Uitspraak
Algemeen
Hadden de opnamen gemaakt mogen worden?
Hadden de camerabeelden aan derden mogen worden verstrekt en mogen worden uitgezonden?
Was er sprake van een zwaarwegend belang?
nietziet op de bescherming van de rechtspositie van de verdachte. Met andere woorden: de verdachte kan zich niet beroepen op het niet naleven van de Aanwijzing, omdat de Aanwijzing is geschreven voor de interne werkwijze van het openbaar ministerie bij de inzet van opsporingsberichtgeving als opsporingsmiddel.
naar het hof begrijpt: mondeling aan de advocaat-generaal) heeft medegedeeld dat hij, indien hem vooraf toestemming was gevraagd voor het vertonen van de hier aan de orde zijnde camerabeelden, toestemming voor verstrekking van de beelden aan Omroep Brabant zou hebben verleend.
2. Wat is opsporingsberichtgeving
4.Eisen aan inzet opsporingsberichtgeving
7.Besluitvorming, procedure en overleg
- die als doel heeft beperkt, namelijk lokaal of regionaal, aandacht voor het bericht te krijgen
10.Gebruik beeld- en geluidsmateriaal
het hof begrijpt: de wijze van publicatie).
uitvoeringvan de publicatie en verwijdering van opsporingsberichten onder verantwoordelijkheid van het R.O.O., terwijl in de bijlage 2, die de tekst heeft “aanmelden voor regionale opsporingsberichtgeving” onder het tweede aandachtstreepje is opgenomen: de zaaksofficier van justitie
bespreekte.e.a. met de persofficier van justitie/voorzitter R.O.O.
- a) de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd, indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd;
- b) de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen bijdragen aan het bewijs van het telastegelegde feit;
- c) het openbaar ministerie niet ontvankelijk is, indien door het verzuim geen sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een behoorlijke procesorde voldoet.
in beginsel(
toevoeging hof) een ernstige inbreuk op van de privacy van die verdachte, zelfs wanneer deze zich op de openbare weg bevond maar geen deel nam aan een publieke gebeurtenis. [5]
naar het hof begrijpt)heeft verstapt en dus slechts een stapbeweging heeft gemaakt en niet een schoppende beweging in de richting van het hoofd van het slachtoffer heeft gemaakt, heeft het hof bij de waarneming van de camerabeelden niet kunnen vaststellen. Met de rechtbank neemt het hof op die beelden een schopbeweging waar en niet de (stap)beweging, zoals door de verdachte is omschreven en ook ter terechtzitting in hoger beroep door de verdachte is voorgedaan. Voorts is het hof met de rechtbank van oordeel dat de stelling van de verdachte dat hij terug is gegaan om de medeverdachte weg te halen, niet geloofwaardig is, gelet op de omstandigheid dat de verdachte nog een schoppende beweging in de richting van het hoofd van het slachtoffer heeft gemaakt op het moment dat deze op de grond lag.
4 oktober 2013 niet blijkt dat hij in Nederland eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Het hof gaat bij de beoordeling van de zaak dan ook uit van een zogenaamde first offender, te weten iemand die voor het eerst met politie en justitie in aanraking is gekomen.
zeer ernstigeschending, met name omdat de verdachte minderjarig was ten tijde van het uitzenden van de beelden, wordt door het hof niet gedeeld. Immers, eerst achteraf, toen de identiteit van de verdachten bekend was, is vastgesteld kunnen worden dat de groep personen die te zien was op de camerabeelden grotendeels uit minderjarigen bestond. Anders dan de verdediging is het hof namelijk van oordeel dat bij het bekijken van de camerabeelden het niet aanstonds duidelijk is en voor het openbaar ministerie ook niet duidelijk kon zijn, dat het om minderjarigen gaat.
ernstigeschending van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte.
8 (acht) maanden.
4 (vier) maanden,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.