ECLI:NL:GHSHE:2013:5961

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 december 2013
Publicatiedatum
10 december 2013
Zaaknummer
HD 200.099.776_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar vorstbestandheid van natuurstenen buitenterras

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van appellant [X.], h.o.d.n. [natuursteen], tegen geïntimeerde [Y.]. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarbij een deskundigenonderzoek is gelast. Het hof heeft op 10 september 2013 bepaald dat de heer ing. H.W.J. van Hall als deskundige zal optreden en dat een voorschot van € 1.210,-- door de geïntimeerde moet worden voldaan. Dit voorschot is op 20 september 2013 door de geïntimeerde betaald.

De deskundige heeft op 11 november 2013 gerapporteerd dat de inspectie van het natuurstenen buitenterras heeft plaatsgevonden en dat er monsters zijn genomen voor vorstbestandheidstests. De kosten voor dit aanvullende onderzoek zijn eveneens geraamd op € 1.210,--. Beide partijen hebben ingestemd met het voorstel van de deskundige voor aanvullend onderzoek.

Het hof heeft in zijn uitspraak van 10 december 2013 bepaald dat het aanvullend onderzoek zal worden uitgevoerd en dat de geïntimeerde het voorschot van € 1.210,-- moet overmaken naar het hof. De termijn voor het indienen van het schriftelijk, ondertekend bericht is vastgesteld op 18 februari 2014, waarna de zaak op de rol van 18 maart 2014 is gezet voor akte na deskundigenbericht aan zijde van de geïntimeerde. Het hof houdt verdere beslissingen aan tot na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.099.776/01
arrest van 10 december 2013
in de zaak van
[X.], h.o.d.n. [natuursteen] Natuursteen,
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. N.A.E. Adema te Groningen,
tegen:
[Y.],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. I. Stolting te Roosendaal,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 21 februari 2012, 7 mei 2013 en 10 september 2013 in het hoger beroep van het door de rechtbank Breda onder zaaknummer 216205/HA ZA 10-432 tussen partijen gewezen vonnis van 5 oktober 2011.

10.Het tussenarrest van 10 september 2013

Bij genoemd arrest heeft het hof bepaald dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer ing. H.W.J. van Hall. Verder is bepaald dat het voorschot van € 1.210,-- voorlopig ten laste van [geïntimeerde] komt. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald op drie maanden nadat de griffier de ontvangst van het voorschot heeft bericht. Iedere verdere is beslissing aangehouden.

11.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

11.1.
[geïntimeerde] heeft op 20 september 2013 het voorschot van € 1.210,-- op de aangegeven wijze voldaan.
11.2.
De deskundige heeft bij emailbericht van 11 november 2013 aan de griffier van het hof bericht dat de inspectie van het natuurstenen buitenterras heeft plaatsgevonden in het bijzijn van partijen. De deskundige heeft voorts vier monsters genomen en voorgesteld om deze tegels te laten testen op vorstbestandheid. Partijen hebben daarmee ingestemd. De kosten van dit aanvullende onderzoek door [onderzoeksbureau] B.V. zullen volgens opgave van de deskundige circa € 1.210,-- (inclusief btw) bedragen. De deskundige geeft voorts aan dat de termijn voor het aanvullend onderzoek minimaal één maand zal bedragen.
11.3.
Op 18 november 2013 heeft de griffier van het hof partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op het voorstel van de deskundige en het daarbij behorende aanvullend voorschot. Mr. Adema heeft op 19 november 2013 gereageerd en mr. Stolting heeft zich op 26 november 2013 uitgelaten. Beide partijen hebben verklaard dat zij akkoord zijn.
11.4.
Het hof beslist zoals in het dictum is bepaald.

12.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat de deskundige een aanvullend onderzoek zal laten verrichten, zoals beschreven in zijn emailbericht van 11 november 2013;
bepaalt het voorschot voor de kosten van het aanvullend onderzoek op € 1.210,--, inclusief btw;
bepaalt dat [geïntimeerde] het aanvullend voorschot van € 1.210,--
binnen twee weken na hedenzal overmaken naar IBAN-rekeningnummer NL53 RBOS 0569 990572 ten name van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, onder vermelding van HD 200.099.776/01;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien de kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op 18 februari 2014;
verwijst de zaak naar de rol van 18 maart 2014 voor akte na deskundigenbericht aan zijde van [geïntimeerde];
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, L.R. van Harinxma thoe Slooten en J.C.J. van Craaikamp en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 10 december 2013.