4.1[leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] heeft met grief V onder meer bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de term explosie voor de gebeurtenis die de grondslag vormt voor de gestelde aansprakelijkheid van [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen]. Naar het oordeel van het hof heeft [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] onvoldoende gemotiveerd betwist dat een explosie heeft plaatsgevonden. Dit geldt in het bijzonder nu ook van de zijde van [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] in de procedure in eerste aanleg en in het mede zijdens [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] uitgevoerde onderzoek het standpunt is ingenomen dat een explosie heeft plaatsgevonden en [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] voor de wijziging van haar standpunt geen verklaring heeft gegeven, overigens nog daargelaten het belang van de gebruikte aanduiding van de calamiteit. Het hof verwerpt deze grief in zoverre.
Voor het overige heeft [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] geen grieven gericht tegen de feiten zoals door de rechtbank vastgesteld in r.o. 2.1-2.6 van het vonnis van 22 december 2010. Het hof zal derhalve van diezelfde feiten uitgaan. Daarnaast zijn enkele andere feiten als enerzijds gesteld en anderzijds onvoldoende gemotiveerd betwist komen vast te staan.
Voor de leesbaarheid van het arrest geeft het hof hierna een overzicht van de relevante feiten.
a. a) [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] is gevestigd in [vestigingsplaats 1.]. [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] houdt zich bezig met het leveren van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen. [WP TAMM] Industriele Backtechnik GmbH ([WP]), gevestigd in [vestigingsplaats 1.] (Duitsland), maakt evenals [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] deel uit van het [Concern A.]-concern. [WP] is een de zustervennootscha van [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen].
b) [ESS] GmbH (hierna: [ESS]) is gevestigd in Duitsland. [zustervennootschap van ESS] te [vestigingsplaats 3.] (Duitsland) is de zustervennootschap van [ESS]. Beide vennootschappen behoren tot het [Concern B.] (hierna: [Concern B.]).
c) Self Reliance is een Surinaamse verzekeringsmaatschappij. Zij heeft de eigendommen verzekerd van het [Concern Beheer] N.V. te Suriname, waaronder de belangen van [Bakkerij] Bakkerij NV (‘[Bakkerij]’), conform de polis d.d. 9 juli 2008 met bijbehorende verzekeringsvoorwaarden (productie 1 inleidende dagvaarding).
d) [Bakkerij] heeft [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] benaderd in verband met het sluiten van een overeenkomst voor de bouw van een industriële bakkerij installatie (oven) ten behoeve van de broodfabriek van [Bakkerij]. Het betrof een complete productielijn bestaande uit een knederij, broodlijn en een netbandoven.
e) [WP], heeft vervolgens op 20 april 2005 aan [Bakkerij] een offerte uitgebracht.
In de offerte van [WP] (productie 2 conclusie van antwoord) is onder andere bepaald:
‘LIABILITY:
To the exclusion of additional claims, in particular loss of products or profits and/or other indirect or consequential damages, we shall be liable to you for damages only if a member of our management board or one of our senior executives commits an act of wilful misconduct or Gross negligence.
For personal injury we shall liable in accordance with statutory provisions. Any additional liability under the product liability act shall not be affected by this. Also uneffected be warranty claims according to our ‘Genral Terms and Conditions of Supplies and Services.’
f) [Bakkerij] heeft vervolgens met betrekking tot de door haar te bestellen oven op 11 mei 2005 een bespreking gehad met [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] (de heer [medewerker A. van lerancier]), waarvan een besprekingsverslag is gemaakt (productie 3 conclusie van antwoord). Tijdens dit gesprek is over diverse onderwerpen gesproken en is onder andere de prijs voor de oven bepaald op € 878.040,00. Bij deze gelegenheid is niet gesproken over (uitsluiting van) aansprakelijkheid. [Bakkerij] heeft op diezelfde datum de oven bij [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] besteld.
