ECLI:NL:GHSHE:2013:5092

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
29 oktober 2013
Publicatiedatum
29 oktober 2013
Zaaknummer
HD 200.108.073_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurauto total loss door verkeersongeval in het buitenland en gevolgen voor huurprijs

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen Money Cars B.V. betreffende de huur van een auto die total loss raakte na een verkeersongeval in Frankrijk. [appellant] had de auto gehuurd van Money Cars voor een periode van vier dagen, maar na een ongeval op 19 november 2010 kon hij de auto niet tijdig inleveren. Money Cars vorderde betaling van de huurprijs over de periode van 20 november tot 24 december 2010, inclusief een verhoogde huurprijs volgens de Bovag-voorwaarden. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde dat artikel 5 lid 5 van de Bovag-voorwaarden niet van toepassing was, omdat de auto door overmacht (het ongeval) niet kon worden ingeleverd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de rechtbank Middelburg, waarin Money Cars gedeeltelijk in het gelijk was gesteld, en wees de vorderingen van Money Cars af. Het hof concludeerde dat [appellant] niets meer verschuldigd was aan Money Cars, omdat hij al een hoger bedrag had betaald bij het sluiten van de huurovereenkomst. De kosten van het geding werden toegewezen aan Money Cars als de in het ongelijk gestelde partij.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.108.073/01
arrest van 29 oktober 2013
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
appellant,
hierna aan te duiden als [appellant],
advocaat: mr. R.M.A. Lensen te Terneuzen,
tegen
Money Cars B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Money Cars,
advocaat: mr. M.J. Koning te Amsterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 11 januari 2012 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Middelburg, sector kanton, locatie Terneuzen, van 12 oktober 2011, gewezen tussen [appellant] als gedaagde en Money Cars als eiseres.

1.Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 224546/11-1623)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2.Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven, tevens houdende vordering ex artikel 843a Rv, met zeven
producties;
- de memorie van antwoord met zeventien producties;
- de antwoordakte na beraad partijen van [appellant];
- de antwoordakte van Money Cars.
De partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3.De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4.De beoordeling

4.1.
In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a. [appellant] heeft op dinsdag 16 november 2010 vanaf 17.00 uur voor de duur van vier dagen, dus tot zaterdag 20 november om 17.00 uur, van Money Cars een peronenauto (Opel Insignia 1.8) gehuurd. In de huurovereenkomst staat onder meer het volgende:
“Borgsom
€ 350,00
Huurprijs
€ 324,00
(…)
Borgverzekering
€ 7,- per dag
Waarborg C
€ 640,00”
(…)
Huurder verklaart akkoord te gaan met de algemene voorwaarden van Money Cars. Huurder verklaart tevens akkoord te gaan met de condities op deze overeenkomst (…)
Het eigen risico per gebeurtenis bedraagt maximaal € 1500. Op onze verhuurovereenkomsten zijn de algemene voorwaarden van de Bovag van kracht (achterzijde overeenkomst). (…)”
Artikel 5 lid 5 van de door Money Cars overgelegde “Algemene huurvoorwaarden voor de leden van de Bovag verhuurbedrijven” luidt als volgt:
“Indien huurder het voertuig niet tijdig heeft ingeleverd, (…) kan per dag tot 1½ keer de daghuurprijs in rekening worden gebracht, onverminderd de verplichting van huurder tot vergoeding van door verhuurder geleden en te lijden schade. Als het feitelijk blijvend onmogelijk is om het voertuig te retourneren dan wordt geen verhoogde huurprijs in rekening gebracht. De verhoging van de huurprijs geldt niet indien huurder aantoont dat de overschrijding van de huurtermijn het gevolg is van overmacht.”
Artikel 8 lid 7 van de door Money Cars overgelegde “Algemene huurvoorwaarden voor de leden van de Bovag verhuurbedrijven” luidt als volgt:
“Het is huurder niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen met verhuurder.”
Op donderdag 18 november 2010 is [appellant] met zijn dochter vanuit zijn woonplaats met de huurauto vertrokken naar Montpellier, gelegen in het zuiden van Frankrijk. Kort na middernacht, dus op vrijdag 19 november 2010, heeft [appellant] een auto-ongeval gehad op de snelweg in Frankrijk. Als gevolg van dat ongeval is de auto total loss geraakt.
