ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ3488
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.M. Brandenburg
- Chr.M. Aarts
- J.Th. Begheyn
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig gebiedsverbod en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant [X.], zonder vaste woon- of verblijfplaats, tegen de Gemeente Eindhoven. De zaak betreft een onrechtmatig gebiedsverbod dat door de gemeente was opgelegd, wat volgens appellant heeft geleid tot zowel materiële als immateriële schade. Het hof behandelt de grieven van appellant, die onder andere stellen dat de rechtbank niet heeft erkend dat de schade het gevolg is van het gebiedsverbod. Appellant stelt dat hij zonder dit verbod een woning in [plaatsnaam] zou hebben kunnen betrekken, en dat de gemeente onvoldoende inspanningen heeft geleverd om hem te huisvesten.
Het hof overweegt dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk recht had op een woning in [plaatsnaam] en dat het gebiedsverbod de directe oorzaak was van zijn schade. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld, maar het hof concludeert dat de schade niet volledig aan het gebiedsverbod kan worden toegeschreven. Het hof wijst de grieven van appellant af, met uitzondering van de vordering tot schadevergoeding voor de eigen bijdrage van de advocaat, die gedeeltelijk wordt toegewezen. Uiteindelijk wordt de gemeente veroordeeld tot betaling van € 1.649 aan appellant, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het arrest.
De uitspraak van het hof bevestigt dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld, maar dat de schadevergoeding beperkt blijft tot de daadwerkelijk onderbouwde kosten. Het hof compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar gedaan op 5 maart 2013.