g) [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] heeft bij brief van 2 juni 2005 een voorlopige orderbevestiging, met ordernummer 700982 aan [Bakkerij] toegezonden, waarvan blad 1 en blad 9 door Self Reliance zijn overgelegd als productie 2 bij inleidende dagvaarding (productie 2 memorie van antwoord). Daarin is de in r.o. 4.1 sub e) aangehaalde bepaling omtrent uitsluiting van aansprakelijkheid uit de door [WP] uitgebrachte offerte niet opgenomen. Wel worden in die orderbevestiging twee verschillende sets algemene voorwaarden van toepassing verklaard, namelijk enerzijds de FME-CWM-voorwaarden (‘de FME-voorwaarden’, productie 5 memorie van antwoord) en anderzijds de Orgalime 01- voorwaarden (‘de Orgalime-voorwaarden’, productie 4 conclusie van antwoord). Op blad 1 van de (voorlopige) orderbevestiging is vermeld:
‘Op alle aanbiedingen en leveringen zijn van toepassing de algemene voorwaarden voor de metaal- en elektronische industrie, zoals laatstelijk door de Vereniging FME-CWM gedep. ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag. Deze voorwaarden zijn bijgevoegd of worden u op aanvraag gratis toegezonden. Andersluidende voorwaarden worden uitdrukkelijk afgewezen.’
Op blad 9 van de voorlopige orderbevestiging is het volgende vermeld: ‘
Op alle aanbiedingen en leveranties zijn van toepassing de algemene verkoopvoorwaarden vastgelegd door Orgalime 01.’
Beide sets algemene voorwaarden bevatten bepalingen met betrekking tot de uitsluiting van aansprakelijkheid van de gebruiker, welke bepalingen niet gelijkluidend zijn.
[leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] heeft voorts een meer uitgebreide orderbevestiging overgelegd (productie 1 conclusie van antwoord). Ook daarin is zowel de verwijzing naar de FME-voorwaarden als de verwijzing naar de Orgalime voorwaarden opgenomen, op blad 1 respectievelijk blad 8.
h) In de ‘product description’ met betrekking tot de oven (productie 4 memorie van antwoord) is onder het kopje ‘Burner equipment’ vermeld:
Usual burners for gas, oil or dual-fuel burners can be connected to the heating system.’
i. i) [Bakkerij] heeft gekozen voor branders van het merk Elco. [WP] heeft de branders van het merk Elco gekocht. [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] heeft de oven inclusief de branders aan [Bakkerij] geleverd.
j) De oven is in december 2006 bij [Bakkerij] te Suriname afgeleverd. De door [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] aanvaarde opdracht is feitelijk uitgevoerd door [WP], met hulp van [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen]. In de maand juli 2007 heeft de heer [medewerker B. van leverancier] ([medewerker B. van leverancier]) van [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] de oven geïnstalleerd, de brander afgesteld en de oven opgestart. Als productie 3 bij de inleidende dagvaarding (productie 6 memorie van antwoord) is overgelegd een door zowel [Bakkerij] (de heer [medewerker 1. van Bakkerij]) als door [medewerker B. van leverancier] ondertekend document ter zake. Vervolgens is [Bakkerij] tot 1 november 2007 met de oven gaan proefdraaien.
k) Op 20 oktober 2007 is gebleken dat sprake was van een uitwendige diesellekkage, als gevolg van het lekken van een driewegklep. [Bakkerij] heeft dit op of omstreeks 20 oktober 2007 aan [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] gemeld. [medewerker B. van leverancier] heeft toen de lekkende onderdelen vervangen en de brander opnieuw afgesteld.l) [Bakkerij] heeft de oven op 1 november 2007 in gebruik genomen.
m) Op 15 april 2008 is [medewerker B. van leverancier] weer bij [Bakkerij] geweest, ditmaal samen met de heer [X.], teneinde diesellekkages aan beide branders te verhelpen. Bij die gelegenheid is de lekkage opgelost en zijn diverse onderdelen vervangen.
n) Omdat problemen bleven bestaan met de brander is op advies van [medewerker B. van leverancier] de heer [medewerker van Concern B.] ([medewerker van Concern B.]) van [Concern B.] bij [Bakkerij] geweest om de brander af te stellen.
o) Op 24 mei 2008 is de driewegklep van de brander nogmaals wegens lekkage vervangen.
p) Op 7 augustus 2008 rond 6.00 uur heeft een explosie in de oven bij [Bakkerij] plaatsgevonden.
q) [Bakkerij] heeft schade geleden als gevolg van deze explosie, waaronder bedrijfsschade. In verband daarmee heeft zij zich gewend tot haar verzekeraar, Self Reliance.