[appellant] heeft na het ongeval de ANWB ingeschakeld. [appellant] heeft een uitdraai van de ANWB, steunpunt Lyon, in het geding gebracht, inhoudende de interne werknotities die binnen de ANWB naar aanleiding van het ongeval zijn opgesteld. Daarbij bevinden zich onder meer de volgende werknotities, waarbij het hof eerst de datum en tijd van elke notitie weergeeft en daarna de inhoud:
  • 19 november 2010, 01:22 uur: Nummer 31-6-(…) Klant: Dhr [klant]. Aut.sms: AANRIJDING-SMS-VHV (…) SMS tekst: Geachte bestuurder, bij een aanrijding is het belangrijk dat U een schadeformulier invult, foto’s maakt en de autoverzekering inlicht. De Alarmcentrale.
  • 19 november 2010, 01:37 uur: Kl gesproken staat nu met gendarmerie bij benzinepomp, heeft heftig ongeval gehad, auto behoorlijk beschadigt, auto kan nu niet naar sleper gesleept worden dit gebeurt movroeg, heb locale sleper doorgekregen. Kl gaat nu in hotel en wil movroeg zsm met HA terug naar NL. (…)”
  • (…)
  • 24 november 2010, 09:53 uur: Auto is TL>sjoof belde dat Ggist ook niet wil meehelpen> Auto staat achterin en sjoof kan er niet bij komen. Ggist loopt weg en heeft geen tijd
is auto ook echt TL? waarom wil ggist niet helpen?
(…)
14 december 12:59 uur: Volgens mevr. [medewerkster van Money Cars] (moneycars) is de auto nog niet afgeleverd. In Cars en cargo lijkt het erop dat hij in nov al is afgeleverd. graag uitzoeken en mevr terugbellen op 010-(…)
(…)
14 december 2010, 15:58 uur: Afdeling logistiek gebeld. Auto wordt opnieuw ingepland. Transporteur moet gge bellen 24 u van te voren.
Kl. ook gebeld. Wacht het rustig af. Vertrouwd erop dat de auto terug naar nl komt.
(…)
22 december 2010, 09:22 uur: auto wordt vanavond of anders morgen ochtend opgehaald.
Op 24 december 2010 is de auto bij Money Cars afgeleverd.
[appellant] heeft een door Money Cars aan hem gerichte factuur d.d. 24 december 2010 overgelegd. Deze factuur sluit op een nog door [appellant] te betalen bedrag van € 3.787,30.
4.2.
In de onderhavige procedure vorderde Money Cars in eerste aanleg veroordeling van [appellant] tot betaling van:
een hoofdsom van € 3.787,30, vermeerderde met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 28 april 2011;
€ 80,88 aan tot 28 april 2011 vervallen wettelijke rente;
€ 600,-- aan buitengerechtelijke kosten.
[appellant] is in eerste aanleg in de procedure verschenen maar heeft binnen de gestelde termijn geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft vervolgens in het vonnis van 12 oktober 2011 het onder a en b gevorderde toegewezen en [appellant] in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter heeft de vordering ter zake buitengerechtelijke kosten afgewezen. Die vordering speelt in dit hoger beroep verder geen rol.
4.3.
[appellant] heeft één grief aangevoerd tegen het beroepen vonnis. Door middel van de toelichting op die grief voert [appellant] alsnog verweer tegen de vordering van Money Cars.
Het hof zal daarom onderzoeken of de vorderingen sub a en b van Money Cars op de door haar aangevoerde grondslagen, gelet op daartegen gevoerde verweer, toewijsbaar zijn.
4.4.1.
Money Cars heeft in de dagvaarding in eerste aanleg aan haar vorderingen niet veel meer ten grondslag gelegd dan dat zij aan [appellant] zaken heeft geleverd en dat zij op grond daarvan een hoofdsom van € 3.787,30 van [appellant] te vorderen heeft. Pas in haar memorie van antwoord heeft Money Cars haar stellingen nader onderbouwd en aangepast. Uit het gestelde in de memorie van antwoord blijkt dat de vordering van Money Cars niet gebaseerd is op een levering van zaken maar op de bovengenoemde huurovereenkomst. Money Cars vordert betaling van de slotfactuur van 24 december 2010 ten bedrage van € 3.787,30.
