4.1.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
[geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4] , hun broer [broer van geintimeerde 3 en 4] en hun vader zijn betrokken bij een concern dat zowel vennootschappen in Nederland als in de Verenigde Staten omvat.
Tot omstreeks september 2009 werden de aandelen in [Onroerend Goed OG] indirect gehouden door [geïntimeerde 3] en [geïntimeerde 4] , hun broer [broer van geintimeerde 3 en 4] en hun vader. [geïntimeerde 4] hield deze aandelen indirect via (onder meer) zijn beheersvennootschap [Beheer] , waarvan hij directeur en enig aandeelhouder is.
[Onroerend Goed OG] houdt indirect aandelen in vennootschappen in de Verenigde Staten. Via deze vennootschappen zijn in de Verenigde Staten nieuwe bedrijven gerealiseerd voor Nederlandse boeren die zijn geëmigreerd naar de Verenigde Staten. Daarbij heeft [Onroerend Goed OG] aan de Amerikaanse vennootschappen gelden beschikbaar gesteld voor de financiering van deze nieuwe bedrijven.
[melkvee] was tot september 2009 een zustervennootschap van [Onroerend Goed OG] . [geïntimeerde 4] is gevolmachtigd directeur van [melkvee] en zijn broer [broer van geintimeerde 3 en 4] is bestuurder van deze besloten vennootschap. [melkvee] houdt zich met name bezig met het Nederlandse melkveebedrijf van de familie [familienaam] .
In september 2009 heeft er binnen het concern een herstructurering plaatsgevonden waarbij een splitsing is aangebracht tussen de activiteiten die via [Onroerend Goed OG] in de Verenigde Staten worden verricht en de activiteiten die onder meer via [melkvee] in Nederland worden verricht. In het kader van deze herstructurering zijn alle aandelen in [Onroerend Goed OG] overgedragen aan de beheersvennootschap van [geïntimeerde 3] . Daarnaast leidde de herstructurering er toe dat de aandelen in [melkvee] indirect niet meer mede door [geïntimeerde 3] werden gehouden, maar alleen nog indirect door [geïntimeerde 4] en [broer van geintimeerde 3 en 4] en hun vader (zie producties 10 en 11 bij inleidende dagvaarding).
[appellant] exploiteert in [vestigingsplaats] een melkveebedrijf. Hij heeft dit bedrijf in 2001 gekocht, na de verkoop in 2000 van zijn voormalige melkveebedrijf in [vestigingsplaats] .
In december 2007 heeft [appellant] overeenstemming bereikt met de belastingdienst over een fiscale herinvesteringsverplichting. Daarbij stelde de belastingdienst als voorwaarde dat [appellant] nog in 2007 voor een bedrag van € 527.100,00 zou investeren in een melkquotum.
Vervolgens heeft [appellant] de heer [bestuurder van Advies B.V.] (hierna: [bestuurder van Advies B.V.] ), bestuurder van [Advies B.V.] Advies B.V., gevraagd of hij voor een snelle oplossing kon zorgen.
Daarop heeft [bestuurder van Advies B.V.] , die al jarenlang optrad als adviseur van het concern van de familie [familienaam] , in december 2007 telefonisch contact opgenomen met [geïntimeerde 4] . Vervolgens is via [bestuurder van Advies B.V.] een koopovereenkomst tot stand gekomen tussen [appellant] en [Onroerend Goed OG] waarbij is afgesproken dat [Onroerend Goed OG] vóór 1 april 2008 een melkquotum van 753.000 kilogram aan [appellant] zal leveren, tegen een door [appellant] te betalen koopprijs van € 527.100,00.
Voor de koopprijs van € 527.100,00 heeft [appellant] van [Onroerend Goed OG] een factuur
d.d. 31 december 2007 ontvangen. [appellant] heeft de koopprijs op 31 december 2007 aan [Onroerend Goed OG] betaald.
Op 9 februari 2009 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen [appellant] , [bestuurder van Advies B.V.] en [geïntimeerde 4] . Na afloop van deze bespreking is een schriftelijke overeenkomst
d.d. 9 februari 2009 opgesteld die is ondertekend door [appellant] en door [geïntimeerde 4] namens [Onroerend Goed OG] . In deze overeenkomst staat onder andere vermeld, zakelijk weergegeven, dat [Onroerend Goed OG] uiterlijk in het referentiejaar 2009/2010 de verkochte hoeveelheid melkquotum (inclusief de uitbreidingen) aan [appellant] zal leveren en dat [Onroerend Goed OG] voor het referentiejaar 2008/2009 een hoeveelheid leasemelk aan [appellant] ter beschikking zal stellen, omdat in dat referentiejaar de levering van het verkochte melkquotum nog niet heeft plaatsgevonden.
[Onroerend Goed OG] heeft ondanks een sommatie geen melkquotum in eigendom overgedragen aan [appellant] . Wel heeft [Onroerend Goed OG] voor het melkprijsjaar 2008/2009 leasemelk aan [appellant] geleverd, om te voorkomen dat hij superheffing verschuldigd zou worden over de door hem in dat jaar geproduceerde melk.
[Onroerend Goed OG] is op 28 augustus 2012 in staat van faillissement verklaard.