ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9921
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N.J.M. van Etten
- B.A. Meulenbroek
- G.J. Vossestein
- Rechtspraak.nl
Bewijslast geldlening in een procedure tussen ex-samenwoners
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee ex-samenwoners, [appellant] en [geïntimeerde], over een geldlening. De partijen hebben van medio 2009 tot medio 2010 samengewoond in een huurwoning. [geïntimeerde] heeft in juli 2009 een woning verkocht, waarbij een hypotheekschuld van € 12.509,66 resteerde, die door [appellant] is voldaan. [geïntimeerde] heeft in augustus 2009 en juli 2010 bedragen van respectievelijk € 1.000,- en € 3.000,- aan [appellant] betaald. [appellant] stelt dat [geïntimeerde] hem nog € 8.500,- verschuldigd is, maar de kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat [appellant] niet in zijn bewijsopdracht is geslaagd en zijn vorderingen afgewezen. Hierop is [appellant] in hoger beroep gegaan.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn vordering uitgebreid en stelt hij dat de vordering tot betaling van € 8.500,- ook kan worden gebaseerd op onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking. Het hof overweegt dat de bewijslast bij [appellant] ligt, maar komt tot de voorlopige conclusie dat zijn stelling dat [geïntimeerde] hem € 8.500,- verschuldigd is, vooralsnog bewezen moet worden geacht. Het hof wijst op de betalingen die [geïntimeerde] heeft gedaan en de e-mailcorrespondentie tussen partijen, waaruit blijkt dat [geïntimeerde] heeft erkend dat zij het bedrag zal terugbetalen, maar alleen onder bepaalde voorwaarden.
Het hof staat [geïntimeerde] toe om tegenbewijs te leveren tegen de stelling dat zij zich heeft verbonden om het bedrag van € 12.500,- te betalen. De zaak wordt aangehouden voor het horen van getuigen en verdere beslissingen worden aangehouden. Dit arrest is gewezen door de rechters N.J.M. van Etten, B.A. Meulenbroek en G.J. Vossestein en openbaar uitgesproken op 7 mei 2013.