Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 203548/ HA ZA 09-2800)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
Stichting Derdengelden Notaris inzake APR B.V.. Later stond de rekening op naam van
[notaris 1. & kandidaat-notaris 1. Notarissen] Notarissen inzake APR B.V.[kandidaat-notaris 1.] is per 1 januari 1997 als kandidaat-notaris toegetreden tot de notarismaatschap van [notaris 1.] en kandidaat-notaris [kandidaat-notaris 2.]. Nadat [kandidaat-notaris 1.] op 1 december 1997 is benoemd tot notaris in [standplaats] is de maatschap verder gegaan onder de naam [notaris 1. & kandidaat-notaris 1. Notarissen] Notarissen. Op 1 januari 2001 is [notaris 1.] gedefungeerd. Het notariskantoor is als maatschap tussen [kandidaat-notaris 1.] en [notaris 2.], voortgezet onder de handelsnaam [notaris 1.], [kandidaat-notaris 1.] & [notaris 2.] Notarissen. [kandidaat-notaris 2.] is per 1 januari 2001 uitgetreden uit de maatschap en vervolgens tot medio 2006 in loondienst geweest bij het notariskantoor. [notaris 1.] is als adviseur bij het notariskantoor betrokken gebleven. Omstreeks zijn defungeren is voornoemde rekening op naam gezet van zijn persoonlijke holding, [Holding] B.V.. [notaris 1.] is op 3 februari 2003 overleden. [kandidaat-notaris 2.] is zijn erfgenaam. Op 20 maart 2003 is rekeningnummer [bankrekeningnummer 1.] opgeheven, het positief saldo ad € 5.200,00 is door [kandidaat-notaris 2.] opgenomen.
Stichting Derdengelden Notaris inzake APR B.V.. [appellant] betwist dit niet en stelt dat ook APR er vanuit ging dat rekeningnummer [bankrekeningnummer 1.] een zogenaamde kwaliteitsrekening betrof. Al vanaf het moment dat APR in oprichting was en voornoemd rekening nummer door [notaris 1.] was opgegeven om bepaalde zakelijke transacties, in de ruimste zin des woords, van APR via [notaris 1.] te laten lopen, heeft [notaris 1.], aldus [appellant], aan APR voorgehouden dat voornoemd rekeningnummer een kwaliteitsrekening betrof.