Uitspraak
2.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een foto van het afgeschoren haar van [slachtoffer], dossierpagina 17.
3.
Het proces-verbaal van verhoor, in wettige vorm opgemaakt door [verbalisant 2], agent, en [verbalisant 3], aspirant, d.d. 3 januari 2013, dossierpagina’s 24-26, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de navolgende verklaring van[getuige]:
4.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, in wettige vorm opgemaakt door [verbalisant 4], brigadier, en[verbalisant 5], hoofdagent, d.d. 4 januari 2013, dossierpagina’s 59-61, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de navolgende verklaring van verdachte:
5.
Het proces-verbaal van verhoor, in wettige vorm opgemaakt door [verbalisant 4], brigadier, en[verbalisant 5], hoofdagent, d.d. 4 januari 2013, dossierpagina’s 74-77, voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de navolgende verklaring van [mededader 1]:
6.
Het ter terechtzitting in hoger beroep door de advocaat-generaal overgelegde proces-verbaal van verhoor, in wettige vorm opgemaakt door [verbalisant 6], hoofdagent, d.d. 3 januari 2013, proces-verbaalnummer [nummer], voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende de navolgende verklaring van [mededader 2]:
7.
Het ter proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep d.d. 20 november 2013, voor zover – zakelijk weergegeven – de navolgende verklaring van de verdachte:
taakstrafbestaande uit een werkstraf voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen jeugddetentie.
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen jeugddetentie, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals haar mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) ter zake immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.