In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Enexis B.V. De zaak betreft een hennepkwekerij die op 8 december 2008 werd aangetroffen in de woning van [appellant] en zijn oom, waar illegaal elektriciteit werd afgetapt. [appellant] was van 28 oktober 2008 tot 7 januari 2009 ingeschreven op het adres van de hennepkwekerij. Eerder was hij samen met zijn oom strafrechtelijk veroordeeld voor het telen van hennep in deze woning. Enexis vorderde in eerste aanleg betaling van schadevergoeding van [appellant] en zijn oom wegens een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst tot elektriciteitsaansluiting, dan wel onrechtmatige daad. De kantonrechter oordeelde dat [appellant] en zijn oom hoofdelijk aansprakelijk waren voor de schade aan Enexis, die voortvloeide uit het niet geregistreerde elektriciteitsverbruik.
[appellant] ging in hoger beroep en betwistte de betrokkenheid bij de hennepteelt en de aansprakelijkheid. Hij voerde aan dat de kantonrechter hem ten onrechte niet had toegelaten tot het leveren van tegenbewijs. Het hof oordeelde dat [appellant] wel degelijk recht had op tegenbewijs en dat Enexis de stelling dat [appellant] betrokken was bij de hennepteelt moest bewijzen. Het hof liet [appellant] toe om getuigen te horen en bewijsstukken te overleggen. De behandeling van de overige grieven werd aangehouden, en het hof bepaalde dat de zaak op een later moment verder behandeld zou worden.