[Bakkerij] heeft zich er jegens de verzekeraar op beroepen dat zij schade heeft geleden ter hoogte van USD 283.205,98. Deze kosten zijn gespecificeerd in het als productie 8 bij inleidende dagvaarding (productie 11 memorie van antwoord) overgelegde overzicht. Self Reliance heeft de bijlagen bij dit overzicht overgelegd als productie 11 bij memorie van antwoord. De door Self Reliance opgevoerde schadeposten hebben met name betrekking op herstelkosten, werkzaamheden van [medewerker B. van leverancier] en [medewerker van Concern B.], personeels- voedings- en schoonmaakkosten, alsmede gederfde winst.
r) Na de explosie is onderzoek gedaan naar de oorzaak daarvan. Bij dit onderzoek is [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] betrokken geweest, onder andere in de persoon van [medewerker B. van leverancier].
s) In een brief getiteld ‘Toedracht explosie oven nieuwe broodfabriek [pand]’ van 13 augustus 2008’ (productie 4 inleidende dagvaarding/ productie 7 memorie van antwoord), opgemaakt door de heer [medewerker 2. van Bakkerij] van [Bakkerij], is opgenomen dat na het arriveren van [medewerker B. van leverancier] op zondag 10 augustus 2008 een aanvang is gemaakt met het uit elkaar halen van de oven om de oorzaak van de explosie te achterhalen. [medewerker B. van leverancier] heeft blijkens de brief onderdeel uitgemaakt van het onderzoeksteam. Voorts is daarin de volgende passage opgenomen:
‘Uit het onderzoek blijkt dat aan de Elco brander 2 van de oven een lekkage is geconstateerd aan de klep in de brandstofvoedingsleiding. Dit is waargenomen door de brander buiten de oven te testen. Het gehele team was hierbij aanwezig. Vervolgens is het complete binnenwerk van de klep gedemonteerd, schoongemaakt en teruggeplaatst in de brander. Op basis van de test daarna bleek dat de lekkage verholpen was. Door de lekkage van de klep waarvan niet bekend is hoe lang deze er al was, heeft een ophoping van diesel in de branderkamer plaatsgevonden. De branders van de oven slaan af indien de oven op temperatuur is. Het vermoeden bestaat dat de klep al geruime tijd lekte en dit gezorgd heeft voor een grote hoeveelheid brandstof die op een gegeven moment bij het weer inkomen van de branders geleid heeft tot een explosie.’
Blijkens deze beschrijving van de toedracht zijn de historische ‘operating conditions’ vermoedelijk door de kracht van de explosie verloren gegaan. Volgens de productiechef blijkt dat de PLC geen storingen aangaf op donderdag 7 augustus, vanaf de opstart tot na de explosie. Geen van de medewerkers die aanwezig waren in de bakkerij heeft voorts een alarm gehoord voorafgaand aan de explosie. Voorts is vermeld dat [medewerker B. van leverancier] in zijn rapport alle bevindingen zal opnemen.
t) De heren [medewerker 1. van WP] en [medewerker 2. van WP] van [WP] hebben op 16 september 2008 in een brief met onderwerp ‘Oven explosion Aug 7th 2008’ (productie 5 inleidende dagvaarding/ productie 8 memorie van antwoord) het volgende geschreven:
‘During the last visit of Mr [medewerker B. van leverancier] several tests with the burner and the complete heating system with all safety devices where made. The safety devices worked all properly. But Mr [medewerker B. van leverancier] found that the burner solenoid valve between the oil pump and the nozzle was untight.
As a result of this untightness, it was possible that unburned oil could get into the combustion chamber
(…)
But in case of a hot oven, this oil might evaporate on the hot surface of the combustion chamber and might create an explosive oil vapor/air mixture. In case this happens, for example during burner stop due to ‘bake chamber excess temperature’ the burner will start automatically again (after reaching set point) and might ignite this mixture. The explosion started most probably in the combustion chamber.(…)
We think, this is the most likely reason for this explosion. If there would have been a dust explosion, all channels would have been damaged or destroyed.’
u) Op 11 september 2008 (productie 6 inleidende dagvaarding/productie 9 memorie van antwoord) is een document opgemaakt dat zowel door [medewerker van Concern B.] ([Concern B.]) als door [medewerker 1. van Bakkerij] ([Bakkerij]) is ondertekend. Voor zover relevant is daarin het volgende opgenomen:
‘We have done a lot of investigations together with [WP] and the conclusion of them is that the explosion is caused by leaking of the burner.
