4.2Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
Partijen zijn begin 2010 met elkaar in contact gekomen in verband met de verkoop van de woning van [Geintmeerde 1.] aan de [pand] te [woonplaats]. Voor de bemiddeling bij deze verkoop heeft [Geintmeerde 1.] makelaar [makelaar] ingeschakeld.
[Appellant 1.] heeft de woning tweemaal bezichtigd waarna hij Eigen Huis Bouwkundig Advies BV (verder: Eigen Huis) opdracht tot het uitvoeren van een bouwkundige keuring van het huis heeft gegeven. In verband hiermee is de woning op 21 april 2010 door de rapporteur in het bijzijn van [Appellant 1.] bezichtigd. De rapporteur heeft beide partijen toen gewezen op de aanwezigheid van een asbestpijpje dat hij in de meterkast ontdekte.
[Geintmeerde 1.] of diens makelaar heeft tijdens deze keuring aan [Appellant 1.] een bouwkundig rapport van het huis, daterend van eind 1997 en opgesteld door Cetron BV, overhandigd. [Geintmeerde 1.] had destijds, in het kader van zijn mogelijke aankoop van de woning, dit rapport laten opstellen. In dit rapport is melding gemaakt van sporen van asbest in oude harde vloerafwerkingen, nabij stooktoestellen, in kanalen voor ventilatie en rookgas, in gevelpanelen en in de standleiding.
[Appellant 1.] heeft vervolgens het door Eigen Huis opgestelde “Rapport Aankoopkeuring” ontvangen. In het rapport wordt vermeld dat het de verkoper bekend is dat er in de onroerende zaak asbest is verwerkt. Voorts staat in het rapport dat in de ventilatiekanalen asbestverdacht materiaal is geconstateerd en dat dit in de meterkast gedeeltelijk zichtbaar is (blz. 15 en 21).
Na verdere onderhandelingen zijn partijen het eens geworden over de aankoop van de woning door [Appellant 1.].
Op 7 mei 2010 heeft de makelaar aan [Geintmeerde 1.] een e-mail verzonden waarin hij aangaf dat de ondertekening van de koopovereenkomst op 14 mei 2010 zou gaan plaatsvinden. Tevens heeft hij, op verzoek van [Appellant 1.], naar aanleiding van het rapport uit 1997, aan [Geintmeerde 1.] gevraagd of hij meer wist van het feit dat in de gevelpanelen, vloeren, ventilatiekanalen en stookruimte asbesthoudend materiaal was toegepast of dat dit zaken waren die reeds door [Geintmeerde 1.] waren verholpen. [Geintmeerde 1.] heeft deze e-mail die avond nog als volgt beantwoord:
Jouw mailtje komt net bij mij binnen 23.00 uur. Alle gevelpanelen zij inderdaad door de aannemer verwijderd, alle kozijnen zijn immers of nieuw of aangepast. Daarbij is alle asbest volgens normen verwijderd. Zover mij bekend is dus alle asbest verwijderd.
Dit e-mailbericht heeft de makelaar de volgende dag aan [Appellant 1.] doorgezonden.
In de koopakte die op 14 mei 2010 door [Appellant 1.] is ondertekend, is met betrekking tot asbest de volgende bepaling opgenomen:
5.4.3.De verkoper verklaart dat in de ontroerende zaak geen asbest cq asbesthoudend materiaal meer aanwezig is op het in de meterkast gevonden pijpje na. Indien later mocht blijken dat er nog asbest cq asbesthoudend materiaal in de onroerende zaak aanwezig is, waar de verkoper redelijkerwijs van op de hoogte zou kunnen zijn, komen de kosten van het verwijderen hiervan voor rekening van de verkoper.
Op verzoek van [Appellant 1.] heeft Wematech Milieu Adviseurs BV (verder: Wematech) op 17 augustus 2010 een volledige asbestinventarisatie van de woning uitgevoerd en op 6 september 2010 vastgelegd in een rapport.
Uit het rapport blijkt dat er meer asbesthoudend materiaal in de woning aanwezig was dan alleen voormeld pijpje in de meterkast.
Op 15 september 2010 is de onroerende zaak, de woning met garage en ondergrond, bij notariële akte door [Geintmeerde 1.] aan [Appellant 1.] geleverd. Partijen hebben toen afgesproken dat in verband met eventuele verplichtingen voortvloeiende uit de aanwezige asbest een deel van de koopsom, zijnde € 15.000,-- in depot bij de notaris zou worden gestort.
Wematech heeft haar rapport nog aangevuld en in een definitieve versie op 12 oktober 2010 aan [Appellant 1.] verstrekt. Op grond van dit rapport is vastgesteld dat er ten tijde van de koopovereenkomst tussen partijen asbesthoudend materiaal in de woning aanwezig was en wel in: een kolom die zich buiten de woning bevindt, drie ventilatiekanalen (in CV-ruimte, kelder en toilet), twee standleidingen (in de meterkast en een kamer) en de pakkingsringen van de geiser.
[Geintmeerde 1.] weigert kosten van asbestverwijdering te betalen.