ECLI:NL:GHSHE:2013:CA1643
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- P.M.A. de Groot-van Dijken
- P.Th. Gründemann
- J.H.C. Schouten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over verbod op storende handelingen na verhuizing
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2]. De zaak is ontstaan uit een conflict tussen de partijen, waarbij [appellante] vorderingen heeft ingesteld tegen de geïntimeerden wegens vermeende storende handelingen. De voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht heeft op 26 april 2012 de vorderingen van [appellante] afgewezen, omdat zij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de geïntimeerden zich schuldig hebben gemaakt aan de gestelde gedragingen. [appellante] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om een verbod voor de geïntimeerden om contact met haar en haar huisgenoten op te nemen, alsook een bevel om hun woning te verlaten.
Tijdens de procedure is gebleken dat [appellante] sinds oktober 2012 op een ander adres woont, wat door de geïntimeerden is aangevoerd als reden om de vorderingen van [appellante] af te wijzen. Het hof heeft overwogen dat, ondanks de verhuizing, [appellante] mogelijk nog belang heeft bij het gevraagde verbod. Echter, het hof concludeert dat de vorderingen niet voor toewijzing in aanmerking komen, omdat de verhuizing van [appellante] de kans op confrontatie met de geïntimeerden aanzienlijk heeft verminderd. Bovendien is het hof van oordeel dat de gevraagde verboden te vaag en te weinig concreet zijn om te kunnen worden toegewezen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 28 mei 2013 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarbij de rechters P.M.A. de Groot-van Dijken, P.Th. Gründemann en J.H.C. Schouten betrokken waren.