4.1.1.Het hof zal een nieuw overzicht geven van de feiten:
- [erflater] (hierna: [erflater]), geboren op [geboortedatum] 1949, is tot zijn overlijden op 19 juli 2009 in dienst geweest van [Houthandel] in de functie van houtbewerker/slijper.
- [erflater] was deelnemer in de pensioenregeling van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel. [Houthandel] heeft haar werknemers, waaronder [erflater], per 1 november 1997 een aanvullende pensioentoezegging gedaan ter dekking van het zgn. ANW-hiaat, een en ander als omschreven in het Reglement Nabestaanden Zekerheidsplan.
Artikel 2 van het genoemde Reglement luidt:
“Extra bijdragen
1. Ter beperking van de gevolgen van de vervanging van de Algemene Weduwen- en Wezenwet door de Algemene nabestaandenwet per 1 juli 1996 heeft de werkgever het Nabestaanden Zekerheidsplan bij AMEV Leven verzekerd.
Dit biedt de werknemer de mogelijkheid zich vrijwillig aan te melden voor het Nabestaanden Zekerheidsplan door middel van een aanmeldingsformulier dat via de werkgever aan AMEV zal worden gezonden.
Het Nabestaanden Zekerheidsplan maakt onderdeel uit van de pensioenregeling van de werkgever.
2. Voor de werknemer die zich vrijwillig heeft aangemeld voor het Nabestaanden Zekerheidsplan wordt door de werkgever bij AMEV Leven een verzekering gesloten van tijdelijk nabestaandenpensioen. De premie die verschuldigd is voor deze verzekering wordt gefinancierd uit een extra bijdrage die de deelnemer aan de pensioenregeling doet.”
[Houthandel] heeft bedoelde verzekering van tijdelijk nabestaandenpensioen gesloten met AMEV Levensverzekeringen N.V., thans Fortis ASR.
[erflater] heeft zich aangemeld voor de verzekering en was derhalve verzekerd voor het ANW-hiaat.
De premies werden jaarlijks door [Houthandel] aan AMEV/Fortis ASR voldaan, maar kwamen volledig voor rekening van de werknemers door middel van een maandelijkse inhouding op het salaris.
- Bij brief van 23 april 2007 aan [Houthandel] heeft Fortis ASR de collectieve overeenkomst Nabestaanden Zekerheidsplan rechtsgeldig per 31 oktober 2007 opgezegd. In deze brief staat onder andere geschreven: “We willen uw pensioenovereenkomst aanpassen aan actuele voorwaarden. In verband hiermee zeggen wij de overeenkomst per 31 oktober 2007 formeel op. Vanzelfsprekend doen wij u graag een voorstel voor een nieuwe contractperiode. Omdat in de collectieve regeling minder dan 50 werknemers zijn opgenomen, zullen wij u een semi-collectieve aanbieding doen. Op korte termijn nemen wij contact met uw verzekeringsadviseur op om de nieuwe contract- en regelingvoorwaarden te bespreken.”
- [Houthandel] heeft niet aan [erflater] meegedeeld dat de verzekering werd/was opgezegd.
- [erflater] heeft in april 2008 bemerkt dat met ingang van januari 2008 geen premie ANW-hiaatverzekering meer werd ingehouden op zijn salaris. Nadat [erflater] van Fortis ASR vernomen had dat de verzekering was opgezegd, heeft hij zich in de eerste helft van april 2008 samen met zijn echtgenote [appellante] tot [vennoot 3.] (geïntimeerde sub 4) gewend.
[vennoot 3.] heeft in bijzijn van [erflater] en [appellante] contact opgenomen met mw. [medewerkster van Fortis ASR] van Fortis ASR. Mw. [medewerkster van Fortis ASR] heeft medegedeeld dat op korte termijn een nieuwe offerte zou worden aangeboden. Dit is niet gebeurd.
- Fortis ASR heeft op 15 april 2008 aan de tussenpersoon van [Houthandel] bij de Rabobank Hilvarenbeek meegedeeld dan zij geen offerte zou uitbrengen omdat [Houthandel] minder dan 25 werknemers in dienst had. [erflater] is hiervan op 18 april 2008 in kennis gesteld, hetgeen door [appellante] ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep desgevraagd is bevestigd. [Houthandel] heeft op 22 april 2008 een offerte voor een ANW-hiaatverzekering aangevraagd bij Nationale Nederlanden.
- Op 13 mei 2008 heeft [Houthandel] een offerte voor een collectieve ANW-hiatenpensioenregeling van Nationale Nederlanden aan [erflater] gezonden. De premie voor deze verzekering was bijna 100% hoger dan de premie van de verzekering bij Fortis ASR en er gold een wachttijd van één jaar. Deze offerte is - anders dan [appellante] in eerste aanleg heeft gesteld - niet door [erflater] (en overigens ook niet door de andere werknemers van [Houthandel]) aanvaard. Evenmin is door [erflater] in privé een ANW-hiaatverzekering gesloten. De overige werknemers, dan wel een aantal van hen, hebben/heeft dat wel gedaan.
Ten tijde van het overlijden van [erflater] was hij niet voor een ANW-hiaat verzekerd.