ECLI:NL:GHSHE:2013:BY8723
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Raadkamer
- J.P.F. Rijken
- A. de Lange
- F. van Es
- Rechtspraak.nl
Afwijzing beklag wegens meineed in getuigenverhoor
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 januari 2013 uitspraak gedaan in een beklagprocedure ex artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering. Klager, wonende te Breda en vertegenwoordigd door mr. N. van Schaik, diende een klaagschrift in tegen de beslissing van de officier van justitie te Middelburg om niet over te gaan tot vervolging van beklaagde wegens vermeende meineed. Klager beschuldigde beklaagde van meineed tijdens een getuigenverhoor op 25 januari 2011, waarin beklaagde verklaarde over zijn kennis van seksueel misbruik door pater X in verschillende plaatsen en zijn contacten met de congregatie van Y. Klager stelde dat beklaagde op vier punten niet waarheidsgetrouwe verklaringen had afgelegd.
Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van beklaagde op de vier aangevoerde punten niet concreet genoeg waren en voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is voor het plegen van meineed. De verklaring van beklaagde, die de basis vormde voor het beklag, was niet zodanig dat deze als leugenachtig kon worden aangemerkt. Het hof heeft ook het verzoek van de advocaat tot nader onderzoek afgewezen, aangezien de verklaring van beklaagde vaststond en nader onderzoek geen verandering zou kunnen brengen in de beoordeling.
De beslissing van het hof is dat het beklag wordt afgewezen, waarmee de eerdere beslissing van de officier van justitie wordt bevestigd. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in zaken van meineed en de rol van de rechter in het beoordelen van getuigenverklaringen.