ECLI:NL:GHSHE:2013:5952
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na veroordeling voor overval en witwassen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Middelburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar voor diefstal met geweld en afpersing, en witwassen. Hij was vrijgesproken van een andere diefstal met geweld en voorbereidingshandelingen voor een ernstig misdrijf. Na het instellen van hoger beroep heeft de verdachte echter aangegeven zijn hoger beroep niet te willen voortzetten. De advocaat-generaal heeft daarop gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaart in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek naar de feiten nog niet was aangevangen en dat er geen belang was gediend bij een verdere behandeling van het hoger beroep. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, onder leiding van voorzitter mr. A.R. Hartmann, en raadsheren mr. N.J.L.M. Tuijn en mr. G.P.M.F. Mols, met mr. R. van den Munckhof als griffier.