Het gefactureerde bedrag is opgebouwd uit de navolgende posten:
De huurprijs over de periode van 20 november 2010 (de overeengekomen einddatum van de huurperiode) tot en met 24 december 2010 (de datum waarop Money Cars de auto total loss terug ontving), zijnde 38 dagen à € 68,07 exclusief btw per dag, ofwel € 2.586,55 exclusief btw. Dit bedrag is verminderd met een korting van 15% ofwel € 387,98, waarna € 2.198,57 exclusief btw resteerde. Dat bedrag is vermeerderd met 19% btw, zodat ter zake de huur inclusief btw € 2.616,30 in rekening is gebracht.
De kosten van de in de overeenkomst genoemde borgverzekering gedurende 38 dagen à € 7,--, zijnde € 255,--.
Eigen risico in verband met schade: € 1.500,--.
Administratiekosten: € 45,--.
Verder is het door [appellant] bij het sluiten van de huurovereenkomst reeds betaalde bedrag van € 640,-- (inclusief de in de overeenkomst genoemde borgsom van € 350,--) in mindering gebracht.
4.4.2.
In onderdeel 26 van haar memorie van antwoord heeft Money Cars uiteengezet wat de grondslag van haar vordering is. Deze uiteenzetting komt op het volgende neer.
Money Cars heeft allereerst recht op de huurprijs voor de overeengekomen huurperiode van vier dagen. Daarnaast heeft Money Cars volgens artikel 5 lid 5 van de op de huurovereenkomst toepasselijke Bovag-voorwaarden over de periode vanaf het einde van de overeengekomen huurperiode (20 november 2010) tot en met de datum van retournering van de auto (24 december 2010 aanspraak op anderhalf keer de daghuurprijs, terwijl Money Cars over deze periode slechts aanspraak heeft gemaakt op (100% - 15% =) 85% van de daghuurprijs.
Money Cars heeft recht op de kosten van de borgverzekering à € 7,-- per dag gedurende de overeengekomen huurperiode van vier dagen.
Gelet op de schade die aan de auto is ontstaan heeft Money Cars jegens [appellant] aansrpaak op het eigen risico van € 1.500,--.
e post administratiekosten is door Money Cars niet nader toegelicht.
Uit de memorie van antwoord (onder meer het gestelde bij de nummers 29, 40, 44 en 49) is af te leiden dat Money Cars geen andere grondslagen voor haar vordering heeft aangevoerd.
4.4.3.
[appellant] heeft in zijn memorie van grieven geanticipeerd op de stellingen waarvan hij aannam dat Money Cars die in haar memorie van antwoord aan haar vordering ten grondslag zou leggen. Daarnaast hebben de partijen in hun aktewisseling nog kort op enkele geschilpunten gereageerd. Het hof zal de posten A tot en met D in het onderstaande op basis van de stellingen van partijen bespreken.
Met betrekking tot post A.
4.5.1.
[appellant] heeft in onderdeel 15 van de memorie van grieven aangevoerd dat de huurovereenkomst door het ongeval van 19 november 2010 is beëindigd omdat de auto bij dat ongeval zodanig is beschadigd dat het huurgenot geheel is geëindigd. [appellant] heeft hier de gevolgtrekking aan verbonden dat hij na 19 november 2010 niet tekort geschoten is in de nakoming van de – volgens hem immers toen niet meer bestaande – huurovereenkomst. [appellant] heeft niet gesteld dat hij om deze reden geen huur verschuldigd is over de laatste dag van de overeengekomen huurperiode (20 november 2010). Voor zover [appellant] dat wel heeft bedoeld, faalt die stelling omdat het teniet gaan van het gehuurde de huurovereenkomst niet van rechtswege doet eindigen. Een ontbinding van de huurovereenkomst op de voet van artikel 7:210 BW heeft niet plaatsgevonden. Hieruit volgt dat [appellant] de huurprijs over de vier dagen van de huurovereenkomst verschuldigd is.
4.5.2.
[appellant] heeft in de memorie van grieven betoogd dat hij over de periode van 20 november 2010 (einde overeengekomen huurperiode) tot 24 december 2010 geen huurprijs over vergelijkbare vergoeding aan Money Cars verschuldigd is. Hij heeft in dat kader onder meer aangevoerd dat de auto door het ongeval van 19 november 2010 total loss is geraakt en dus door Money Cars niet meer aan een derde verhuurd kon worden.
4.5.3.
