010 (productie 14 bij memorie van antwoord). Volgens ICT-Coach dient [appellante] op basis van deze nieuwe afspraken tenminste een bedrag van € 5.398,14 inclusief btw te voldoen, te vermeerderen met wettelijke handelsrente.
8.4. Het hof begrijpt uit de stellingen van partijen dat zij het erover eens zijn dat [appellante] jegens ICT-Coach gehouden is een bedrag te betalen wegens de door ICT-Coach (in de persoon van [trainer van ICT Coach]) aan franchisenemers van [appellante] gegeven groepstraining.
Dat [appellante] zich jegens ICT-Coach verbonden zou hebben voor die groepstraining een bedrag van € 2.250,- met reiskosten en btw te voldoen, valt naar het oordeel van het hof niet te lezen in de e-mail van [appellante] d.d. 14 januari 2011 (productie 7 bij de inleidende dagvaarding). Nu enige andere onderbouwing ontbreekt, kan deze stelling van ICT-Coach niet worden aanvaard.
Hetzelfde geldt voor de - door [appellante] betwiste - stelling van ICT-Coach dat partijen het erover eens waren dat ICT-Coach haar werkzaamheden aan [appellante] zou kunnen declareren op basis van de offerte van 5 oktober 2010 (productie 14 bij memorie van antwoord). Anders dan ICT-Coach stelt kan uit de emailberichten van 12 april 2011 (prod. 9 bij inleidende dagvaarding) niet worden afgeleid er een - nadere - overeenkomst tot stand was gekomen op basis van de offerte van 5 oktober 2010. Het emailbericht van 19:09 luidt onder meer, dat de afspraak over te leveren prestaties waren gewijzigd, en dat de gefactureerde bedragen niet overeenkomstig de gewijzigde afspraak waren, doch elke verwijzing naar de offerte van 5 oktober 2010 ontbreekt. Niet onvermeld kan voorts blijven dat in de op blad 3 van de akte van ICT-Coach gegeven opsomming van uren van [leidinggevende van trainer van ICT Coach] en [trainer van ICT Coach] verreweg het grootste deel van de uren is gemaakt voor de offerte van 5 oktober 2010, welke volgens ICT-Coach per email van 7 oktober 2010, om 23:04 uur, aan [appellante] is gezonden. Nergens blijkt uit, ook niet uit de offerte van 5 oktober 2010, dat deze offerte dan wel de tarieven daaruit met terugwerkende kracht (volgens ICT-Coach: vanaf 7 september 2010) zouden gelden.
Ook overigens ontbreekt bewijs voor de hier bedoelde stelling van ICT-Coach , evenals een voldoende gespecificeerd bewijsaanbod.
8.5. Gelet op het hiervoor overwogene zal het hof, met toepassing van artikel 7:405 BW, een beloning vaststellen voor de door ICT-Coach gegeven groepstraining op 7 september 2010.
Het hof begrijpt dat partijen het erover eens zijn dat een tarief van € 75,- per uur exclusief btw voor de werkzaamheden van [trainer van ICT Coach] redelijk is. Het hof zal hiervan uitgaan.
Volgens de urenspecificatie van ICT-Coach (productie 8 memorie van grieven) zou [trainer van ICT Coach] aan de groepstraining 30,25 uren besteed hebben. [appellante] acht dit aantal uren buitenproportioneel aangezien de training zelf maar 4 uren heeft geduurd.
Het hof zal, gelet op het over en weer gestelde, de beloning voor de door ICT-Coach gegeven groepstraining ex aequo et bono vaststellen op 15 uren x € 75,- , te vermeerderen met € 150,- reiskosten en btw. Het hof neemt hierbij in overweging dat – kennelijk – de groepstraining nieuw was opgezet hetgeen extra uren aan voorbereiding zal hebben gevergd; tevens acht het hof het aannemelijk dat ook de leidinggevende van [trainer van ICT Coach], [leidinggevende van trainer van ICT Coach], de nodige uren aan de voorbereiding zal hebben besteed.
8.6. Voor zover ICT-Coach bedoeld heeft te stellen dat partijen het ook over andere werkzaamheden dan de hiervoor bedoelde groepstraining (en de door [appellante] betaalde begeleiding van de heer [X.]) eens waren en dat ook daarvoor een redelijk beloning moet worden vastgesteld, is die stelling onvoldoende onderbouwd zodat het hof hieraan voorbij gaat.
8.7. Voor toewijzing van buitengerechtelijke kosten is geen plaats nu niet is gebleken dat door ICT-Coach meer kosten zijn gemaakt dan nodig ter voorbereiding en instructie van de onderhavige procedure. Het hof begrijpt overigens uit de akte na tussenarrest van ICT-Coach dat de vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten niet langer wordt gehandhaafd.
8.8. Uit het voorgaande volgt dat een bedrag van 15 x € 75,- = € 1.125,- te vermeerderen met een bedrag ad € 150,- aan reiskosten en te vermeerderen met de btw, in totaal € 1.517,25 toewijsbaar is.
Over dit bedrag is [appellante] wettelijke handelsrente verschuldigd, aangezien de vordering van ICT-Coach is gebaseerd op een tussen partijen gesloten handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW. De ingangsdatum voor de wettelijke handelsrente zal het hof bepalen op de datum van dit arrest.,
8.9. De uitkomst van de procedure geeft het hof aanleiding de proceskosten te compenseren, zowel die van de eerste aanleg als van het hoger beroep.
9. De uitspraak
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellante] om aan ICT-Coach tegen bewijs van kwijting te betalen: een bedrag van € 1.517,25 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dat bedrag vanaf 10 november 2010 tot aan de dag der voldoening;
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
compenseert de proceskosten tussen partijen zowel die van de eerste aanleg als van het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mrs. N.J.M. van Etten, J.M. Brandenburg en Y.L.L.A.M. Delfos-Roy en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 4 juni 2013.