Uitspraak
de verzoeker”,
de raadkamer”.
1.Het procesverloop
2.Het standpunt van verzoeker
3.Het standpunt van de advocaat-generaal
4.De beoordeling
af;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 november 2013 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen de rechters A.M.G. Smit, O.M.J.J. van de Loo en W. van Nierop. Het verzoek tot wraking was gedaan naar aanleiding van een zitting op 30 september 2013, waarbij de verzoeker meende dat zijn mensenrechten waren geschonden en dat de rechters niet onpartijdig waren. De wrakingskamer heeft het verzoek in raadkamer behandeld op 24 oktober 2013, waarbij de verzoeker zijn standpunt nader toelichtte. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van het verzoek.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek van de verzoeker voornamelijk gebaseerd was op het feit dat de leden van de raadkamer niet de voorzitter van de meervoudige kamer waren die de strafzaak had behandeld. De wrakingskamer oordeelde dat, hoewel de verzoeker een punt had over de procedurele afwijkingen, deze op zichzelf niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of een schending van de onpartijdigheid van de rechters. Bovendien werd opgemerkt dat de verzoeker eerder een reeks wrakingsverzoeken had ingediend die allemaal ongegrond waren verklaard, wat leidde tot de conclusie dat hij misbruik maakte van het wrakingsmiddel.
De wrakingskamer besloot het verzoek tot wraking af te wijzen en bepaalde dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker niet in behandeling hoefde te worden genomen. De beslissing werd genomen door de voorzitter N.J.M. van Etten en de raadsheren P.J.M. Bongaarts en N.J.M. Ruyters, in aanwezigheid van griffier R.P. Sampat.