Dit verweer is terecht voorgedragen. Het hof overweegt daartoe het volgende. Artikel 5 lid 5 van de Bovag-voorwaarden ziet volgens de tekst daarvan op de situatie dat de huurder de door hem gehuurde auto niet op het overeengekomen uiterste tijdstip inlevert. In dat geval kunnen er voor de verhuurder problemen ontstaan, met name als de verhuurder de auto voor de periode daarna al aan een derde heeft verhuurd en de verhuurder de verbintenis uit die overeenkomst niet kan nakomen omdat de huurder uit de eerdere huurovereenkomst de auto niet op tijd heeft ingeleverd. Artikel 5 lid 5 bevat ter voorkoming van die situatie een financiële prikkel voor de huurder om de auto tijdig in te leveren (welke financiële prikkel niet geldt indien het voor de huurder feitelijk blijvend onmogelijk is om het voertuig te retourneren). In het onderhavige geval is er echter geen sprake van dat [appellant] er via een dergelijke financiële prikkel toe had kunnen worden bewogen om de auto op tijd in te leveren. Het niet inleveren van de auto berust in het onderhavige geval immers niet op een ongeoorloofd voortgezet gebruik van de auto na het einde van de huurperiode. Het feit dat de auto in het onderhavige geval niet is ingeleverd, is een gevolg van het feit dat de auto op 19 november 2010 in Frankrijk als gevolg van een ongeval total loss is geraakt, waarna het wrak tijdelijk gestald is bij een Frans garagebedrijf. Tussen partijen staat vast dat het voertuig niet meer te berijden en/of te verhuren was. Zonder nadere toelichting, die door Money Cars niet is gegeven, valt niet in te zien dat deze situatie valt onder het bepaalde in artikel 5 lid 5 van de Bovag-voorwaarden. Op dat artikel kan dit onderdeel van de vordering van Money Cars dus niet worden gebaseerd. Omdat enige andere grondslag voor dit deel van de vordering van Money Cars niet is aangevoerd, is het door Money Cars over de periode van 20 november 2010 tot 24 december 2010 gevorderde bedrag van 85% van de daghuur over deze periode niet toewijsbaar.
4.5.4.
Het bovenstaande brengt mee dat ter zake post A slechts het bedrag toewijsbaar is dat Money Cars over de overeengekomen huurperiode van 4 dagen in haar slotfactuur heeft opgenomen. Dat bedrag is vier dagen à € 68,07 exclusief btw per dag, ofwel € 272,28 exclusief btw, welk bedrag vervolgens op de factuur is verminderd met 15% tot € 231,44. Dat bedrag moet nog vermeerderd worden met 19% btw zodat ter zake de huur inclusief btw € 275,42 verschuldigd is.
Met betrekking tot post B
4.6.
Uit het verweer van [appellant] volgt dat zij van mening is dat zij de kosten van de borgverzekering à € 7,-- per dag niet verschuldigd is over de periode van 20 november 2010 (einde overeengekomen huurperiode) tot 24 december 2010 (datum retournering auto).
Money Cars heeft niet aangevoerd op grond waarvan zij dit bedrag over de periode na 20 november 2010, toen de overeengekomen huurperiode was geëindigd en de auto door het ongeval total loss was geraakt, in rekening brengt. Voor zover Money Cars dit heeft willen baseren op artikel 5 lid 5 van de Bovag-voorwaarden, gaat dat niet op. Het hof verwijst naar hetgeen zojuist in rechtsoverweging 4.5.3 is overwogen. Enige andere grondslag is door Money Cars niet genoemd. Het hof acht ter zake post B dus slechts een bedrag van € 28,-- toewijsbaar (€ 7,-- per dag gedurende de overeengekomen huurperiode van vier dagen).
Met betrekking tot post C
4.7.1.
Met betrekking tot post C heeft [appellant] in zijn memorie van grieven (nummer 28) aangevoerd dat hij een aanvullende verzekering heeft afgesloten bij dan wel via Money Cars (naar het hof begrijpt: de hiervoor bij post B genoemde borgverzekering van € 7,-- per dag) en dat Money Cars bij het sluiten van de overeenkomst heeft meegedeeld dat [appellant] door het sluiten van die aanvullende verzekering alle risico’s van schade aan de auto en van aansprakelijkheid jegens Money Cars zou vermijden. [appellant] heeft hierbij uitdrukkelijk het in correspondentie door Money Cars ingenomen standpunt dat deze verzekering alleen kleinere schades dekt, betwist (onderdeel 22 memorie van grieven).
4.7.2.
