ECLI:NL:GHSHE:2013:5656
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Chr. M. Aarts
- B.A. Meulenbroek
- J.M.M.B. Maes
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet wegens schadeveroorzakend gedrag en de beoordeling van roekeloosheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door Transporten B.V. tegen een werknemer, [geïntimeerde], die op staande voet is ontslagen. De werknemer was sinds 21 juni 1999 in dienst als vrachtwagenchauffeur en had in de loop der jaren meerdere schadegevallen veroorzaakt. De werkgever had de werknemer herhaaldelijk gewaarschuwd voor zijn onzorgvuldige rijgedrag, maar ondanks deze waarschuwingen bleef de werknemer schade veroorzaken. Op 29 november 2012 heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen, met als dringende reden het roekeloze rijgedrag van de werknemer, dat had geleid tot aanzienlijke schade aan het voertuig en de lading.
De voorzieningenrechter in eerste aanleg oordeelde dat er geen dringende reden was voor het ontslag op staande voet en heeft de werknemer gedeeltelijk in het gelijk gesteld door de doorbetaling van loon toe te wijzen vanaf 7 januari 2013. De werkgever ging in hoger beroep tegen deze beslissing, waarbij zij de grieven richtte tegen het oordeel van de voorzieningenrechter over het al dan niet bestaan van een dringende reden.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de gedragingen van de werknemer in de laatste week van november 2012 niet voldeden aan de eisen van roekeloosheid zoals bedoeld in artikel 7:678 lid 2 onder g BW. Het hof oordeelde dat de werkgever niet had mogen overgaan tot ontslag op staande voet, omdat de gedragingen van de werknemer niet als roekeloos konden worden gekwalificeerd. Het hof bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter en veroordeelde de werkgever in de kosten van het beroep.