ECLI:NL:GHSHE:2013:5634

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 november 2013
Publicatiedatum
26 november 2013
Zaaknummer
HD 200.087.716-01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onvoldoende volmacht van advocaat in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door Crew Inc. en Shipping (PTE) LTD tegen een aantal geïntimeerden. De procedure is een vervolg op een eerder vonnis van de rechtbank Breda, waarbij de appellanten de geldigheid van de volmacht van de advocaat van de geïntimeerden, mr. A.C. Hansen, betwisten. Het hof heeft in een tussenarrest van 19 februari 2013 mr. Hansen de gelegenheid gegeven om nadere stukken te overleggen die het bestaan van zijn volmacht zouden aantonen. Echter, deze gelegenheid is niet benut, wat leidt tot de conclusie dat mr. Hansen niet over een toereikende volmacht beschikte om namens de geïntimeerden op te treden.

Het hof oordeelt dat de appellanten in hun eerste grief slagen, wat betekent dat de geïntimeerden niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen. Het hof wijst erop dat, hoewel partijen in persoon kunnen procederen voor de kantonrechter, de geldigheid van de volmacht van mr. Hansen uitdrukkelijk is betwist. Dit leidt tot de conclusie dat de geïntimeerden niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen. Om doelmatigheidsredenen besluit het hof om direct uitspraak te doen in de hoofdzaak, zonder de zaak terug te wijzen naar de eerste rechter, omdat een andere uitspraak redelijkerwijs niet mogelijk is.

Het hof vernietigt het vonnis waarvan beroep en verklaart de geïntimeerden niet ontvankelijk in hun vorderingen. Tevens worden de geïntimeerden veroordeeld in de kosten van de procedure, die voor de eerste aanleg zijn vastgesteld op € 600,- aan salaris gemachtigde en voor het hoger beroep op € 649,- aan griffierecht en € 2.306,- aan salaris advocaat. Deze uitspraak is gedaan op 26 november 2013.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.087.716/01
arrest van 26 november 2013
in de zaak van

1.[Crew] Crew Inc.,gevestigd te [vestigingsplaats], Filippijen,

2.
[Shipping] Shipping (PTE) LTD,
gevestigd te [vestigingsplaats], Republiek Singapore,
appellanten,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,
tegen

1.[geintimeerde 1.],wonende te [woonplaats],

2.
[geintimeerde 2.],wonende te [woonplaats],
3.
[geintimeerde 3.],wonende te [woonplaats],
geïntimeerden,
advocaat: mr. A.C. Hansen te Rotterdam,
als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 19 februari 2013, hersteld bij arrest van 2 april 2013, in het hoger beroep van het door de rechtbank Breda, team kanton Breda onder zaaknummer 628444 CV EXPL 10-8478 gewezen vonnis van 9 februari 2011.

6.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 19 februari 2013 hersteld bij tussenarrest van 2 april 2013;
- de akte na tussenarrest van 7 mei 2013 van [appellanten] c.s. met producties.
Partijen hebben arrest gevraagd.

7.De verdere beoordeling

7.1.
Bij genoemd tussenarrest is aan de advocaat van [geintimeerden] c.s. de gelegenheid gegeven nadere stukken te overleggen waaruit het (nog) bestaan van zijn volmacht blijkt, een en ander als overwogen onder rov. 4.2.3. van dat tussenarrest.
7.2.
Vastgesteld moet worden dat van die gelegenheid geen gebruik is gemaakt, zodat het hof uit dient te gaan van de afwezigheid van toereikende volmachten aan mr. Hansen in deze procedure. Daarmee slaagt de eerste grief van [appellanten] c.s. tegen het beroepen vonnis.
7.3.
Het gevolg van het slagen van de grief is dat het er rechtens voor gehouden moet worden dat mr. Hansen van stond af aan over een ontoereikende volmacht beschikte om namens [geintimeerden] c.s. in rechte op te treden, zodat zij in hun vorderingen niet ontvankelijk moeten worden geacht. Weliswaar kunnen partijen voor de kantonrechter in persoon procederen en is het tweede lid van artikel 80 Rv niet van toepassing op advocaten, maar nu [appellanten] c.s. de geldigheid van de volmacht van mr. Hansen uitdrukkelijk heeft betwist, dient deze regel uitzondering te lijden (HR 26 september 2008, ECLI: NL:HR:2008:BD7592).
7.4.
Om doelmatigheidsredenen zal het hof daarom ook dadelijk in de hoofdzaak uitspraak doen zonder de zaak daartoe terug te wijzen naar de eerste rechter, nu immers een andere uitspraak redelijkerwijs niet mogelijk is. [geintimeerden] c.s. zullen worden veroordeeld in de kosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.

8.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep,
en doet opnieuw recht:
verklaart [geintimeerden] c.s. niet ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt [geintimeerden] c.s. in de kosten van de procedure, voor de eerste aanleg vastgesteld op € 600,- aan salaris gemachtigde en voor het hoger beroep op € 649,-- aan griffierecht en € 2.306,- aan salaris advocaat
Dit arrest is gewezen door mrs. Chr. M. Aarts, M. van Ham en A.A.H. van Hoek en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 26 november 2013.