ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ9820
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- E.S.G.N.A.I. van de Griend
- J.J. van der Kaaden
- A.M. Hol
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie in ontnemingsvordering wegens ne bis in idem beginsel
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 mei 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de politierechter in de rechtbank Middelburg. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie, die was ingesteld tegen een veroordeelde die eerder was veroordeeld tot betaling van een geldbedrag van € 2.375,00 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De veroordeelde had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing van de politierechter, maar het hof heeft geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de ontnemingsvordering.
Het hof heeft vastgesteld dat de ontnemingsvordering betrekking heeft op een bedrag dat op 7 september 2011 onder de veroordeelde in beslag was genomen. De politierechter had eerder in een vonnis van 23 november 2011 de veroordeelde schuldig bevonden aan meerdere strafbare feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en witwassen. Het hof heeft geconcludeerd dat het geldbedrag door de politierechter verbeurd was verklaard en dat deze verbeurdverklaring onherroepelijk was geworden op het moment dat de ontnemingsvordering werd ingesteld.
Gelet op het ‘ne bis in idem’-beginsel, dat inhoudt dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan worden vervolgd, heeft het hof geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het openbaar ministerie alsnog niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn vordering. Deze uitspraak benadrukt de belangrijke waarborg van het ne bis in idem-beginsel in het strafrecht.