In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 29 november 2013 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich niet-ontvankelijk verklaard zag. Het wrakingsverzoek was ingediend door mr. P.M.J. Graus namens verzoekster op 17 oktober 2013, gericht tegen de raadsheren O.G.H. Milar, M.C. Bijleveld-van der Slikke, C.E.M. Renckens en M.L.F.J. Schyns. Verzoekster stelde dat de weigering van het hof om de behandeling van de hoofdzaak aan te houden, een grond voor wraking opleverde. Het hof had echter al op 30 augustus 2013 besloten over de zitting, en verzoekster had geen verklaring gegeven voor de vertraging in de indiening van het wrakingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, en dat verzoekster misbruik maakte van het wrakingsmiddel. De beslissing van het hof was dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden en dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster niet in behandeling zou worden genomen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden geïnformeerd.