Uitspraak
GERECHTSHOF TE ’s-HERTOGENBOSCH
M.I.A. Schlaghecke-Bouman, raadsheren in de afdeling strafrecht van het gerechtshof te
’s-Hertogenbosch.
1.Het procesverloop
2.De beoordeling
M.I.A. Schlaghecke-Bouman.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 december 2013 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van een verdachte, die zich niet kon vinden in de samenstelling van de strafkamer. Het verzoek tot wraking was ingediend door de raadsman van de verdachte, mr. J.A.W. Knoester, op 22 november 2013. De verdachte, geboren in 1985 en thans verblijvende in PI Rijnmond, stelde dat de raadsheren J.J. van der Kaaden, M.L.P. van Cruchten en M.I.A. Schlaghecke-Bouman niet onpartijdig waren. De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 12 december 2013, waarbij de advocaat-generaal mr. A.W.A. Willemsen en de raadsvrouwe mr. A.A. van Harmelen aanwezig waren. De advocaat-generaal concludeerde tot afwijzing van het wrakingsverzoek.
De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld, waarbij werd gekeken naar de onpartijdigheid van de rechters. De verzoeker stelde dat de strafkamer de schijn van partijdigheid had gewekt door bepaalde deskundigen op te roepen en andere niet, en dat dit de indruk wekte dat de strafkamer de kritiek op de rapportage van deskundige Van Beek wilde verdoezelen. De wrakingskamer oordeelde echter dat de strafkamer op ambtshalve basis had gehandeld en dat er geen objectieve redenen waren om aan de onpartijdigheid van de rechters te twijfelen.
Uiteindelijk concludeerde de wrakingskamer dat er geen omstandigheden waren die de vrees van de verzoeker voor vooringenomenheid konden rechtvaardigen. Het verzoek tot wraking werd dan ook ongegrond verklaard en afgewezen, waarna het proces in de hoofdzaak werd voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.