ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ4290
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming bijzondere curator ten behoeve van pleegkind in geschil tussen pleegmoeder en vader
In deze zaak verzoekt de pleegmoeder om de benoeming van een bijzondere curator voor haar pleegkind, omdat zij van mening is dat er een wezenlijk conflict bestaat tussen de belangen van het pleegkind en die van de vader. De pleegmoeder stelt dat het pleegkind, dat sinds 2001 onder toezicht van de stichting staat, bij haar wil blijven wonen, terwijl de vader, die het ouderlijk gezag heeft, op verzoek van de stichting wil dat het pleegkind bij een familielid van hem gaat wonen. De pleegmoeder is van mening dat de vader niet bijdraagt aan de kosten van verzorging en opvoeding van het pleegkind, wat haar in een moeilijke financiële situatie plaatst. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 september 2012 hebben de pleegmoeder en de vader aangegeven open te staan voor mediation, maar deze is zonder resultaat beëindigd. Het hof heeft de zaak vervolgens vier maanden aangehouden in afwachting van de resultaten van de bemiddeling. Na de mediation heeft de pleegmoeder het hof verzocht om een beschikking te geven, omdat er geen overeenstemming was bereikt.
Het hof heeft de situatie van het pleegkind en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Het hof concludeert dat er geen wezenlijk conflict of belangenverstrengeling is tussen de pleegmoeder en de vader, en dat de benoeming van een bijzondere curator niet noodzakelijk is. De pleegmoeder heeft niet voldoende onderbouwd dat de benoeming van een bijzondere curator in het belang van het pleegkind zou zijn. Het hof wijst het hoger beroep van de pleegmoeder af en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, die eerder had geoordeeld dat er geen noodzaak was voor de benoeming van een bijzondere curator.