Money Cars heeft als reactie op dit verweer gesteld dat [appellant] in beginsel aansprakelijk is voor de schade die Money Cars heeft geleden doordat het voertuit total loss is geretourneerd. Volgens Money Cars is [appellant] op grond van de gesloten aanvullende verzekeringsovereenkomst een eigen risico van € 1.500,-- verschuldigd en wordt daarmee de door Money Cars geleden schade slechts ten dele gedekt.
4.7.3.
Het hof constateert dat Money Cars haar standpunt dat [appellant] op grond van de door hem gesloten aanvullende verzekering een eigen risico van € 1.500,-- verschuldigd is, niet op enigerlei wijze heeft onderbouwd. Een kopie van de betreffende verzekeringspolis of van de verzekeringsvoorwaarden is niet overgelegd. Ook uit de huurovereenkomst zelf is niet af te leiden dat voor [appellant] in dit geval, ondanks de door hem afgesloten aanvullende verzekering, een eigen risico van € 1.500,-- gold. De zinsnede “Het eigen risico per gebeurtenis bedraagt maximaal € 1500” in de overeenkomst biedt daarvoor onvoldoende houvast omdat dit kennelijk een (wellicht aan artikel 11 van de algemene voorwaarden ontleende) standaard tekst betreft die ook ruimte laat voor de mogelijkheid dat in bepaalde gevallen, waarbij met name valt te denken aan het afsluiten van een aanvullende verzekering, een lager of in het geheel geen eigen risico geldt. In dit geval is een dergelijke aanvullende verzekering afgesloten en Money Cars heeft in MvA niet het standpunt ingenomen dat deze aanvullende verzekering geen dekking bood voor de onderhavige schade.
4.7.4.
Het hof concludeert dat Money Cars haar betoog over eigen risico onvoldoende heeft onderbouwd terwijl dat gelet op de betwisting door [appellant] wel op haar weg had geleden.
Dat [appellant] een eigen risico van € 1.500,-- verschuldigd is, is dus niet komen vast te staan. Een concreet bewijsaanbod ontbreekt. Het hof acht post C daarom niet toewijsbaar.
Met betrekking tot post D
4.8.
[appellant] heeft uit de door haarzelf in het geding gebrachte factuur redelijkerwijs moeten begrijpen dat Money Cars aan hem € 45,-- administratiekosten in rekening heeft gebracht. [appellant] heeft tegen deze post geen enkel verweer gevoerd. Post D is daarom toewijsbaar.
Conclusie
4.9.1.
Uit het voorgaande volgt dat post A toewijsbaar is tot een bedrag van € 275,42, post B tot een bedrag van € 28,-- en post D tot een bedrag van € 45,--. Post C is niet toewijsbaar. Het totaal van de drie toewijsbare posten is € 348,42. Omdat [appellant] bij het sluiten van de huurovereenkomst al een hoger bedrag heeft betaald, is hij per saldo niets meer aan Money Cars verschuldigd. Dit brengt mee dat de in dit geding door Money Cars ingestelde vordering moet worden afgewezen. Het beroepen vonnis, waarin de vordering is toegewezen, zal daarom vernietigd worden.
4.9.2.
Bij deze stand van zaken hoeft de incidentele vordering ex artikel 843a Rv van [appellant] niet meer besproken te worden.
4.9.3.
Het hof zal Money Cars als de in het ongelijk gestelde partij veroordelen in de kosten van het geding in eerste aanleg en in de kosten van het hoger beroep.
4.9.4.
Het hof zal dit arrest, zoals door beide partijen gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De uitspraak

Het hof:
vernietigt het door de rechtbank Middelburg, sector kanton, locatie Terneuzen, tussen partijen gewezen vonnis van 12 oktober 2011 voor zover daarbij de vorderingen van Money Cars ten dele zijn toegewezen en [appellant] in de proceskosten is veroordeeld;
in zoverre opnieuw rechtdoende:
  • wijst de hiervoor in rechtsoverweging 4.2 onder a en b weergegeven vorderingen van Money Cars af;
  • veroordeelt Money Cars in de kosten van het geding in eerste aanleg en begroot deze kosten aan de zijde van [appellant] tot op heden op nihil;
veroordeelt Money Cars in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 90,64 aan verschotten, € 291,-- aan vast recht en € 632,-- aan salaris advocaat;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.A. Meulenbroek, I.B.N. Keizer en Th.J.A. Kleijngeld en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 29 oktober 2013.