ECLI:NL:GHSHE:2013:BY8620
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- N.J.M. van Etten
- B.A. Meulenbroek
- I.B.N. Keizer
- Rechtspraak.nl
Verrekening van verbeurde dwangsommen in kort geding na ontbinding huwelijk
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding tussen twee partijen die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn geweest van 3 augustus 1972 tot 4 april 1996. Na de ontbinding van hun huwelijk hebben zij uitgebreid geprocedeerd over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de uitvoering van eerdere rechterlijke uitspraken. De aanleiding voor het kort geding is een exploot van deurwaarder d.d. 1 maart 2011, waarin aan de geïntimeerde, op verzoek van de appellant, werd bevolen om een bedrag van € 45.823,13 te betalen. Bij niet-nakoming zou executie plaatsvinden door inbeslagneming van onroerende en roerende zaken.
De geïntimeerde heeft in kort geding gevorderd dat de appellant wordt verboden om de executie voort te zetten en dat eventuele beslagen worden opgeheven, met een dwangsom van € 1.000,- per dag bij verzuim. De geïntimeerde stelt dat zij niets meer aan de appellant verschuldigd is, en dat zij een deel van haar schuld aan de appellant heeft verrekend met verbeurde dwangsommen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de geïntimeerde toegewezen, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen, en de appellant in de proceskosten veroordeeld.
De appellant is in hoger beroep gegaan en heeft betwist dat de geïntimeerde aan hem verschuldigd was. Het hof heeft echter geoordeeld dat de voorzieningenrechter terecht heeft geoordeeld dat de geïntimeerde aan de appellant een bedrag verschuldigd was en dat de verrekening met verbeurde dwangsommen mogelijk is. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en het vonnis waarvan beroep bekrachtigd. De appellant is veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 284,- voor verschotten en € 894,- voor salaris van de advocaat.