Het hof kan met de door [geïntimeerde] opgemaakte verantwoordingen niet uit de voeten. Uit de door [geïntimeerde] opgemaakte verantwoording valt op te maken dat op enige dag in 2008 (welke die dag was blijkt niet) een bedrag van € 250.000,- is gestort bij de SNS-bank en dat die belegging op een dag in 2013 zal leiden tot een uitkering van
€ 311.500,-. Uit de memorie van antwoord (pagina 3 bovenaan, ad k) maakt het hof op dat het gaat om een overboeking van de bonusspaarrekening en de AEX-spaarrekening. Blijkens de dechargeakte beliep het actief samen € 306.142,07, maar niet duidelijk wordt hoe het verschil tussen dit bedrag en het bedrag van € 250.000,- geduid moet worden. In de verantwoording staat dat is ‘uitgekeerd’ (aan wie?) inclusief een niet nader genoemd rendement € 310.020,46. Het rentepercentage van de SNS-belegging wordt niet vermeld, noch de aard van de rechtsverhouding met de SNS-bank. Of de rechtsverhouding inmiddels is overgegaan op [appellante] blijkt niet. Het standpunt van [appellante] over de vraag of zij een en ander aanvaardt als deugdelijke belegging, heeft het hof overigens ook niet kunnen achterhalen.
Het hof maakt uit het overzicht van [geïntimeerde] tevens op dat aan [appellante] op enig moment is overgedragen het saldo van haar privé-rekening ten tijde van het ingaan van de voogdij, te weten € 1.148,02. Dit bedrag is kennelijk niet rentedragend weggezet. Een verklaring wordt door [geïntimeerde] niet gegeven.
In de akte van 18 september 2012 stelt [geïntimeerde] dat hij aan [appellante] rechtstreeks
€ 34.000,- heeft uitgekeerd. Een specificatie onder vermelding van data ontbreekt. Zo is niet duidelijk of daaronder begrepen dient te worden genoemd bedrag op de privé-rekening, noch of daarin is begrepen een rente-component.
In de verantwoording stelt [geïntimeerde] dat is uitgekeerd € 368.755,07. Het hof heeft
niet kunnen opmaken of dit bedrag in 2005 aan [geïntimeerde] is uitgekeerd of later door hem aan [appellante] . Uit de derde alinea van de akte van 18 september 2012 begrijpt het hof dat het gaat om een uitkering in 2005 aan [geïntimeerde] . Hij stelt immers daarvan
€ 250.000,- te hebben herbelegd (daarmee kennelijk doelende op genoemde SNS-belegging).
In de memorie van antwoord (onderaan pagina 2, ad i) noemt [geïntimeerde] een ‘Friesland Bank Depot’ ad € 34.000,- uitgekeerd in 2009. Enige toelichting wordt niet gegeven. Zo is onduidelijk hoeveel is ingelegd.