Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Nationale Borgmaatschappij N.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],
N.V. Zeeland Seaports,gevestigd te [vestigingsplaats],
Mr. B. van Leeuwen, q.q. en Mr. P.E. Butterman, q.q.,
kantoorhoudende te respectievelijk Goes en Breda,
1.UTB Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats],
N.V. Zeeland Seaports,gevestigd te [vestigingsplaats],
Mr. B. van Leeuwen, q.q. en Mr. P.E. Butterman, q.q., in hun hoedanigheid van curatoren van Zeeland Aluminium Company N.V.,
kantoorhoudende te respectievelijk Goes en Breda,
1. Het geding in eerste aanleg in zaak HD 200.118.090 (zaaknr. 85322/KG ZA 12-187) en in zaak HD 200.118.201 (zaaknr. 84432/KG ZA 12-129)
2.Het geding in hoger beroep
3.De gronden van het hoger beroep in beide zaken
4.De beoordeling
stock and aluminium metal stock at the stockyard, casthouse and aluminium smelting facility that is owned and operated by the Pledgor and located at the Pledgor’s facilities (..), including, (a) finished aluminium metal (including, without limitation, aluminium billets, slabs, ingots, T-bars or sows), (b) liquid aluminium metal (including, without limitation, such items located in the potroom pots), (c) “work-in-progress” aluminium metal, aluminium billets and ingots, (d) rejected aluminium billets and ingots, and (e) aluminium metal to be re-melted (whether purchased or produced at the facility).
,dat het hof het vonnis van de voorzieningenrechter van 11 september 2012 zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, kort gezegd:
primairzal verbieden om zonder medewerking of akkoord van Glencore het gestolde aluminium uit de ovens te halen, om te smelten of te verkopen en daartoe instructies aan derden te geven totdat bij een in kracht van gewijsde gegaan vonnis is vastgesteld dat het gestolde aluminium ZSP in eigendom toebehoort,
primairzal veroordelen (naar het hof begrijpt) te gehengen en te gedogen dat Glencore het gestolde aluminium uit de ovens laat verwijderen, omsmelt en verkoopt;
subsidiair,tot uit een onderlinge schriftelijke minnelijke regeling dan wel een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak blijkt dat het gestolde aluminium ZSP in eigendom toebehoort,:
finished aluminium metal, liquid aluminium metal, rejected aluminium billets and ingots, aluminium metal to be re-melted)en voor een deel bij voorbaat gevestigd op zaken die op dat moment nog toekomstig waren (waaronder naast
“work-in-progress”, aluminium metal, aluminium billets and ingots”,ook de zojuist genoemde zaken vallen voor zover deze op 23 november 2011 nog niet waren geproduceerd).
Er waren tussen de 411 en de 427 ovens in bedrijf op datum faillissement. Tot 13 december 2011 om 16.00 uur zijn de reguliere levering en van aluminium gedaan.
Het volcontinue proces werd (..) na het uitspreken van het faillissement (..) gecontinueerd, waardoor vanaf dat moment opnieuw eindproduct ontstond en vanaf dat moment in voorraad werd genomen.” (prod 16 UTB, cva curatoren nr 24). Omdat het productieproces niet per direct kon worden stilgelegd hebben de ovens vanaf datum faillissement tot vrijdag 16 december 2011 ’s avonds om 20.00 uur volcontinu gedraaid. De gecontroleerde noodstop van de ovens die toen is ingezet, was maandag 19 december 2011 gereed (vgl. prod. 16 UTB, cva van curatoren in de bodemzaak).
Zoals Glencore aangeeft, ontstaat vloeibaar aluminium door aluinaarde bij temperaturen van zo’n 900 tot 1000 graden Celsius op te lossen in vloeibaar kryoliet en vervolgens de in het kryoliet opgeloste aluinaarde door middel van elektrolyse te splitsen, waarbij vloeibaar aluminium en zuurstof vrijkomst. Het vloeibaar aluminium ontstaat dus doordat met het verrichten van de nodige handelingen een chemische reactie teweeg wordt gebracht.” (nr. 5.17 mva ZSP resp. nr 5.6 mva NB c.s.).
de nodige handelingen”en “
een chemische reactie”- en de nieuwe zaak (het vloeibare aluminium) heeft een andere identiteit dan de oorspronkelijke zaken (kryoliet en aluinaarde. Uit datgene wat het hof is bijgebracht in deze procedure, leidt het hof af dat de gebruikte aluinaarde eigendom was van Glencore. Over het kryoliet is niets gesteld. De vormende arbeid werd geheel verricht door Zalco, die ook de aanzienlijke kosten daarvan (waarvan elektriciteit de grootste post vormde, zo begrijpt het hof) droeg. Naar het voorlopig oordeel van het hof vormde Zalco aldus voor zichzelf met (in ieder geval deels) materiaal van een ander, in de zin van art. 5:16 lid 2 BW, en werd Zalco eigenares van het nieuw gevormde vloeibare aluminium.
Liquidators are not recognizing Glencore’s pledge on finished goods made after bankruptcy date and Glencore agrees to this.”