ECLI:NL:GHSHE:2013:BY9014
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.C.G. Brants
- M.J.C. Koens
- J.U.M. van der Werff
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming tot erkenning van een kind ondanks psychische problemen van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 januari 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep over de erkenning van een kind door de man, waarbij de vrouw, de moeder van het kind, vervangende toestemming heeft aangevraagd. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.A.M. Bakker, verzet zich tegen de erkenning door de man, die de verwekker van het kind is, en stelt dat haar psychische toestand door de erkenning ernstig zal verslechteren. De man, bijgestaan door mr. M.S. Odink, betwist de claims van de vrouw en stelt dat de erkenning in het belang van het kind is.
De mondelinge behandeling vond plaats op 27 november 2012, waarbij ook de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. Het hof heeft de relevante stukken en het proces-verbaal van de eerdere zittingen in eerste aanleg in overweging genomen. De rechtbank had eerder de man toestemming verleend om het kind te erkennen, maar de vrouw ging hiertegen in hoger beroep.
Het hof overweegt dat de belangen van het kind en de man bij erkenning zwaarder wegen dan de belangen van de vrouw bij niet-erkenning. De vrouw heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de erkenning schadelijk zou zijn voor haar of het kind. Het hof concludeert dat de erkenning niet in strijd is met de belangen van het kind en dat de vrouw niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep tegen de aanhouding van de omgangsregeling. De beschikking van de rechtbank Maastricht van 26 juni 2012 wordt bekrachtigd, en het verzoek van de vrouw om een andere bijzondere curator te benoemen wordt afgewezen.