Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
10.Het verloop van de procedure
11.De verdere beoordeling
(Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard, de ernst en het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?):
(Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van: - de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied; - de medische behandeling van de klachten van de onderzochte en het resultaat daarvan;- wat vindt u van de in deze zaak overgelegde rapporten van [neuroloog A.] en [neuroloog B.]? Onderschrijft u hun bevindingen? Kunt u motiveren waarom wel/niet?)De medische voorgeschiedenis vermeldt alleen een polsfractuur en een enkelfractuur links. De klachten van patiënt zijn behandeld met Voltaren medicatie (diclofenac) en chiropractie. In het rapport van [neuroloog A.] wordt aangegeven dat er geen neurologische afwijkingen zijn vastgesteld en dat de klachten geen belemmering vormen voor het functioneren van de patiënt. Ik ben het oneens met deze conclusie, patiënt heeft een reëel klachtenpatroon en deze klachten kunnen passen bij het handvibratiesyndroom. In het rapport van collega [neuroloog B.] wordt aangegeven dat er een discrepantie bestaat tussen de ernst van de klachten en de onderzoeksbevindingen. Uit het rapport blijkt ook duidelijk dat het een neurologisch gezien een moeilijk te duiden syndroom is met slechts lichte afwijkingen bij bijvoorbeeld EMG onderzoek of echo van de zenuwen van de arm.
( Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?)Bij neurologisch onderzoek is de knijpkracht van de linker hand verminderd, de dorsiflexie van de linker hand is minder krachtig dan rechts, er zijn nu geen sensibele afwijkingen meer aantoonbaar, geen kleurverschil van de handen, normale reflexen. Bij de sulcus ulnaris is de zenuw links gevoeliger dan rechts bij palpatie.
(Vraag d: Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek? Is er naar uw mening sprake van reële en consistente klachten bij betrokkene?)Patiënt heeft reële en consistente klachten.
Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?)Patiënt voldoet aan de criteria van een hand-armvibratiesyndroom links. Er zijn of weinig differentiaaldiagnostische overwegingen. Er zijn geen aanwijzingen voor een cervicaal radiculair syndroom, geen aanwijzingen voor een bewegingsbeperking van de linker schouder of een plexus brachialisaandoening.
dit syndroom waarschijnlijk bestaat”en dat het mogelijk is dat een andere deskundige met een andere opvatting tot een ander oordeel zou komen. Dit impliceert dat het antwoord van de deskundige dat [appellant] voldoet aan de criteria van een hand-arm vibratie syndroom ernstige relativering behoeft. Achmea stelt dat op de door het gerechtshof geformuleerde vraag of [appellant] lijdt aan het hand- armvibratiesyndroom een onmiskenbaar, niet voor tweeërlei uitleg vatbaar, antwoord behoort te volgen en concludeert vervolgens dat voornoemde vraag op basis van het deskundigenbericht zich niet (voldoende) positief laat beantwoorden.