Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/261789/KG ZA 13-246)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
ofde uitspraken waarop de beslaglegger zich beroept dergelijke beslissingen bevat. Wanneer dat niet het geval is,
kaneen daarop gebaseerd executoriaal beslag immers niet rechtmatig zijn. Ook wanneer partijen deze kwestie niet met zoveel woorden aansnijden, zal naar het oordeel van het hof de rechter die over de (on)rechtmatigheid van het executoriaal beslag dient te beslissen dit in zijn overwegingen dienen te betrekken. Ter voorkoming van verrassingsbeslissingen dienen partijen, wanneer zij deze kwestie onbesproken hebben gelaten, de gelegenheid te hebben zich erover uit te laten. In het onderhavige geval is dat in eerste aanleg kennelijk niet gebeurd, maar in hoger beroep hebben partijen daartoe alsnog de gelegenheid gekregen en benut. Afgezien daarvan heeft [geïntimeerde] zich in hoger beroep op het ontbreken van voor ten uitvoerlegging vatbare beslissingen beroepen, zodat de kwestie daardoor tot de rechtsstrijd van partijen is gaan behoren. Dat [geïntimeerde] hiermee te laat zou zijn, zoals [appellante] bij het pleidooi in hoger beroep heeft gesteld, valt niet in te zien. Steekhoudende argumenten daarvoor heeft [appellante] ook niet aangevoerd.