Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
WSD,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 237026/HAZA 11-1506)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep
4.De beoordeling
€ 2.500,=
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [de man], handelend onder de naam Packaging Trading and Solutions, tegen WSD, een publiekrechtelijke rechtspersoon. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M. de Jong, heeft in eerste aanleg een vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch aangevochten, waarin hij werd veroordeeld tot betaling van onbetaalde facturen aan WSD. De onbetaalde facturen, die een totaalbedrag van € 104.105,82 besloegen, dateren van 6 december 2010 tot en met 1 maart 2011. De appellant heeft WSD beschuldigd van wanprestaties, waaronder het niet (leesbaar) afdrukken van de houdbaarheidsdatum op de verpakkingen van chocolade eitjes, wat volgens hem heeft geleid tot schade en het verlies van opdrachten van derden.
In het hoger beroep heeft het hof de grieven van de appellant gezamenlijk behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank in eerste aanleg de feiten correct heeft vastgesteld en dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims van wanprestatie door WSD. Het hof heeft geoordeeld dat de appellant niet in gebreke heeft gesteld en dat de opschorting van de betalingsverplichtingen door de appellant niet gerechtvaardigd was. De vorderingen van de appellant tot schadevergoeding zijn afgewezen, terwijl de vordering van WSD tot betaling van de onbetaalde facturen is toegewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de appellant veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.