Therefore it is very important that [Concern B.] comes to Surinam to check the burners, the combustion and the dieselsystem and investigate also what the cause could be of the explotion from their point of view.
We informed mr [medewerker van Concern B.] about the details with picture and films together with the agent of our Insurance company, Mr.[agent of Insurance Company].
We also discussed the situation and showed him the difference in pressure between chamber 1 and chamber 2. Chamber 1 has a negative pressure and chamber 2 has a positive pressure.
Mr [medewerker van Concern B.] will do a modifications on both burners and that is mounting an extra solenoid valve in the diesel liquid line to avoid leakage, measuring the combustiongasses en adjust the burner if necessary.
Some hours is also reserved for training of the technicians.()
We have seen now for the third morning that burner 1 is leaking before the start of the oven. After running the nozzle is not leaking anymore.’
v) Bij fax van 14 augustus 2008 (prod. 7 inleidende dagvaarding) heeft [medewerker 2. van WP] ([WP]) aan [medewerker 1. van Bakkerij] ([Bakkerij]) geschreven:
‘Our field engineer Mr [medewerker B. van leverancier] has investigated the damaged oven.
The reason for the explosion was very probable the failure of both magnetic valves. Mr [medewerker B. van leverancier] noticed that there were leakage of the valves. Therefore light fuel was dropping into the combustion chamber during a regular switch off of the burner. The light fuel oil was vaporized and it came to an explosive mixture.’
w) Bij brief van 11 augustus 2009 heeft Self Reliance het door [Bakkerij] geclaimde bedrag ter zake van schade aan de oven geaccepteerd tot een bedrag ter hoogte van USD 134.430,92 alsmede betaling van dat bedrag toegezegd. Self Reliance heeft ter zake een ‘loss release’ afgegeven (productie 9 inleidende dagvaarding). In de loss release is opgenomen:
‘As final payment of all losses and damages for the settlement and discharge of our claim for loss and/or damage to the Bakery/oven on the 7 of August 2008 excluding loss and/or damage to parts of the oven as mentioned in the quotations 28001077, 28001162 and 28001113 of which the volume of the loss(es) and/or the parts to be renewed and/or to be repaired is still pending’.
Self Reliance heeft vervolgens het bedrag ad USD 134.430,92 aan [Bakkerij] betaald.
4.2.1Self Reliance heeft in eerste aanleg gevorderd:
- te verklaren voor recht dat [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] aansprakelijk is voor de door Self Reliance geleden schade als gevolg van de explosie bij [Bakkerij];
- [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 94.870,05 (USD 134.403,92), te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag dat Self Reliance de verschillende uitkeringen aan [Bakkerij] heeft gedaan, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
- [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 2.000,= ter zake van buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum der dagvaarding.
[leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] heeft de vorderingen van Self Reliance betwist en heeft - na toestemming daartoe bij vonnis van 20 januari 2010 - [ESS] in vrijwaring opgeroepen.
4.2.2Bij vonnis van 16 maart 2011 heeft de rechtbank [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] veroordeeld tot betaling aan Self Reliance van een bedrag ter hoogte van € 94.870,05 met wettelijke rente vanaf 13 augustus 2009, alsmede tot betaling van een bedrag ter hoogte van € 2.000,= met wettelijke rente vanaf 21 augustus 2009. De rechtbank heeft voorts [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] veroordeeld in de gedingkosten en voor recht verklaard dat [leverancier van apparatuur en machines aan industriële bakkerijen] aansprakelijk is voor de door Self Reliance geleden schade als gevolg van de explosie bij [Bakkerij].
De rechtbank heeft de vordering in de vrijwaringszaak afgewezen. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat niet is komen vast te staan dat [ESS] de contractspartij van [WP] is geweest.