7.4.In geval zich een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 7.3. zijn alle vorderingen uit hoofde van de Overeenkomst en de direct daarmee samenhangende Overeenkomsten (zowel de op dat moment opeisbare als de toekomstige berekend op basis van de Overeenkomst) onmiddellijk en in het geheel opeisbaar.4.2.3. Bij brief van 12 februari 2007 heeft Proximedia [appellant] verzocht om informatie aan te leveren die nodig is voor het afronden van de website, zoals logo/visitekaartje, foto's, teksten, folders of ander informatiemateriaal en eventuele voorbeeldsites.
4.2.4.Bij brief van 27 februari 2007 heeft Proximedia [appellant] verzocht om voor de website minimaal foto's, teksten en eventuele voorbeeldsites aan te leveren en heeft zij aangezegd dat, als zij niet binnen 15 dagen bericht ontvangt, [appellant] er dan mee akkoord gaat dat de site gemaakt wordt met de informatie die Proximedia in haar bezit heeft.
4.2.5. Bij e-mail van 30 mei 2007 heeft [appellant] aan Proximedia laten weten dat hij wegens ziekte zijn handelsonderneming per 1 juni 2007 zal stoppen en dat het contract dan ook per 1 juni 2007 zal worden opgezegd.
4.2.6.Bij brief van 22 oktober 2007 heeft [appellant] aan dhr. [medewerker van Proximedia] van Proximedia geschreven dat in verband met de gezondheidsklachten, mede op uitdrukkelijk advies van de huisarts, de onderneming per 1 oktober 2007 is stopgezet en opgeheven.
4.2.7.Bij brieven van 7 juni 2007, 28 september 2007 en 29 oktober 2007 heeft Proximedia aan [appellant] medegedeeld dat het beëindigen van zijn handelsonderneming niet betekent dat [appellant] is gekweten van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst en dat zij bij beëindiging van de overeenkomst conform artikel 7.1 van haar algemene voorwaarden een verbrekingsvergoeding in rekening zal brengen van 60% van de nog niet vervallen maandelijkse termijnen voor de lopende periode, plus de betalingsachterstand en rente. In de brieven van 7 juni 2007 en 29 oktober 2007 wijst Proximedia tevens op de mogelijkheid van contractsovername door een andere ondernemer en onder welke voorwaarden dat kan plaatsvinden.
4.2.8.Bij brief van 6 november 2007 heeft Proximedia onder meer aan [appellant] geschreven dat duidelijk is dat hij met zijn bedrijfsactiviteiten is gestopt, maar dat hiermee niet de overeenkomst automatisch komt te vervallen doch in stand blijft en dat [appellant] zich aan zijn betalingsverplichtingen dient te houden.
4.2.9. Per 1 december 2007 heeft [appellant] de betaling van de maandelijkse termijnen ad € 201,11 gestaakt. De computer die door Proximedia aan [appellant] ter beschikking was gesteld, heeft [appellant] aan Proximedia op enig moment – volgens [appellant] in oktober 2007 maar volgens Proximedia pas in oktober 2008 – geretourneerd.
4.3.1. In de inleidende dagvaarding van 2 december 2009 heeft Proximedia de veroordeling gevorderd van [appellant], uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling aan haar van een bedrag van € 6.890,26 (hoofdsom € 5.548,27, rente € 573,99 en incassokosten € 768,--), te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 2 december 2009 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [appellant] in de proces- en de nakosten.
4.3.2.[appellant] heeft verweer gevoerd en heeft in reconventie de veroordeling gevorderd van Proximedia, uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling aan hem van
primaireen bedrag van € 2.218,26, althans
subsidiaireen bedrag van € 1.206,66,
primair en subsidiairte vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 februari 2010 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van Proximedia in de proceskosten.
4.3.3.Bij tussenvonnis van 24 februari 2010 heeft de rechtbank een comparitie van partijen bevolen, die is gehouden op 13 januari 2011.
4.3.4.Bij tussenvonnis van 9 maart 2011 heeft de rechtbank [appellant] toegelaten tot het leveren van bewijs dat hem bij het aangaan van de overeenkomst is medegedeeld dat hij de overeenkomst kosteloos kon beëindigen indien hij zijn activiteiten in zijn eenmanszaak zou staken. [appellant] heeft afgezien van bewijslevering.
4.3.5.Bij tussenvonnis van 13 juli 2012 heeft de rechtbank Proximedia toegelaten te bewijzen dat de gevorderde vergoeding van 60% van de resterende maandtermijnen zonder btw bij de beëindiging van de overeenkomst tussen [appellant] en Proximedia een redelijke vergoeding betreft voor door Proximedia geleden verlies of gederfde winst. Proximedia heeft haar bestuurder, [bestuurder van Proximedia], als getuige laten horen en heeft daarnaast schriftelijke bescheiden in het geding gebracht.
4.3.6.Bij eindvonnis van 4 juli 2012 heeft de rechtbank [appellant] in conventie veroordeeld tot betaling aan Proximedia van een bedrag van € 3.555,-- aan hoofdsom, te vermeerderen met de contractuele rente van 8% per jaar vanaf 2 december 2009 tot aan de dag der algehele voldoening. De rente ad € 573,99 en de buitengerechtelijke kosten ad € 768,-- heeft de rechtbank afgewezen, evenals de vordering in reconventie. [appellant] is in conventie en in reconventie veroordeeld in de proces- en in de nakosten, een en ander als nader toegelicht in rechtsoverweging 2.9 van het vonnis van 4 juli 2012.