ECLI:NL:GHSHE:2013:BY8208

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
8 januari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.102.074 E
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring in hoger beroep

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van appellanten [appellant sub 1.] en [appellante sub 2.] tegen een tussenvonnis van de rechtbank Roermond. Het hof heeft op 8 januari 2013 uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer HD 200.102.074. De zaak is een vervolg op een eerdere beslissing van het hof van 21 augustus 2012, waarin appellanten in de gelegenheid zijn gesteld om een akte te nemen. Het hof heeft in die beslissing vastgesteld dat het vonnis waarvan beroep een tussenvonnis is, omdat er geen uitdrukkelijk einde is gemaakt aan enig deel van het gevorderde. Appellanten hebben vervolgens een akte genomen, waarop de geïntimeerde, Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., een antwoordakte heeft ingediend. Na het indienen van aanvullende gedingstukken hebben partijen uitspraak gevraagd.

Het hof heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat appellanten niet-ontvankelijk zijn in hun hoger beroep, omdat zij geen toestemming hebben gekregen van de kantonrechter om tussentijds hoger beroep in te stellen, zoals vereist volgens artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit betekent dat het hoger beroep nodeloos aanhangig is gemaakt. Het hof heeft appellanten bovendien veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 649,00 aan verschotten en € 632,00 aan salaris advocaat. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.102.074
arrest van 8 januari 2013
in de zaak van
1. [Appellant sub 1.],
2. [Appellante sub 2.],
beiden wonende te [woonplaats],
appellanten,
advocaat: mr. S. Bharatsingh,
tegen:
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. T.J.P. Jager,
als vervolg op de door het hof gegeven beslissing van 21 augustus 2012 in het hoger beroep van het door de rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Venlo onder nummer 313532/CV EXPL 11-2525 gewezen vonnis in het incident van 21 september 2011.
5. De beslissing van 21 augustus 2012
Bij genoemde beslissing heeft het hof [appellant sub 1.] c.s. in de gelegenheid gesteld een akte te nemen en is iedere verdere beslissing aangehouden.
6. Het verdere verloop van de procedure
6.1.[appellant sub 1.] c.s. hebben een akte genomen, waarna Nationale Nederlanden een antwoordakte heeft genomen.
6.2. Partijen hebben daarna aanvullend de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
7. De verdere beoordeling
7.1.Het hof heeft in overweging 3.5.1 van de beslissing van 21 augustus 2012 reeds overwogen dat het vonnis waarvan beroep een tussenvonnis is, omdat in het vonnis niet een uitdrukkelijk einde is gemaakt aan enig deel van het gevorderde. Hetgeen [appellant sub 1.] c.s. in de akte van 4 september 2012 hebben aangevoerd maakt dit oordeel niet anders. Nu is gesteld noch gebleken dat [appellant sub 1.] c.s. toestemming hebben gekregen van de kantonrechter om tussentijds hoger beroep in te stellen, zijn zij gelet op het bepaalde in artikel 337 lid 2 Rv niet-ontvankelijk in het onderhavige hoger beroep.
7.2.[appellant sub 1.] c.s. worden veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, aangezien het hoger beroep nodeloos aanhangig is gemaakt.
8. De uitspraak
Het hof:
verklaart [appellant sub 1.] c.s. niet-ontvankelijk in het hoger beroep van het vonnis van 21 september 2011;
veroordeelt [appellant sub 1.] c.s. in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van Nationale Nederlanden worden begroot op € 649,00 aan verschotten en op € 632,00 aan salaris advocaat;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. S.M.A.M. Venhuizen, S. Riemens en M.B. Beekhoven van den Boezem en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 8 januari 2013.